Mali, Burkina Faso en Niger willen zich per direct terugtrekken uit het West-Afrikaanse economische samenwerkingsverband Ecowas. Dat hebben de drie militaire regimes die daar aan de macht zijn zondag bekendgemaakt in een gezamenlijk statement op de staatstelevisie. Ze spreken van een „soeverein besluit”. De drie landen zijn het niet eens met de sancties die ze opgelegd hebben gekregen sinds ze onder militair bewind staan.
De drie landen kregen opeenvolgend te maken met staatsgrepen: in Mali in 2020, in Burkina Faso in 2022 en afgelopen juli in Niger. Alle drie werden vervolgens door de Ecowas geschorst en vooral Niger en Mali kregen zware sancties opgelegd. De militaire autoriteiten van de landen spreken zondag van „onmenselijke sancties” en vinden dat het blok „onder internationale invloeden een bedreiging is geworden voor haar lidstaten”. De lidstaten vinden ook dat Ecowas te weinig steun heeft gegeven in hun jarenlange strijd tegen jihadistisch geweld en armoede.
Lees ook Militaire coupplegers in Sahel willen eigen blok vormen – met hulp van Rusland
Grote impact
Ecowas, dat in totaal vijftien leden heeft, probeerde met de sancties de democratie terug te brengen in de landen door aan te dringen op verkiezingen. Een terugtrekking uit het blok kan in principe niet ‘per direct’ en moet volgens een statuut dat lidstaten onderschrijven een jaar van te voren worden aangemeld. Het is niet zeker of Niger, Burkina Faso en Mali zich daar iets van aan zullen trekken. Daarmee dreigen de landen nieuwe sancties te krijgen.
Hoewel het nog onduidelijk is hoe deze verklaring op de korte termijn tot uitvoer zal worden gebracht, zal de impact enorm zijn. Door hun centrale ligging zijn alle drie de landen essentieel voor de stabiliteit van de regio. Door zich los te snijden komt er voor de landen ook een einde aan de onderlinge afspraken die lidstaten hebben gemaakt over alles van uniforme douanetarieven tot vrij verkeer personen. Noch Mali, noch Burkina Faso of Niger ligt aan zee; voor de import van goederen waren zij tot nu toe grotendeels aangewezen op de havens van omliggende landen als Senegal, Ivoorkust en Benin.
Het Britse punkduo Bob Vylan komt met eigen shows naar poppodia Paradiso in Amsterdam en 013 in Tilburg. Maandag zegden de artiesten wegens „logistieke redenen” nog af als voorprogramma van Gogol Bordello. Woensdag maakten Paradiso en 013 bekend dat het duo toch komt optreden, nu als hoofdact. Ook in Doornroosje (Nijmegen) staat nu een concert gepland, de shows vinden plaats in september.
Rondom de optredens van Bob Vylan is onrust ontstaan na een optreden op Glastonbury, afgelopen juni. De frontman van het duo had op het Britse festival geroepen „Death, death to the IDF” (‘Dood aan het Israëlische leger’), en liet het publiek mee scanderen. De politie heeft een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar het optreden, dat loopt nog. Het optreden werd live uitgezonden door de BBC, dat achteraf besloot optredens met een „hoog risico” niet meer uit te zenden, en stelde dat deze show niet uitgezonden had mogen worden. De Britse premier Keir Starmer verklaarde nadien: „Er is geen excuus voor dit soort schokkende haatzaaiende uitlatingen.”
De zaak had grote gevolgen voor Bob Vylan. Europese optredens (niet de Nederlandse) werden afgezegd, de tour door de Verenigde Staten is gecanceld, de Amerikaanse overheid trok de verleende visa in, en boekingskantoor United Talent Agency stopte de samenwerking met de twee.
