Kort voor de Republikeinse voorverkiezingen komende week beginnen in Iowa, met ex-president Donald Trump als torenhoge favoriet, doen twee van zijn – schaarse – interne critici nog één poging om de wereld voor een tweede termijn van Trump te behoeden. Tegelijkertijd nemen de boeken over Mitt Romney en van Liz Cheney een voorschot op de geschiedschrijving over deze periode in Amerika en de Republikeinse Partij in het bijzonder. Weet dat ik aan de juiste kant stond, roepen de twee conservatieve politici. En dat ik mijn best heb gedaan om Trump te stoppen.
McKay Coppins: Romney. A Reckoning. Free Press, 416 blz. € 16,99
Romney was de enige Republikeinse senator die twee keer voor de impeachment van Trump stemde. Cheney leidde als lid van het Huis van Afgevaardigden het onderzoek naar Trumps verkiezingsfraudeleugens en het dodelijke geweld van 6 januari 2021. Beide waren die dag in het Capitool toen dat werd bestormd door Trumps woedende aanhangers, mede op zoek naar hen.
Romney. A Reckoning (‘Een Afrekening’) is het meest complete en zelfkritische van de twee boeken. Vooral omdat hij het niet zelf heeft geschreven. Romney (76) is voor een destijds nog actieve politicus ongekend openhartig tegenover de journalist McKay Coppins, net als hij een mormoon. Het biografische relaas is gebaseerd op bijna vijftig gesprekken en honderden pagina’s contemporaine aantekeningen uit Romneys loopbaan. Hij hield vooral tijdens zijn presidentscampagne, tegen Barack Obama in 2012, een dagboek bij. Dat was in een mapje verdwenen „want niemand leest de memoires van een verliezer.” Tijdens Trumps impeachments documenteerde Romney zijn gedachten opnieuw.
Coppins toont Romney als geprivilegieerd rijkeluiskind en knappe Harvard-student die met een loopbaan in privaat vermogenbeheer multimiljonair werd voordat hij met plichtsbesef en tegenzin de politiek inging – zoals zijn vader George ook had gedaan. Romneys dédain voor de populistische tak van zijn partij en ongemak met campagnevoeren druipt van de pagina’s. Hij kiest voor de politiek omdat hij, met een mix van naïviteit en arrogantie, denkt dat hij nu eenmaal als beste problemen kan oplossen en daarom wel een geschikte president zal zijn. Waarom zien anderen dat toch niet?
Maar Romney is ook iemand die zichzelf kan pijnigen over zijn eigen falen. Niet alleen als presidentskandidaat, maar ook als Republikein die de autoritaire kaping van zijn partij niet zag aankomen, of misschien zelfs versnelde. „Welke rol speelden leden van de gevestigde orde – gematigde Republikeinen zoals hij – in het rotten en etteren daarvan?”, vraagt Coppins, voordat hij vertelt hoe Romney zich als presidentskandidaat de steun van Trump liet welgevallen en zich door hem liet fêteren. „Got to love him”, schreef Romney in zijn dagboek, terwijl Trump de theorie verspreidde dat Obama niet in de VS geboren was en na Romneys verlies oproep tot een mars op Washington om de ‘gestolen’ verkiezing te bevechten.
Waarschuwing
Wanneer Trump vier jaar later zelf meedoet, probeert Romney diens Republikeinse nominatie te voorkomen. Maar als Trump wint, voelt hij zich vereerd wanneer hij op audiëntie mag komen om te praten over het ministerschap van Buitenlandse Zaken. Zijn ego blijkt groter dan zijn afkeer. Hij denkt Trump nog te kunnen bijsturen, maar komt vernederd uit die episode.
Cheneys boek over „de meest gevaarlijke man ter wereld” is veel bombastischer. Zij wil het verhaal vertellen „van het moment waarop de Amerikaanse democratie begon te ontrafelen. Het verhaal van de mannen en vrouwen die hebben gevochten om het land te redden, en van degenen die faciliteerden en collaboreerden zodat de dreiging zou groeien en zich verspreiden.”
Oath and Honor ( ‘Eed en eer’) heeft als ondertitel ‘A Memoir and a Warning’, maar Cheneys persoonlijke herinneringen gaan niet gepaard met veel persoonlijke reflectie. Het boek begint na de door Trump verloren verkiezingen van 2020, wanneer hij de uitslag zonder feitelijke basis en zonder succes aanvecht en vervolgens twee maanden later zijn aanhangers op het Capitool afstuurt om het tellen van de stemmen te blokkeren. Liz Cheney (57) schrijft over haar morele helderheid en haar loyaliteit aan de grondwet, maar nauwelijks over haar eigen rechtse motieven om de politiek in te gaan. Haar vader, Dick Cheney, de beruchte vice-president onder George Bush, komt alleen aan bod als trotse steun en toeverlaat. „Verdedig de republiek, dochter”, zou hij haar hebben aangemoedigd. Dat komt weinig authentiek over.
