Ga alvast scheiden, vergeet de planning en doe het gewoon niet: dit zijn de beste tips om een horrorverbouwing te overleven

Vorige week schreef over het leed dat verbouwen heet. Deze week geeft ze tips hoe je een verbouwing overleeft.

Illlustratie Tomas Schats
Illlustratie Tomas Schats

Weten jullie nog, vorige week? Toen schreef ik over het leed dat verbouwen heet. Over onbetrouwbare aannemers, leidingen die niet gefreesd zijn als de vloer er al in ligt en abusievelijk verwijderde draagmuren.

Een lezer schreef dat ze na het lezen niet meer verder durft met haar verbouwing en het liefst in foetushouding in bed zou gaan liggen. Een tweede vroeg zich af „waarom er wel fokprogramma’s zijn voor panda’s, maar niet voor aannemers”, en een derde schold me uit voor „optimist”.

Het leek me dan ook goed deze week tips te geven hoe je een horrorverbouwing overleeft. Misschien helpt het mensen nog net op de valreep van een totale inzinking.

1

Kijk voordat je begint eerst een seizoen Help, mijn man is klusser! van RTL.

Voor wie daar nu nog om moet lachen: zo worden jullie straks ook.

2

Een verbouwing laat zich niet plannen.

Om toch een idee te krijgen van tijd en kosten suggereerde een lezer om bij drie aannemers een offerte aan te vragen en die bij elkaar op te tellen – inderdaad, alles duurt drie keer zo lang en is drie keer zo duur.

3

Een ‘expert’ in de arm nemen heeft geen zin.

Zoals een bouwplanner of architect die een ‘waterdicht contract’ kan opstellen met ‘boeteclausules’. Geloof me, het helpt je niets.

Want wat doe je als je bouwplanner ruzie krijgt met je aannemer? Laat staan dat je überhaupt een aannemer vindt die met een ‘waterdicht’ contract akkoord gaat. En wat doe je als hij zich er vervolgens niet aan houdt? Een rechtszaak? En wie maakt je huis dan af?

Veel beter is het om maar gewoon te accepteren dat je aan je aannemer bent overgeleverd. Het enige wat je kan doen, is vooraf googelen en referenties bekijken. Maar zelfs dan is een verbouwing als het leven zelf – er is geen enkele garantie op succes.

4

Laat alles slopen – het gaat toch kapot.

Fornuizen onder de verf, wc-brillen in tweeën, „o moesten die wastafels er niet uit?” – bouwvakkers walsen overal overheen. Denk dus niet dat je een stukje van je huis kan verbouwen met een zeiltje over de rest – haha, nee joh.

Sla liever het dak eraf, sloop alle muren en ga voor de totaalverbouwing. Of nog beter: blaas je huis helemaal op voor je begint. Daarna kan het alleen maar beter worden.

5

Blijf nooit in je huis wonen tijdens een verbouwing!

Huur een tijdelijke woning, alsjeblieft. Ik weet dat dat klauwen met geld kost, maar maanden in het stof, gedril, geboor en keiharde muziek houdt echt niemand vol.

6

Zorg wel dat je dag en nacht op de bouwplaats bent.

Anders gaan aannemers ‘uitdagingen’ zelf oplossen. En zit je wasmachineleiding ineens „iets naar rechts” zodat je dure inbouwkast niet meer past, heb je geen inloopdouche meer omdat een muurtje „vergeten” is, of is je woonkamer ineens geverfd met de verf van de kinderkamer. Verbouwen is twee jaar lang, 24 uur per dag alert zijn.

7

Neem dus een sabbatical van minstens twee jaar.

Iedereen die denkt naast een verbouwing nog een leven te kunnen leiden, moet ik teleurstellen. Een vriend mailde dat er nog eerder ‘verbouwingsverlof’ zou moeten zijn dan zwangerschapsverlof, en gelijk heeft-ie. Want in vergelijking met het uitleggen van je gewenste visgraatvloer aan een Roemeen is het vervangen van een luier om drie uur ’s nachts echt peanuts.

8

Over klauwen met geld gesproken – win de Staatsloterij.

Dat is echt de enige manier om alle kosten op te kunnen vangen van al het werk dat de eerste en tweede keer verkeerd gaat en opnieuw moet, van alle ‘bouwmissers’ en van alle stookkosten voor straalkachels, bouwdrogers en de vloerverwarming die weken moet loeien terwijl de deur openstaat – oeps. O ja en zorg voor een constante toevoer van cola, koffie, snoep, chips, appeltaart, frikandellen, rijsttafels en bier. Om de bouwers tevreden te houden.

9

Betaal nóóit de kosten van de hele verbouwing in één keer.

Maar altijd in termijnen voor elke fase die af is. Zo heb je, als je aannemer ineens verdwenen is, in ieder geval (een gedeelte van) je geld nog.

10

Ga voor de verbouwing alvast scheiden.

Dan ga je als vrienden uit elkaar. Is ook fijner voor de kinderen.

11

En investeer in je buren!

Licht ze tijdig in, bereid ze voor op het ergste en koop ze om. En dan bedoel ik niet met ‘een bloemetje’ of ‘een bon van de snackbar’ die lezers opperden. Nee, dan bedoel ik grote sommen geld en elke week minstens 150 rozen. Dit zijn de mensen wier leven jij de komende twee jaar tot een hel gaat maken.

12

Verlaag je verwachtingen.

Een verbouwing is compromissen sluiten tot je een ons weegt. Laat je ‘droomhuis’ dus los. Een gat in de vloer is ook een prima toilet, als je maar een dak boven je hoofd hebt, als de gasleiding ontploft, ga je elektrisch koken – dat werk. Elke verbouwing waarbij uiteindelijk het dak niet lekt, is een geslaagde verbouwing.

13

Achteraf heb je altijd spijt.

Dat je tóch verder had moeten uitbouwen, toch de keuken aan de voorkant had moeten maken in plaats van in het midden, toch die glazen pui met zwarte omlijsting had moeten skippen omdat die nú al gedateerd aandoet – accepteer dat vooraf alvast.

14

Doe het niet!

Is je huis nou echt zo vreselijk? Je hebt er jaren gewoond dus de komende twintig jaar kunnen er ook nog wel bij. Zie ook punt 1 tot en met 13.

15

Aan de andere kant: later lach je erom.

En niets is zo heerlijk als je horrorverhalen delen. Het is net als met vakanties: waar heb je het over dertig jaar nóg over? Niet over je rimpelloze reisjes naar Italië, maar over de kakkerlakken in Jordanië, de diarree in India en dat hotel in Syrië waar Russen ’s nachts op de gang wapens stonden te dealen. Ja toch? Nou dan. We leven nog, we lachen nog en we hebben elkaar nog, hou vol.

Het is maar een verbouwing!

Hoe was jouw week? Tips voor Japke-d. Bouma via @Japked op Twitter.