Het 53ste Internationaal Film Festival Rotterdam is donderdag in de Doelen begonnen met de coming-of-agefilm Head South, het startschot voor elf filmdagen met 424 films. Onder andere Deborah ‘Blondie’ Harry en de koningin van Cannes 2023, de Duitse actrice Sandra Hüller, komen langs voor een ‘Big Talk’, Hüller lanceert tevens haar sinistere Auschwitz-film The Zone of Interest.
Elf filmdagen? Dat waren er tot dusver twaalf; ruim zeven procent minder budget plus inflatie dwingt ’s lands grootste filmfestival tot een ronde bezuiniging. Na de pandemie en een arbeidsconflict tussen festivaldirecteur Vanja Kaludjercic en haar staf in 2022 viel haar eerste niet-virtuele editie vorig jaar niet tegen, al dwong het budget – zo’n tien miljoen euro – tot minder films en het schrappen van de doordeweekse feestjes van Club IFFR in de Schouwburg. IFFR 2023 eindigde met 283.000 bezoeken, bijna een vijfde minder dan de 341.000 van de precorona-editie van 2020. Die krimp was in lijn met andere filmfestivals.
De essentie blijft overeind
Volledig herstel zit er dit jaar nog niet in nu de directie nog meer films en voorstellingen moet schrappen: 547 films in 2020 slonken via 455 vorig jaar tot 424 nu, de helft van de getoonde producties zijn lange speelfilms. Het festival claimt niet langer alle zalen van de deelnemende Rotterdamse bioscopen en huurt het complex De Doelen slechts gedeeltelijk af. Het festivalcafé wordt verplaatst naar de centrale foyer.
Toch blijft de essentie overeind: op IFFR ga je op een cinematografische wereldreis. Je kan veilig kiezen voor kwaliteitsfilms die straks in de filmtheaters draaien, geshockeerd raken door cultfilms of de Nederlandse Sundance-film Krazy House – of een gokje wagen met debutanten, experimenten en filmgeschiedenis, dit jaar Chileense diaspora-cinema na Pinochet. In Rotterdam kan je nog onbekende makers ontdekken én spreken, zoals de genres mixende gebroeders Manetti uit Italië of de queer filmmaker Scud uit Hong Kong.
Lees ook
Nederlandse ‘Krazy House’ is ‘de meest fucked up film’ van het Sundance-festival
Schuchtere scholier
Donderdagavond gaf festivaldirecteur Vanja Kaludjercic het startschot met Head South, een vrolijke, toegankelijke openingsfilm van de 61-jarige regisseur Jonathan Oglivie. In deze autobiografisch geïnspireerde coming-of-age vindt de schuchtere scholier Angus anno 1979 via (post)punk zijn eigenwaarde in het slaperige Christchurch, Nieuw Zeeland. Angus ziet gelaten het huwelijk van zijn ouders desintegreren: pa zit melancholiek te drinken terwijl ma bij gluiperds in sportwagens stapt. Betoverd door Johnny Rottens band Public Image Ltd besluit hij bassist te worden. Maar dan moet wel het haar eraf en gel – of desnoods glijmiddel – erin. En daarna is het zoeken naar een basgitaar en een band, alsmede akkoorden leren spelen. De bandnaam heeft Angus al: The Daleks, naar de „Exterminate!” krijsende robots van Dr Who.
Maker Jonathan Ogilvie werkte in special effects bij ondermeer Kubricks Full Metal Jacket voor hij filmmaker werd. Twee jaar geleden was hij in Rotterdam met het experimentele Lone Wolf, een thriller uit beelden van surveillance-camera’s. Opvolger Head South kabbelt aangenaam voort via running gags – onhandige Angus die allerlei hardware sloopt – en licht karikaturale personages: een snerende, vijandige alpha-punker, een seksueel uitdagende, pillen kauwende punk chick, een sympathieke grote broer achter de balie van de platenwinkel en een vinnig verlegen singer-songwriter in de dop.
Lees ook
Isabella Rossellini: ‘Ik speel meestal de exoot die komt binnenvallen’
Geringe impact
Wat Angus trekt in punk is wellicht zijn verdrongen woede over zijn afwezige moeder en fatalistische vader. Maar dat komt niet werkelijk uit de verf, omdat Jonathan Ogilvie kiest voor goedmoedige, soms kluchtige komedie over Angus’ koppige streven om voor vol te worden aangezien. De les: probeer gewoon iets. Ogilvie mist evenwel de finesse om zijn toon te moduleren; de als tragische uppercut bedoelde finale wordt zo haastig afgewikkeld dat de impact gering is.
Head South is een charmant, maar weinig uitdagend startschot; voldoende stof tot mopperen in De Doelen dus, zoals dat hoort bij een IFFR-opening. Waarna de cinematografische grabbelton van het 53ste IFFR wacht.