Maar Cheneys boek is wel verhelderend, verbluffend en vernietigend wanneer zij met droog venijn schrijft over haar collega-politici in het Huis van Afgevaardigden. De kracht van haar relaas is dat ze, in tegenstelling tot buitenstaander Romney, die in 2018 senator werd om Trump tegengas te geven, ongekende toegang had tot de top van de Republikeinse Partij onder Trump. Zij was die top. Tot ze een paria werd, was ze de nummer drie in de fractieleiding in het Huis. Ze kan uit eerste hand beschrijven hoe intern het besef doordrong dat Trump in een gevaarlijke waan leefde, maar dat exact dezelfde Republikeinen de president toch van dienst bleven.
Cheney zat naast toenmalig fractievoorzitter Kevin McCarthy en werkte samen met de huidige Huisvoorzitter Mike Johnson. Johnson was „bijzonder vatbaar voor de vleierij van Trump en had er alles voor over om in diens buurt te zijn.” McCarthy presenteert ze als een man zonder ruggengraat die voortdurend pretendeert dat hij het goede zal doen „tot hij van gedachten verandert, waarschijnlijk onder druk van Trump.” Andere Republikeinen doen lacherig over Trumps ondermijning van de rechtsstaat en hun eigen rol daarin. „Wat we al niet doen voor de oranje Jezus”, zegt een collega wanneer hij een verklaring tekent tegen het aanvaarden van de verkiezingsuitslag in 2020.
De motieven van die waterdragers en strooplikkers toont ze bikkelhard: hun eigen carrière staat voorop. Ze maakt duidelijk hoe Trump met afvalligen omgaat: „Mobiliseer de woede, zet levens op het spel, zet het ze betaald”. Afgevaardigden moeten elke twee jaar herkozen worden en wie niet loyaal is aan Trump krijgt te maken met een uitdager in zijn of haar eigen kiesdistrict. Cheney legt bovendien de collectieve wanhoop bloot. De Republikeinen, die sinds 2004 nooit meer the popular vote, de meeste stemmen, wonnen, zijn bereid de democratie en de rechtsstaat geweld aan te doen om aan de macht te blijven.
Dunnetjes overdoen
Helaas verliest Cheneys boek aan kracht vanaf het moment dat zij definitief in ongenade is gevallen en samen met de Democraten het parlementaire onderzoek naar de gebeurtenissen van 6 januari 2021 leidt. Haar – voorlopig – laatste politieke daad was cruciaal voor het begrip van wat er die dag gebeurde. Door haar verhoren van partijgenoten die voor Trump hadden gewerkt, bewees ze hoe hij de massa zo niet aanstuurde, dan in ieder geval genoeglijk liet begaan. Maar het dunnetjes overdoen van de openbare verhoren en toespraken in boekvorm voegt weinig toe aan die prestatie of het begrip van de gebeurtenissen.
Uit beide boeken blijkt de bizarre realiteit dat het in een volwassen democratie grote dapperheid vereist om op te staan tegen een aantoonbaar leugenachtige en gevaarlijke partijleider. Cheney en Romney laten zien dat wie dit doet, voor zijn of haar leven moet vrezen. Ze beschrijven collega’s die zeggen dat ze niet tegen Trump in durven gaan omdat zijn achterban dan achter hun familie aan zal gaan. Er zijn te veel Trump aanhangers met wapens in mijn staat, zo verklaart een senator het feit dat hij ondanks overtuigende feiten tegen impeachment stemt.
Geen van Trumps overgebleven tegenkandidaten in de voorverkiezingen durft kritisch op hem te zijn. Van de Congresleden die zich in 2020 tegen hem keerden, is bijna niemand meer over. Liz Cheney verloor haar zetel in 2022, nadat Trump een tegenkandidaat van haar steunde. Mitt Romney maakte vlak voor het verschijnen van zijn boek bekend dat hij geen nieuwe termijn als senator ambieert – herverkiezing zou kansloos zijn.
Het is jammer dat Cheney en Romney zich niet iets meer verdiepen in de kiezerswoede die Trump aan de macht bracht en nog steeds populair maakt. Dit gebrek bevestigt dat ze lid zijn van een uitstervend ras: de oude Republikeinse elite.
Wanneer Cheney ruzie heeft met haar fractievoorzitter en haar positie als nummer drie op het spel staat, beroept zei zich op het conservatisme van Ronald Reagan, George Bush en haar vader. „Het is hun partij niet meer”, stelt Kevin McCarthy vast.