Een nieuwe tempel in de Noord-Indiase plaats Ayodhya is pas deels af en telt momenteel alleen de begane grond, maar leidt desalniettemin nu al tot politieke ophef. De hindoeïstische Ram Mandir-tempel werd maandag officieel met religieuze rituelen geopend door priesters. Daar was ook een bijzondere gast bij: de Indiase premier Narendra Modi.
De tempel voor de god Ram staat op de plek waar eerder een zestiende-eeuwse moskee, de Babri Masjid, stond en is daarmee omstreden. De moskee werd in 1992 verwoest door hindoeïstische bendes, wat destijds tot landelijke rellen leidde. Zeker tweeduizend mensen kwamen om het leven. Critici beschuldigen Modi ervan een verkiezingsstunt van de opening te maken. Indiërs gaan in april en mei – iedere staat stemt op een eigen moment – naar de stembus. Modi hield bij de opening een toespraak voor de duizenden hindoes die zich op het plein voor de tempel hadden verzameld.
Volgens de Indiase oppositie is de tempelopening een poging van Modi hindoeïstische kiezers voor zich te winnen. Modi’s Bharatiya Janata-partij (BJP) is fervent uitdrager van het zogeheten hindoenationalisme, dat sinds India’s onafhankelijkheid in 1947 meerdere oplevingen kende. Daarbij wordt vaak teruggegrepen op de afscheiding met het islamitische Pakistan in hetzelfde jaar. Een volksverhuizing die tussen de landen op gang kwam, had vele doden tot gevolg. In India is momenteel 80 procent van de bevolking hindoe, zo’n 15 procent hangt de islam aan.
Lees ook
Moslims vrezen onder Modi hun plek in India te verliezen
Hindoenationalisme
Onder sommige groepen in India is momenteel ook hindutva populair. Deze extreme vorm van hindoenationalisme verheerlijkt de religie en heeft tot uiteindelijk politieke doel om van India een totaal hindoeïstische staat te maken – momenteel is het officieel seculier. Aanhangers van hindutva zien moslims en christenen veelal als indringers van India en tweederangsburgers. Geweld wordt daarbij niet altijd geschuwd.
Dit gedachtegoed wordt verspreid door een netwerk van lokale organisaties. Zij doen bijvoorbeeld maatschappelijk werk, maar hiertoe behoren ook militante groepen of knokploegen. Modi’s BJP, die sinds 2014 aan de macht is, wordt gezien als de politieke tak van een van de grootste hindutva-netwerken. Tot dit netwerk behoren ook paramilitaire organisaties. Raqib Hameed Naik, analist en beheerder van de website HindutvaWatch, vertelde eerder tegen NRC dat het hindoenationalisme meer mainstream is geworden sinds Modi’s winst in 2014.
‘Goddelijk India’
De Ram Mandir-tempel in Ayodhya kreeg in de jaren negentig al aandacht van de BJP, toen er een beweging ontstond om op de plek van de oude moskee een hindoeïstische tempel te bouwen. Hindoenationalisten geloven dat Ayodhya de geboorteplaats van hun god Ram is en dat moslims hun moskee in de zestiende eeuw precies op die plek bouwden. Het Indiase Hooggerechtshof maakte in 2019 een einde aan het lange gronddispuut en wees de locatie toe aan de hindoes. Moslims kregen een stuk grond buiten de stad om daar een moskee te bouwen.
In zijn toespraak aan de menigte die zich maandag rond de tempel had verzameld, prees Modi de Indiase rechtspraak en de toekenning van de grond aan de hindoes. Hoewel hij de islamitische geschiedenis van de plek niet noemde, verwees Modi wel naar het hindoenationalisme door te spreken van een „goddelijk India”. „Vanaf dit moment doen we de belofte om een India op te bouwen dat niet alleen zelfredzaam is, maar ook resoneert met grootsheid en goddelijkheid”, aldus Modi.
De opening van de tempel heeft vooralsnog niet tot onrust of geweld geleid. Wel zijn politiek analisten en politicologen beducht op geweldsuitbarstingen in de aanloop naar de landelijke verkiezingen van dit voorjaar. „Juist via geweld weten hindoenationalisten aanhangers aan zich te binden”, zei Naik van HindutvaWatch eerder tegen NRC.
Lees ook
Niet elke god is geliefd in het ‘land van de goden’