Vijf jaar geleden noemde voor het eerst een meerderheid van Nederlanders zich niet religieus. Toch zal misschien zelfs de meest geharde atheïst zich niet op zijn gemak voelen aan de Goddeloze Singel – en spontaan bijgelovig worden als hij of zij de verhalen hoort die over deze duister genaamde weg de ronde doen.
De weg bij het Friese dorp Veenwouden/Feanwâlden, eigenlijk Goddeloaze Singel geheten, dankt zijn naam aan een tolhuis dat hier in de 19e eeuw stond. Dat stond midden op een sinds de middeleeuwen belangrijke handelsroute die liep van Rinsumageest naar Burgum. Vanaf 1812 woonde tolbaas en notoir driftkikker Gerben Boskma in het tolhuis. Vanwege zijn harde optreden en vermoedens dat hij een moordenaar was, sprak men wel van Gerben Goddeloos en van het Goddeloze Tolhuis – al is niet duidelijk of dat laatste al eerder zo genoemd werd.
Riekend naar zwavel…
Daar houdt het verhaal niet op. Gerbens zoon Hjerre liep eens ’s avonds in het donker terug naar huis. Halverwege de Goddeloze Singel zag hij een groot vuur, waarin hij een paardenvoet ontwaarde. Aan omdraaien dacht Gerben niet: „Ik lever mijn broodnodige nachtrust niet in voor een gebraden paardenvoet!”, zei hij volgens lokale folklore tegen zichzelf. Hij rende langs het vuur, maar voelde een onzichtbaar wezen naast zich lopen, hijgend en riekend naar zwavel. Eenmaal thuis zag hij zo bleek dat zijn vader vroeg of hij God had gezien. Gerben schudde zijn hoofd en zei: „Het was de duivel.”
Meer spookverhalen
Dit is niet het enige spookverhaal dat circuleert rond de Goddeloze Singel. Zo zou er een schaatser ’s avonds door het ijs zijn gezakt, maar een geest weerhield mensen ervan om hem te redden. De duivel zou er vaker verloren zielen in het water smijten. Een overleden misdadiger die in zijn graf geen rust kon vinden zou zich in de gedaante van een zwarte hond rond de weg ophouden.
Lange tijd meden mensen de singel, zeker als het donker was. Er zouden dan witte wieven, dwaallichtjes en de dood in hoogsteigen persoon zijn gespot. Veel van de volksverhalen werden opgetekend door Jacob Hepkema (1845 – 1919). Mogelijk vond rond die tijd veel criminaliteit rond de Goddeloze Singel plaats, wat de griezelverhalen weer aanwakkerde. Het Goddeloze Tolhuis werd in jaren dertig afgebroken, maar de omineuze verhalen bleven ook erna rondgaan.
Brug de ‘Schele Pijp’
Een speciale rol speelde de Skilige Piip (Schele Pijp), een brug die tot 2015 over het water van de Goddeloze Singel liep. In een verhaal dat doet denken aan A Christmas Carol van Dickens begroef een oude vrek zijn vermogen rond kerst en vroeg de duivel dit te bewaken. Hij stierf en streekgenoten zochten naar de schat, maar die zonk steeds dieper weg in de bodem. De geest van de oude man blijft rond zijn voormalig huis spoken.
Wat dat niet thuis voelen aan de Goddeloze Singel betreft, zit het wel snor. De lange weg is een populaire fietsroute en onderdeel van het beroemde Kloosterpad, maar kent geen huisnummers. Wie al die goddeloosheid maar eng vindt, kan beter terecht in het verderop gelegen Franeker. Daar ligt in de binnenstad een keurig straatje met de naam Godsacker.