Reddingswerkers dragen een vrouw weg uit een flat in Dnipro die zwaar is beschadigd bij een Russische raketaanval zaterdag. In heel Oekraïne werden burgerdoelen getroffen door Russische raketten.
Foto Clodagh Kilcoyne / Reuters
Twee gebeurtenissen kleurden de oorlog in Oekraïne afgelopen weekend. De Britse regering doorbrak de westerse aarzeling om moderne tanks aan Oekraïne te leveren – vrijdag praten westerse landen daar verder over. Tegelijk zorgde een Russische raket op een flatgebouw in Dnipro voor tientallen slachtoffers.
Zaterdag, de dag van het Orthodoxe Nieuwjaar, voerde Rusland voor de tiende keer sinds het begin van de invasie een massale raketaanval uit op Oekraïense steden in het hele land. Het zwaarst getroffen werd Dnipro, de derde stad van Oekraïne. Een zware Kh-22 kruisraket, volgens de Oekraïense luchtmacht afgevuurd door een Tu-22M3 bommenwerper boven Koersk in Zuid-Rusland, verwoestte een flatgebouw met negen verdiepingen.
Zondagmiddag maakte het stadsbestuur voorlopige cijfers bekend: 23 doden, 72 gewonden, 43 vermisten. Het is een van de dodelijkste aanvallen op burgers sinds Rusland bijna een jaar geleden Oekraïne binnenviel. Mogelijk gaat het om een ‘visitekaartje’ van generaal Valeri Gerasimov, de stafchef van de Russische strijdkrachten die vorige week tot bevelhebber voor de oorlog in Oekraïne werd benoemd.
We moeten alles doen wat we kunnen om het Russisme te stoppen, net zoals de vrije wereld ooit het nazisme stopte
Volodymyr Zelensky president
Pro-Russische bronnen verspreidden het gerucht dat de raket zou zijn afgezwaaid na geraakt te zijn door Oekraïense luchtafweer, een gerucht dat in de wereld werd geholpen door de Oekraïense regeringsadviseur Oleksij Arestovitsj. Onzin, meldde de commandant van de Oekraïense luchtmacht, Oekraïne beschikt niet over luchtafweer die Kh-22 raketten kan onderscheppen. Met het Patriot-luchtafweersysteem, in december toegezegd door de VS, kan dat wel.
De Oekraïense president Volodymyr Zelensky wees in een toespraak zaterdagavond op de locatie van het getroffen gebouw. De straat langs de Dnjepr heet Naberezjna Peremohy, Kade van de Overwinning. Dat sloeg op de overwinning op nazi-Duitsland. ‘Russisten’ zijn nu de vijand van de vrije wereld, aldus Zelensky. „We moeten alles doen wat we kunnen om het Russisme te stoppen, net zoals de vrije wereld ooit het nazisme stopte.”
Einde aan patstelling
Kort voor de aanval in Dnipro maakte de Britse regering bekend dat het VK binnen enkele weken veertien Challenger 2-tanks zal leveren, plus circa dertig AS90-houwitsers. Volgens de Britse premier Rishi Sunak moet een internationale aanpak een einde maken aan de patstelling op het slagveld in Oekraïne. De Britse minister van Buitenlandse Zaken bezoekt daarom deze week de VS en Canada.
Het Britse besluit zorgt voor nog meer druk op bondskanselier Olaf Scholz om Leopard 2-tanks te leveren aan Oekraïne, of in ieder geval Polen en Finland toe te staan dat zij deze tanks leveren. Omdat de Leopard van Duitse makelij is, moet Duitsland daar toestemming voor geven. Ondanks toenemende druk hield Scholz tot nu toe vast aan internationale samenwerking bij het leveren van tanks, bij voorkeur met de VS. Vicekanselier Robert Habeck zei al wel dat zijn regering de levering door andere landen niet moet blokkeren. Naar verwachting wordt dat standpunt bevestigd op de bijeenkomst van westerse defensieministers, vrijdag op de militaire basis Ramstein. Mogelijk wordt daar ook een volgende stap gezet inzake tanks voor Oekraïne.
Scholz heeft echter nóg een probleem. Defensieminister Christine Lambrecht stapt deze maandag op, meldde de Duitse krant Bild zaterdag. Lambrecht, partijgenoot van Scholz, functioneert slecht sinds haar aantreden en valt vooral op door haar blunders, recent met een onnozele nieuwjaarsboodschap op Instagram. De timing voor een ministerswissel is echter zeer ongelukkig, juist in de week dat de Duitse regering een knoop moet doorhakken over militaire steun voor Oekraïne.
De voetbalsters van het Nederlands elftal zijn na een 5-2-nederlaag tegen Frankrijk al in de groepsfase van het Europees Kampioenschap in Zwitserland uitgeschakeld.
De ploeg van de afscheidnemende bondscoach Andries Jonker had in Basel een zege met drie doelpunten verschil nodig. Na een 2-1-voorsprong bij rust was er nog hoop, maar in de tweede helft bleek Frankrijk te sterk.
