Assad-handlanger krijgt celstraf: ‘Dit is een voorbeeld voor oorlogsmisdadigers overal ter wereld’

Op een winternacht in 2013 werden twee Palestijnse mannen in de Syrische provincie Aleppo afgevoerd naar een detentiecentrum van de beruchte Luchtmacht Inlichtingendienst van het Assad-regime. De mannen werden er gruwelijk gemarteld en vluchtten na hun vrijlating naar Zweden. Daar hoopten ze jarenlang op iets van gerechtigheid voor wat hen was aangedaan.

Nu is die dag er. Maandagmiddag veroordeelde de rechtbank in Den Haag een 35-jarige man uit Syrië tot twaalf jaar gevangenisstraf voor betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Mustafa A., die in 2020 in Nederland aankwam, was volgens de rechtbank betrokken bij zeker één van de bovenstaande arrestaties en medeplichtig aan de marteling. Hij was actief binnen shabiha-groepen (paramilitaire bewegingen aan de kant van het regime) en had hij een ‘leidende rol’ binnen de pro-Assad-militie Liwa al-Quds.

De uitspraak valt historisch te noemen. In de eerste plaats omdat het voor het eerst is dat een Nederlandse rechtbank een handlanger van het Assad-regime veroordeelt. Daarnaast omdat de veroordeling een belangrijk precedent kan scheppen in soortgelijke zaken in de toekomst.

Naar verluidt martelden de beulen met brandende sigaretten en elektriciteit

Dat komt onder meer doordat de rechtbank Liwa al-Quds in haar uitspraak aanmerkte als een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Dat oordeel baseerden de rechters mede op Liwa al-Quds’ deelname aan Assads „stelselmatige en wijdverbreide aanval op de burgerbevolking” – iets wat overigens voor nog veel meer milities en shabiha-groepen geldt.

Diens leden lopen vrij rond in Europa, berichtte NRC al eind 2020 in een uitgebreid onderzoek naar drie van deze Assad-handlangers in Nederland, van wie één eveneens bij Liwa al-Quds zat. Hun vervolging is echter moeilijker dan die van bijvoorbeeld uit Syrië gevluchte jihadisten. Waar die laatste veroordeeld kunnen worden voor lidmaatschap van een terreurgroep, staan de pro-Assad-milities veelal niet op terreurlijsten. Dat de rechtbank in Den Haag zo’n militie nu heeft aangemerkt als ‘criminele organisatie’, biedt mogelijkheden in eventuele toekomstige zaken.


Lees ook
In Syrië groeit het protest tegen president Assad: ‘Het regime kan niet voorzien in eerste levensbehoeften’

Betogers <strong>demonstreren</strong> vrijdag in de Syrische stad Sweida, in de gelijknamige provincie, tegen onder meer de stijgende brandstofprijzen. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/assad-handlanger-krijgt-celstraf-ac280c298dit-is-een-voorbeeld-voor-oorlogsmisdadigers-overal-ter-wereldac280c299.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=Geen dwang of spijt

Dat werd hoog tijd, zegt de Syrische onderzoeker Ali Aljasem van de Universiteit Utrecht, want het geweld van Assads handlangers doet geenszins onder voor dat van jihadisten. „De shabiha en milities die eruit voortkwamen hebben een onmisbare rol gespeeld in het arresteren, martelen en uitmoorden van regime-opposanten. Zij zijn in grote mate verantwoordelijk voor de geweldsspiraal waar Syrië daarna in belandde.”

De casus van Mustafa A. illustreert dat. Hij is een stateloze Palestijn en woonde in het Palestijnse vluchtelingenkamp Al-Nayrab buiten Aleppo. Toen in 2011 de opstand tegen president Assad uitbrak, sloot hij zich aan bij de shabiha-groepen die andere Palestijnen in het kamp oppakten en overdroegen aan de veiligheidsdiensten. Duizenden burgers die zo uit het kamp verdwenen, keerden nooit meer terug. Mustafa A. droeg daaraan bij en kreeg later een prominente rol in de Liwa al-Quds-brigade die uit deze milities voortkwam. Van dwang of spijt lijkt weinig sprake: zo verschijnt hij in 2016 in een Facebook-post met foto’s van levenloze lichamen. „We waren aan het chillen”, staat in het bijschrift, aldus het OM.

Later in de oorlog had het regime minder behoefte aan de shabiha. Hun positie verslechterde en veel van hen vertrokken naar Europa. Zo ook Mustafa A., die in 2019 uit Syrië vertrok en in 2020 in Nederland aankwam. Zijn vrouw en kinderen volgden twee jaar later via gezinshereniging. De vrouw wil inmiddels van hem scheiden.

Herkend door Syriërs

In mei 2022, vlak na de komst van zijn familie, stond de politie voor de deur van A.’s woning in Kerkrade. Al ruim anderhalf jaar daarvoor had het Team Internationale Misdrijven (TIM) van de politie tips gekregen van Syriërs die A. herkend hadden. Daarop bouwde TIM een zaak tegen hem op, mede dankzij de hulp van de Syrische mensenrechtenorganisatie SCM, die slachtoffers en getuigen opspoorde, en de Nuhanovic Foundation, die hen juridisch bijstond.

Eén van de slachtoffers die op die winternacht in 2013 mede door Mustafa A.’s toedoen werd afgevoerd, vertelde de politie over zijn marteling. Na meerdere dagen met zo’n honderd andere gevangenen in een ondergrondse cel te hebben gezeten, werd hij naar eigen zeggen tientallen keren naar boven geroepen en tientallen keren op de onderkant van zijn voeten geslagen, waarna zijn beulen hem dwongen om de kamer rond te springen. Ook drukten ze sigaretten uit op zijn hoofd en elektrocuteerden ze hem aan zijn tenen. Na zijn vrijlating belandde hij in een coma en moesten zijn tenen worden geamputeerd.

De rechters namen de details van de marteling maandagmiddag op in hun uitspraak, die NRC via een livestream bijwoonde. Het Palestijnse slachtoffer was daarbij zelf echter niet aanwezig. Hoewel hij hier lang naartoe had geleefd, kon hij het vanwege de oorlog in Gaza niet opbrengen deze en een eerdere zitting bij te wonen, aldus zijn advocaat. De Israëlische bombardementen op Gaza en het gebrek aan internationaal optreden hiertegen hadden „het bestaande trauma bij cliënt opgerakeld”.

Wel liet de Palestijn zijn advocaat bij een eerdere zitting een boodschap voorlezen. „Uw uitspraak [heeft] een voorbeeldfunctie […] naar oorlogsmisdadigers overal ter wereld. Er kan een dag komen dat je je voor de rechter moet verantwoorden. Ook als je dacht veilig te zijn van strafvervolging, omdat je je had aangesloten bij de machtigste partij.”


Lees ook
Hoe een Arnhemmer verdween in een martelcel van Assad

Hoe een Arnhemmer verdween in een martelcel van Assad