Column | Tere zieltjes kwetsen is nu een rechtse hobby

Donald Trump kan het schimpen niet laten. Ook niet in de New Yorkse rechtszaal waar hij zich onlangs moest verweren tegen een aanklacht wegens smaad. De klager, een vrouw die hem van aanranding beschuldigt en die sindsdien het mikpunt is van post-presidentiële tirades, is volgens hem „een mafkees”, een „psychisch geval”.

Als u zo doorgaat, laat ik u verwijderen, waarschuwde de rechter (een „Trump-hater”, aldus Trump). Eruit gezet worden? De kandidaat voor het hoogste ambt in de VS hief zijn handen, aldus een verslag. „Zou ik geweldig vinden.”

Ik moest aan Trump denken bij het lezen van de biografie van Theo van Gogh door Jaap Cohen, De Bolle Gogh. Geen straf, dat boek is prettig geschreven en rijk aan feiten. Maar ook nogal arm aan analyse. Na zeshonderd pagina’s vraag je je toch meer af dan alleen of Van Gogh het wel of niet heeft gedaan met zijn moeder (zoals hij zelf beweerde).

Vooral: wat zijn leven en werk nu hebben betekend, wat de invloed is geweest van dit nationale enfant terrible. Van zijn type humor, het op de polemische scheldlyriek van W.F. Hermans gemodelleerde treiteren, pesten, stalken en provoceren. En van zijn dood, op straat afgeslacht door een jihadist voor wie het allemaal geen retorisch spelletje of ironie was, maar menens: bloedige, fundamentalistische ernst.

Mogelijk was dat het einde van een tijdperk, dat van de ‘kom kijken, ze zijn weer aan het kwetsen’-cultuur die vanaf de jaren zestig opgeld deed met sick jokes en épater le bourgeois. Waar is die gebleven?

In Kill All Normies (2017) liet Angela Nagle zien dat die „transgressieve” humor, die zich verlustigt in het omver kegelen van ‘heilige huisjes’, allang van anti-burgerlijk links is overgenomen door radicaal-rechts. In de VS, maar ook in Nederland met GeenStijl als voortrekker. Politicoloog Merijn Ouden-ampsen plaatste Van Gogh in die wending, als exponent van honende kritiek op braaf-linkse ‘politieke correctheid’.

En dan kom je dus bij Trump. Lees eens hoe hij afrekende met zijn rivaal Ron DeSantis, een „wanhopige eunuch” die om „mammie’’ smeekte en die, nu Trump klaar met hem is, „als een gewond vogeltje uit de lucht valt”. Op Wikipedia zijn waslijsten te vinden van alle sneren, beledigingen en vernederende bijnamen (voor tegenstanders) waar Trump al jaren in grossiert. Politiek als malicieus theater, een sadistische one man show. Mandarijnen op napalm. Kus mijn cactus.

Trump is geen libertijn zoals Van Gogh, integendeel. En ook hem is het menens. Nog een verschil. Biograaf Cohen verbaast zich over de combinatie van kwetsen en empathie bij Van Gogh (ook niet zo gek, diep kwetsen veronderstelt inlevingsvermogen). Die ontbreekt bij Trump. Wel dat plezier in vernederen, maar nul empathie.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een -column.