Sandie Toletti opende in de 22e minuut de score voor Frankrijk, snel gevolgd door de 1-1 van Victoria Pelova. Vlak voor rust bezorgde de Franse Selma Bacha Oranje de voorsprong met een eigen doelpunt.
In de tweede helft bleken de krachten van Nederland op, waarvan Frankrijk gebruikmaakte via treffers van Marie-Antoinette Katoto, Delphine Cascarino (twee) en Sakina Karchaoui.
De opdracht voor de ploeg van Jonker in Zwitserland was haast onmogelijk geworden na de 4-0-nederlaag tegen Engeland. De ploeg van bondscoach Sarina Wiegman plaatste zich samen met groepswinnaar Frankrijk voor de kwartfinales.
Jannik Sinner lijkt niet te denken aan zijn vorige grandslamfinale als hij moet serveren voor zijn eerste Wimbledon-titel. De drie wedstrijdpunten die hij in Parijs verspeelde, weerhouden hem er niet van om in zijn laatste servicegame ijzersterk tennis te laten zien. 40-0 staat het, weer drie wedstrijdpunten dus, deze keer op zijn eigen service.
Op de eerste lukt het niet. 40-15. Nog twee mogelijkheden over. Met Parijs in het achterhoofd houdt iedereen zijn adem in. Behalve Sinner zelf, die de rust bewaart en een snoeiharde service door het midden speelt, waar tegenstander Carlos Alcaraz niet meer bij kan. De nieuwe kampioen viert de overwinning ingetogen: in stilte, met twee vuisten in de lucht.
Het is de eerste keer in bijna twee jaar tijd dat Sinner van zijn rivaal weet te winnen. In Parijs kwam hij vijf weken geleden dichtbij, maar moest hij uiteindelijk zijn meerdere erkennen in de Spanjaard, die zich knap terugknokte. Ook de vier ontmoetingen daarvoor won Alcaraz.
Sinner slaat een return met zijn forehand. Foto Kin Cheung / AP
Van de negen wedstrijden die Sinner sinds begin 2024 heeft verloren, was Alcaraz vijf keer zijn tegenstander. Een statistiek die doet denken aan een andere grootse rivaliteit: van 2005 tot en met 2006 verloor Roger Federer ook slechts negen wedstrijden. In vijf van die negen wedstrijden was Rafael Nadal zijn tegenstander.
Nadal was in het hoofd van Federer gekropen. Iedere nederlaag werkte mentaal door bij de Zwitser, wat het steeds moeilijker maakte om Nadal te verslaan. Het was de vraag in hoeverre ditzelfde probleem ook bij Sinner zou spelen.
Rommelig
De eerste anderhalve set speelt Sinner niet op zijn best. Het is sowieso een rommelige wedstrijd, waarin prachtige punten worden afgewisseld door frustrerende fouten.
Vooral Sinner begint slordig. Hij komt weliswaar een break voor, halverwege de eerste set, maar geeft die vrij snel weer uit handen na een game waarin hij meerdere ballen uit slaat. En hij blijft fouten maken: niet veel later verliest hij de eerste set.
In de tweede breekt hij direct de service van Alcaraz, die zijn concentratie niet heeft kunnen vasthouden. Een bekend probleem voor de jonge Spanjaard. Het grootste gedeelte van de set lijkt het echter alsof Sinner de break weer gaat inleveren. Hij is kwetsbaar op zijn eigen service, iedere keer weer komt hij in de problemen.
Als Sinner in zijn eerste servicegame van de set een breakkans heeft weggepoetst, wordt duidelijk hoeveel de wedstrijd voor hem betekent. „Come on!” schreeuwt de Italiaan, die erom bekendstaat kalm en onverstoorbaar op de baan te staan. Zijn emoties laat hij zelden zien.
Uiteindelijk lukt het Sinner om ongeschonden uit een aantal moeilijke situaties te komen, waarna hij mag serveren voor de set. En dan is er plotseling niets meer over van de kwetsbare service: de Italiaan heeft geen enkele moeite met het binnenhalen van de tweede set.
Alcaraz, titelverdediger in Londen, speelde een slordige finale. Foto Andrew Couldridge / Reuters
Uitvoerige excuses
Het respect tussen de spelers is groot, ook in een belangrijke finale als deze. Een paar keer glijdt een van beiden uit op het gladde gras, en telkens controleert de ander direct of alles oké is. Na een netbal of een ‘mishit’ die per ongeluk een winner blijkt, zijn de excuses uitvoerig.
Het doet denken aan de rivaliteit waarmee de strijd tussen deze twee vaak wordt vergeleken: die tussen Federer en Nadal. De sympathie en het respect waarmee zij elkaar bejegenden, was een van de redenen dat niet alleen zijzelf, maar ook hun rivaliteit zo populair was.
Dat Sinner en Alcaraz het stokje hebben overgenomen, is inmiddels wel duidelijk. Bij 1-1 in sets is het nog altijd onmogelijk te voorspellen welke kant deze wedstrijd op zal vallen. De partij blijft wisselvallig, al is het spel van de Italiaan sinds het eind van de tweede set iets agressiever, met meer winners.
