Wat vindt NRC | Overgewicht tegengaan vraagt meer dan goede intenties

Het Nationaal Preventie-akkoord uit 2018 sorteert te weinig effect, bleek vorige week uit ramingen van het RIVM. De bevolking is sinds 2018 gemiddeld niet slanker geworden maar zwaarder. Ze is wel iets minder alcohol gaan drinken en minder gaan roken – maar ook op die gebieden worden de ambities uit het akkoord voor 2040 niet gehaald.

In dat jaar zal 55 procent van de volwassenen en 14 procent van de kinderen overgewicht hebben, voorspelt het RIVM. Bedoeling was dat dan nog hooguit 38 procent van de volwassenen en 9,1 procent van de kinderen dat zou hebben.

Veel stelden de preventiemaatregelen in het akkoord dan ook niet voor. Verhoogde belasting op suiker en vet is er niet gekomen. Wel op tabak. Verlaging van de btw op groenten en fruit, van 9 tot 0 procent, is ook nog niet gelukt. Sport- en schoolkantines moesten een ‘gezonde omgeving’ worden en men moest ‘meer’ gaan bewegen. Mooie intenties, ondertekend door maar liefst 72 organisaties. Maar intenties zijn het gebleven. Dwingende maatregelen voor voedings- en drankproducenten en winkelketens zijn amper opgelegd. Liever afspraken met organisaties dan wettelijke verboden, zei de VVD erover in de Tweede Kamer in 2019. De overheid mag de burger nooit voorschrijven hoe hij moet leven, zei de PVV.

Verrassend zijn de ontwikkelingen dan ook niet. Je hoeft maar in NS-stations te kijken, waar frituur, zoet en frisdrank de schappen domineren. Zo ook op scholen, in sportkantines en zelfs ziekenhuizen. Elektrisch fietsen – waar je je minder voor hoeft in te spannen dan bij gewoon fietsen – is razend populair. En eten bestellen, thuis, zonder dat je de deur uit hoeft, laat staan te koken, doet men sinds de coronapandemie nog meer dan ervoor.

Critici van het preventieakkoord wijzen op de economische gevolgen van de groeiende obesitasepidemie: de Samenwerkende Gezondheidsfondsen, bijvoorbeeld, die het akkoord hadden ondertekend, zijn bezorgd dat met de huidige (geringe) maatregelen de ziektelast in Nederland alleen maar toeneemt. Nu al zijn roken, drinken en overgewicht verantwoordelijk voor 35.000 doden en 9 miljard euro aan zorguitgaven per jaar. „Een vitale economie is afhankelijk van gezonde Nederlanders”, zeggen zij.

Tegelijk zijn de oorzaken voor een ongezonde leefstijl goeddeels economisch, of in elk geval sociaal-economisch. De statistiek laat zien dat bewoners van de sociaal zwakke regio’s van Nederland gemiddeld zwaarder zijn dan die van de rijkere regio’s: in Limburg, West-Brabant, Rotterdam, Flevoland, Zaanstreek en Drenthe heeft 53 tot 57 procent van de inwoners overgewicht. Alleen in het Gooi, de regio’s Utrecht en Amsterdam geldt dat voor minder dan 43 tot 45 procent van de bevolking. De levensverwachting, in goede gezondheid, is in die regio’s gemiddeld 13 jaar hoger dan die in armere streken.

Ook andere oorzaken voor het falen van het Preventieakkoord zijn economisch en politiek: de belastingen die grote voedingsconcerns en supermarktketens opbrengen zijn immens. Hen dwingen om consumenten niet te verleiden maar juist te doen matigen, zou een heel sterke overheid vragen. Die is er tot nu toe niet geweest.

Grote groepen mensen subtiel beïnvloeden en ambitieuze intenties uitspreken, waren het devies. Als Nederland de toename van welvaartsziektes wil tegen gaan, zijn harde ingrepen nodig.