De drie Nederlandse poppodia die het duo nu boeken, verwijzen elk naar een statement van branchevereniging Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF). Die stelt dat vrije expressie, ook als het wrijving veroorzaakt, beschermd moet worden. De VNPF publiceerde dat statement nadat Paradiso bedreigd was vanwege het geplande optreden van Bob Vylan (toen nog als voorprogramma). Twee gemaskerde mensen hielden in de nacht van 7 op 8 juli een spandoek omhoog voor het popgebouw, met de tekst „If Bob Vylan plays that night, Amsterdam will stand and fight.”
Recht op verontwaardiging
Paradiso schrijft woensdag op zijn website over de woorden die Bob Vylan op Glastonbury gebruikte: „Die zijn niet de onze, maar we erkennen het recht op verontwaardiging over oorlog en massaal menselijk leed.”
Het poppodium programmeert de show niet „om te provoceren”, maar vanuit de overtuiging „dat een vrije popcultuur ruimte moet bieden aan scherpe stemmen”. Bob Vylan past bij die overtuiging, schrijft het poppodium, omdat het een artiest is „die zich uitspreekt over onrecht en vanuit eigen ervaringen kritiek levert op structuren van onderdrukking”.
Eenzelfde statement publiceert poppodium 013: „Wij accepteren niet dat een act als Bob Vylan, een uitgesproken punk-rapduo met een lange geschiedenis van politiek activisme, gecanceld dreigt te worden vanwege woorden die voortkomen uit verontwaardiging over een humanitaire ramp.” Ook het Nijmeegse Doornroosje noemt „culturele censuur”, waar het zich tegen wil verzetten.
De organisatie verwijst bovendien naar de dreigementen die Paradiso al ontving voor het programmeren van Bob Vylan. Het toont volgens 013 „hoe kwetsbaar de ruimte voor artistieke expressie soms is. Intimidatie mag nooit bepalen wie er op een podium mag staan.”
Lees ook
Na Bob Vylan op Glastonbury: hoe gaan festivals om met activisme op het podium? ‘Wij laten ons niet forceren’
De Hongaarse premier Viktor Orbán, de pro-Russische plaaggeest van Brussel, lijkt weer toe te kunnen slaan, ditmaal door een maas in de wet die niet wordt gedicht door de EU. Hongarije kan 1,2 miljard euro aan eerder bevroren EU-fondsen ontvangen, zo werd dinsdagavond duidelijk tijdens een overleg tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers.
Een meerderheid van de EU-landen steunt de wijzigingen in de regels voor de regionale fondsen, waardoor lidstaten niet-besteed EU-geld van de huidige begroting kunnen herbestemmen voor andere doeleinden. Het voorlopige besluit, als onderdeel van de gebruikelijke tussentijdse begrotingsbeoordeling, stemt tot grote onrust bij diplomaten en politici die wijzen op onveranderd beleid in Boedapest.
De Europese Commissie blokkeerde in 2022 tot 22 miljard euro aan regionale fondsen voor Hongarije, vanwege zorgen over de rechtsstaat. Het land voldoet niet aan zogeheten ‘horizontale voorwaarden’ die worden gekoppeld aan de vrijgave van de regionale fondsen. Het gaat daarbij om voorwaarden op het vlak van academische vrijheid, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, asielrechten en lhbtiq+-rechten.
Het vooruitzicht dat Hongarije toch geld krijgt zonder de vereiste hervormingen door te voeren, heeft een groep van elf lidstaten – waaronder Duitsland en Frankrijk – gealarmeerd. Nederland, België, Luxemburg, Oostenrijk en Ierland spraken afgelopen maand expliciet hun zorgen uit. Maar veel kritische landen onthielden zich in juni van stemming. Finland en Zweden stemden tégen de maatregel. „Geen enkele euro uit de EU-begroting mag naar landen gaan die de rechtsstaat en andere EU-waarden niet naleven”, stelde Jessica Rosencrantz, de Zweedse minister van Europese zaken, eind juni tijdens een EU-top.
