Hoeveel tijd moet je reserveren om iets nieuws te leren?

Oefentijd

Slimmer mailen. Beter presenteren. Handig worden met ChatGPT. We nemen ons regelmatig voor nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Maar vaak plannen we onvoldoende oefentijd om iets echt onder de knie te krijgen.

Hoe lang?

Iedereen snapt dat leren van een nieuwe vaardigheid tijd kost. Maar hoeveel? Hoe lang moet je oefenen om ergens een beetje handig in te worden?

Sommigen roepen meteen: 21 dagen (een populaire mythe). Of: 10.000 uur (ook een mythe).

Een beter antwoord is: dat hangt ervan af. Waarvan? Onder meer van wat je wilt leren, hoe goed je wilt worden, je omstandigheden, hoe getalenteerd je bent en op welke manier je oefent.

Valt er dan helemaal niets te zeggen over de oefentijd die nodig is voor een specifieke vaardigheid? Met een beetje googelen vind je wel wat grove indicaties. Leren fietsen: een tot twee uur oefenen. Professioneel Excel gebruiken: achttien uur. Popliedjes spelen op de gitaar: tien weken elke dag een kwartier oefenen. Vloeiend Spaans leren spreken: 600 uur.

Geen tijd

Tijdens studiedagen vraag ik deelnemers graag hoeveel tijd ze in hun agenda hebben gereserveerd om in de praktijk te oefenen met het geleerde. Vaak is het antwoord: geen. Op een uitzondering na moet het leren van iets nieuws ‘erbij’ of ‘in het werk’.

Maar als je bijvoorbeeld beter wilt worden in vergaderingen leiden, zul je toch echt voor en na de bijeenkomsten wat tijd moeten plannen. Voor basale leeractiviteiten als voorbereiden, oefenen en reflecteren.

Wie onvoldoende leertijd reserveert en toch hoopt dat hij beter wordt in iets, raakt teleurgesteld. Je gaat negatiever denken over jezelf (ik ben een klungel), over de vaardigheid (vergaderen is onzin) of over allebei. De kunst is genoeg tijd te investeren om uit deze treurige beginfase te komen.

Wat helpt?

Stel dat je wél tijd reserveert om ergens beter in te worden, wat is dan een goede aanpak? Twee adviezen uit onderzoek.

1. Gespreid leren: onderwijsdeskundigen raden aan vaak en kort te oefenen op een nieuwe vaardigheid. Dat leidt tot betere prestaties die je langer volhoudt dan wanneer je één of enkele keren lang oefent. Gespreid leren of spaced learning heet dat in de vakliteratuur. Dus als je echt handig wilt worden in Excel, is het beter achttien werkdagen een uur te oefenen dan vier werkdagen telkens vierenhalf uur.

2. Lichte variatie: wat ook leidt tot betere prestaties, is een beetje variëren in wat je oefent. Niet telkens hetzelfde herhalen, maar bijvoorbeeld de manier waarop je een presentatie voorbereidt en geeft telkens ietsje veranderen en verbeteren. Kleine variaties op wat je al hebt geleerd, zorgen dat je je een vaardigheid sneller en beter eigen maakt.

En wat natuurlijk ook altijd helpt is een beetje realiteitszin. Als je Spaans wilt leren, maar slechts 60 uur hebt, wees dan gewoon tevreden met conversaciones en idioma jip y janneke.

Ben Tiggelaar schrijft wekelijks over persoonlijk leiderschap, werk en management.