Het stroomt en borrelt weer op de Veluwe – ‘ik vind dit echt helemaal geweldig’

‘Ongekend prachtig systeemherstel in het Veluwemassief”, schreef Maarten Veldhuis van Waterschap Vallei en Veluwe op 4 januari op X. „De grootste zoetwaterbel van Nederland kent al circa 50 jaar een licht dalende trend, maar de recordneerslag van 2023 heeft een enorme boost gegeven.”

Bijgevoegd is een filmpje waar de natheid vanaf spat. Er stroomt veel water door de Gravinnebeek, zo toont Veldhuis. Het is een lieflijk sprengenbeekje in het oude beukenbos bij Eerbeek, onder Apeldoorn. Vrijwel nooit stroomt er water in, op deze plek. Nu stort het water zich onder luid geruis van een waterval af – een stenen relict van een papiermolen uit 1718. Verderop mondt de Gravinnebeek nu uit in de Eerbeekse Beek. Dat is voor het eerst in minstens 30 jaar, aldus Veldhuis: normaal gesproken is het beekwater ver voor dat punt alweer weggezakt. Terug naar het grondwater.

Het brult eruit. Ik heb nog nooit zoiets gezienMaarten VeldhuisWaterschap Vallei en Veluwe

„Het is waanzinnig, wat hier nu gebeurt”, vertelt Veldhuis aan de telefoon. „Overal stroomt water. Het brult eruit, aan de flanken. Ik heb nog nooit zoiets gezien.”

Bij de Veluwe denken we vooral aan hoge, droge zandgronden. Het gebied is een complex van stuwwallen dat ontstond tijdens de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden. Het bestaat grotendeels uit zand en ligt gemiddeld zo’n honderd meter boven zeeniveau. „Je zou niet zeggen dat het eigenlijk een van de natste plekken van Nederland is”, zegt Veldhuis. „Wie op de Veluwe staat, heeft zeven keer meer water onder zijn voeten dan er in het hele IJsselmeer zit. Het is een grondwaterbel van vijftig meter hoog: één grote regenton.”

Bovenop is de Veluwe over het algemeen vrij droog: de grondwaterbel ligt zo’n tien tot vijftig meter onder de grond en regenwater zakt snel weg. Maar aan de flanken komt het water weer tevoorschijn, door de waterdruk van bovenaf. „Dat is altijd zo, ook in droge jaren”, vertelt Veldhuis, „want er zit een enorme vertraging in het systeem. Deels komt het water al na een jaar weer naar boven, maar andere stromen kunnen daar honderden jaren over doen. Het is altijd een mix van ‘jong’ en ‘oud’ water.”

Watermolens

Ook in droge jaren heb je dus natte gebieden op de Veluwe. Bijvoorbeeld het Wisselse Veen, bij Epe: een veengebied op een helling, waar spontaan water uit de grond komt. Vanaf 1910 is het ontwaterd voor de landbouw, maar sinds 1993 is het teruggeven aan de natuur. „Daar ligt nu alweer een veenpakket van een halve meter dik”, vertelt Veldhuis. „En dan heb je natuurgebied Bloemkampen, aan de noordkant van de Veluwe, waar de natte hooilanden weer floreren. Er zijn sloten gedempt en stuwen gezet zodat het grondwaterniveau weer kan stijgen.”

Het is een bijzondere hydrologie, vindt Veldhuis. De Veluwers hebben er in het verleden creatief gebruik van gemaakt. „Tussen de 16de en de 19de eeuw hebben ze een netwerk van beken gegraven, de zogeheten sprengen”, vertelt hij, „om dat kwelwater van de flanken te verzamelen en zo’n 250 watermolens mee aan te drijven. Cultuurhistorisch gezien echt uniek in de wereld.”

Bijna overal zijn die sprengenbeken nog te zien, hersteld door het waterschap en noest vrijwilligerswerk. Veel trajecten zijn ‘opgeleide beken’, die boven het maaiveld liggen, met een flauwer verval dan het landschap. Daardoor gaven ze het water meer valkracht bij de molens, die van bovenaf werden aangedreven. Daarnaast zijn er natuurlijke beken die van oudsher regenwater afvoeren, zoals de Leuvenumse Beek en de Barneveldse Beek. Maar al die beken zijn in recente tijden steeds minder water gaan voeren. Sommige staan vaak droog.

Waterranonkel en dubbelloof

„De hydrologie is een optelsom van neerslag, verdamping en onttrekking”, doceert Veldhuis. „Op de Veluwe is nu anderhalf keer zoveel verdamping als twee-, driehonderd jaar geleden. Dat komt doordat de heide en stuifzanden zijn beplant met bomen, waarvan vooral sparren relatief veel water verdampen.” En er wordt ook veel grondwater onttrokken, merkt hij op: door waterbedrijven en de industrie, maar ook doordat er op de flanken van de Veluwe diepe sloten zijn gegraven om boerenland te draineren. Ook de aanleg van de diepe Flevopolders heeft een zuigende werking op het Veluwse grondwater.

Het gevolg is dat het grondwaterpeil daar langzaam is gezakt. Al decennialang zien kenners de natuur verdrogen. „Want die heeft ook jonger water nodig”, verklaart Veldhuis. „In de extreem droge zomers vanaf 2018 ging je dat extra zien. Toen vielen er overal sprengen en beken droog, de ‘thermometers’ van het grondwater. Je kon zien dat het systeem labiel begon te worden.”

Foto’s: Flip Franssen

Doodzonde, vindt hij, want dat systeem waarborgt een unieke verzameling planten- en dierenleven. Waterranonkel en dubbelloof, een zeldzaam varentje. Bedreigde vissoorten als elrits, beekprik en rivierdonderpad. Het beekmijtertje, een feloranje paddenstoeltje dat alleen groeit op dood plantenmateriaal in een laagje heel schoon water. En natuurlijk allerlei libellen. „Allemaal soorten die kwetsbaar zijn voor verdroging”, zegt Veldhuis, „en die niet snel weer terugkomen als ze eenmaal zijn verdwenen. Vandaar dat ik nu zo lyrisch ben over die regenval. Ik vind dit echt helemaal geweldig.”

In 2023 viel er misschien wel zo’n 300 miljoen kuub méér regenwater op de Veluwe dan in een normaal jaar. „Dat komt neer op een dubbele hoeveelheid aanvulling van het grondwater. Daar gaan we nog heel wat jaren plezier van hebben. Al zal het effect in elk beeksysteem anders zijn. En daarvan hebben we er wel honderd, alleen al op de Veluwe.”

Waar de grondwaterstand normaal gesproken meters onder het maaiveld staat, blijven nu waterplassen staan, zoals op het Hulshorsterzand. En de natuurlijke beken én de sprengenbeken kolken dat het een lieve lust is. „Nu is de grote uitdaging dat we dat water zoveel mogelijk vasthouden, lager in het gebied waar veel sloten zijn gegraven. Dus niet meteen alles weer afvoeren.”

In de omliggende landbouwgebieden moeten we volgens Veldhuis een hogere grondwaterstand gaan accepteren – en dus de diepe sloten die Veluws grondwater onttrekken, durven verondiepen of sommige zelfs dempen. „Het is hoog tijd dat we dat natuurlijke watersysteem weer de ruimte geven. Dan krijgen we vanzelf een veerkrachtig watersysteem dat beter bestand is tegen droge zomers.”

Foto Flip Franssen