Zoveelste gijzeling
Een maand eerder stuurde een groep verontruste parlementariërs een brief naar de Commissie om de regering-Orbán volledig af te snijden van EU-fondsen. Woensdag presenteert de Europese Commissie de nieuwe meerjarenbegroting (2028-2034) van ruim duizend miljard euro, waar de regionale fondsen onderdeel van zijn. De ondertekenaars van de brief vinden de huidige gang van zaken onbegrijpelijk en vinden dat er geen enkele euro uit de EU-begroting naar Orbáns Hongarije mag.
„Von der Leyen, met al haar grootspraak over Orbán en de rule of law, pakt niet door als puntje bij paaltje komt”, zegt een van de ondertekenaars, Raquel García Hermida-van der Walle, Europarlementariër voor D66. Ze vervolgt: „Orbán gijzelt de Europese Unie, voor de zoveelste keer.”
García Hermida-van der Walle is daarbij niet te spreken over de positie van de Europese Volkspartij (EVP), de grootste partij in het parlement, die volgens haar een „achterkamertjesdeal” heeft gesloten met de Commissie en de Raad. „Ze willen niet dat Orbán het achterhouden van EU-middelen kan gebruiken om de sancties tegen Rusland te blijven blokkeren.”
Het zou niet de eerste keer zijn dat Hongarije profiteert van een dergelijke dooi. In 2023 gaf de EU 10 miljard euro vrij om Boedapest ertoe te bewegen een veto op Oekraïense steun te laten vallen. En in februari ontving Hongarije volgens diplomatieke bronnen al 157 miljoen euro door een wijziging in de uitgavenplannen van cohesiefondsen bedoeld voor regionale ontwikkeling.
Maar er speelt meer. De onvrede over regering-Orbán groeit in Hongarije. Naast ergernissen over vermeende corruptie, inclusief nepotisme binnen de kringen van Orbán, voelt de gemiddelde Hongaar het wanbeleid ten tijde van het 15-jarige premierschap van de autocratisch leider steeds scherper in de eigen portemonnee. De Hongaarse consumptie daalde vorig jaar tot het laagste niveau in de EU. De economische stagnatie geeft oppositieleider Péter Magyar – eveneens Europarlementariër binnen de EVP-fractie – wind in de zeilen. Zijn partij Tisza heeft inmiddels een duidelijke voorsprong in de peilingen op Orbán, in aanloop naar de landelijke verkiezingen van 2026.
García Hermida-van der Walle: „De EVP probeert hun man [Magyar] te beschermen. Want elke keer dat de EU zijn plicht doet, wordt dat ingezet als politiek wapen door Orbán.” Maar, vervolgt ze ontstemd: „De Europese begroting is hier niet voor bedoeld. Politieke partijkansen mogen nooit meespelen bij het verdelen van miljarden. Je wilt toch ook niet dat de EU Nederland wel of geen miljard uitkeert, omdat anders de PVV het wint van het CDA?”
Na het Brusselse zomerreces – dat eind juli aanvangt – volgt een definitieve stemming door het Europees Parlement over de gedeeltelijke vrijgave van opgeschorte middelen voor Hongarije.
In 1980 wordt een Joodse synagoge in Parijs gebombardeerd, met vele gewonden en vier doden tot gevolg. Even is een groep Franse neo-nazi’s verdacht, maar het onderzoek van de politie wijst geen duidelijke dader aan. Tot een gerenommeerde Franse onderzoeksrechter zich, gebrand op terrorismebestrijding, bijna 30 jaar later in de zaak vastbijt. Zo kan het gebeuren dat aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, in Ottowa, Canada, een nietsvermoedende sociologieleraar wordt opgepakt. Het is het begin van een jarenlange strijd om de waarheid, met aan de ene kant de vurige hoop op verlossing van het Franse trauma en aan de andere kant het onvermoeibare verweer van de verdachte. Twee onderzoeksjournalisten zochten uit: is de Libanees-Canadese Hassan Diab daadwerkelijk een terrorist, of een zondebok? Een grondige analyse van de systemische krachten die vrijkomen in de strijd tegen antisemitisch geweld.