Leg gewoon de Sahara vol zonnepanelen, dan is het klimaatprobleem zo opgelost. Dit argument doet het vooral op borrels goed. Wie iets langer nadenkt komt al gauw uit bij praktische bezwaren, zoals de hoeveelheid water om de panelen stofvrij te houden, en de vraag hoe je de energie op de plek krijgt waar je het nodig hebt. Er is een nieuw tegenargument: zulke gigantische zonneparken beïnvloeden met hun bestaan de wolkenvorming. Ten negatieve. Het gevolg van een gigazonnepark op de ene plek, is dat op andere plekken op aarde veel minder zonne-energie kan worden opgewekt.
Dit blijkt uit een computersimulatie waarover Chinese en Zweedse wetenschappers schreven in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications Earth and Environment.
Op een bewolkte dag levert een zonnecel minder op, doordat een groot deel van het zonlicht de cel niet raakt. Het verschil kan zo 75 procent zijn.
Wat zou er nou gebeuren als er echt gigazonneparken verschijnen? Ter grootte van hele landen, en bij elkaar misschien wel ter grootte van een heel continent?
Een zonnepaneel is donkerblauw of zwart van kleur. Door die kleur zal het straling absorberen, en dus warm worden. Als ineens miljoenen zonnepanelen heel warm liggen te zijn, dan wordt ook de lucht erboven flink warmer. Oftewel, het gebied rond het gigapark warmt op.
Als 20 procent van de Sahara uit zonnepaneel bestaat, dan wordt dat een hittebron die wereldwijd impact heeft. Regenval van de tropen zou naar de woestijn opschuiven, die als gevolg groener zou worden. 50 procent
Dit alles heeft invloed op het gedrag van wolken wereldwijd. Onder meer het Midden-Oosten, Zuid-Europa, India, Oost-China, Australië en het zuidwesten van de VS worden bewolkter, wat kan resulteren in 5 procent minder opgewekte energie. Het omgekeerde gebeurt in onder meer Midden- en Zuid-Amerika, het Caribisch gebied, Midden- en Oost-Amerika, Scandinavië en Zuid-Afrika.
Toen de onderzoekers de effecten simuleerden van enorme zonneparken in Centraal-Azië, Australië, het zuidwesten van de VS en het noordwesten van China leidde elk van die parken tot klimaatveranderingen elders. Gigazonneparken die een groot deel van de Australische outback bestrijken, zouden het bijvoorbeeld zonniger maken in Zuid-Afrika, maar bewolkter in Groot-Brittannië, vooral in de zomer. Hoe meerdere gigaparken op elkaar zouden inwerken hebben de onderzoekers dan weer niet doorgerekend.
Overigens moeten de parken wel echt héél gigagroot zijn. ‘Slechts’ 5 procent van de Sahara vol leggen zorgt niet voor een significant wereldwijd wolkeneffect.
En toch moet het onderzoek niet lacherig terzijde geschoven worden, schrijven de onderzoekers op het blog The Conversation: „In een wereld waarin bijna elke regio in zonne-energie investeert en er afhankelijker van wordt, kan een complex web van afhankelijkheden, rivaliteit en kansen ontstaan. Het geopolitieke manoeuvreren bij de bouw van zonne-energieprojecten door bepaalde landen kan het potentieel voor zonne-energie tot ver over hun nationale grenzen beïnvloeden.”