Er is veel onderling respect tussen Alcaraz en Sinner, ook na het laatste punt. Foto Henry Nicholls / AFP
‘Ontploffende bom’
Bij vlagen komt de speler naar boven die in de halve finale Novak Djokovic in drie indrukwekkende sets versloeg. „Zijn forehand is eigenlijk meer een ontploffende bom dan een forehand”, zegt de commentator van de Britse Eurosport op een gegeven moment bewonderend. Alcaraz lijkt ontevreden. Zijn lichaamstaal wordt negatiever, hij is duidelijk niet blij met zijn spel.
Als Sinner uiteindelijk de derde set wint, is het de vraag wat Alcaraz nog kan doen. Natuurlijk, in Parijs wist hij een van de indrukwekkendste comebacks ooit te produceren, maar vandaag lijkt er een andere speler op de baan te staan. Er gaat minder energie van hem uit, hij is negatiever en vlakker. Een onverwachtse draai in de wedstrijd is niet onmogelijk, maar lijkt ver weg.
Die draai komt er ook niet. Sinner heeft, net als in de vorige twee sets, aan één break genoeg. Alcaraz creëert nog twee kansen om de break voorsprong ongedaan te maken, waarbij het publiek volledig achter hem gaat staan.
Maar het lukt hem niet de kans te grijpen, en als Sinner even later voor de wedstrijd serveert, is hij oppermachtig. De toeschouwers hadden duidelijk gehoopt op een vijfde set, maar dat blijkt te veel gevraagd.
Voor het avondeten bidden Chris Noordzij (20) en zijn zeven huisgenoten samen aan tafel in hun studentenhuis in Leiden. Noordzij, student politicologie, is lijsttrekker van de ChristenUnie Leiden en lid van de christelijke studentenvereniging Navigators (NSL). Via die vereniging vond hij ook zijn huisgenoten. „Onze gedeelde levensovertuiging is wat ons huis tot een thuis maakt. We hebben een vergelijkbare levensstijl, gaan samen naar de kerk of naar lezingen en delen waarden die ons verbinden”, vertelt hij. „Dat voelt veilig. Maar nu zijn we allemaal bang dat die sociale veiligheid verdwijnt.”
Student politicologie Chris Noordzij woont in een christelijk studentenhuis in Leiden.
Een poster van de ChristenUnie in het studentenhuis.
Foto’s Simon Lenskens
Aanleiding voor zijn zorg is een landelijk beleidsvoornemen van studentenhuisvester DUWO, dat ruim 33.000 studentenwoningen beheert in steden als Leiden, Delft, Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Vanaf 2026 wil DUWO het traditionele hospiteersysteem afschaffen. Studentenhuizen mogen dan niet langer zelf hun nieuwe huisgenoot kiezen. In plaats daarvan selecteert DUWO vijftien kandidaten per vrijkomende kamer op basis van ‘objectieve criteria’ – waarbij in elk geval géén rekening wordt gehouden met lidmaatschap van een studenten-, cultuur- sport- of geloofsvereniging. De zittende bewoners moeten verplicht een van die vijftien kandidaten kiezen.
Volgens DUWO is het huidige hospiteersysteem „gesloten en ondoorzichtig”. Studenten zonder netwerk, al dan niet uit het buitenland, studenten met een migratieachtergrond, afkomstig van het mbo of eerste generatie-studenten zouden structureel op achterstand staan. „We willen gelijke kansen bieden in een tijd van woningschaarste”, zegt woordvoerder Gijsbert Mul. Veel kamers worden volgens hem via Facebook of WhatsApp verdeeld, „en niet iedereen weet waar hij moet zoeken”. Ook zouden er regelmatig teksten opduiken als ‘no internationals’. „Dat moet echt anders.”
Het christelijk studentenhuis van Chris Noordzij.
Foto Simon Lenskens
Verzet
Het plan stuit op felle weerstand, vooral in studentensteden als Leiden. Begin juni begon huurdersvereniging BRES een petitie die binnen een week meer dan vijfduizend keer werd ondertekend. „Onze achterban is duidelijk”, zegt Pim Lammers, bestuurslid van BRES. „77 procent vindt het huidige systeem eerlijk. Ze voelen zich compleet buitenspel gezet.” Donderdagavond stemde de gemeenteraad van Leiden in met twee moties van Studenten Voor Leiden (SVL) en D66 waarin de studentenhuisvester werd verzocht af te zien van het voorgenomen beleid.
Hoewel DUWO zegt het gesprek met studenten nog open te houden, heeft de huisvester de invoering van het nieuwe systeem al breder aangekondigd. „We zijn natuurlijk niet over één nacht ijs gegaan”, zegt woordvoerder Mul. Tegelijkertijd betwijfelen studenten hoeveel inspraak er nog mogelijk is, nu de plannen al vergevorderd lijken. „DUWO zegt dat ze nog in gesprek zijn, maar aan de manier waarop ze deze plannen presenteren zien wij dat het besluit eigenlijk al is genomen”, zegt Lammers.
Volgens Lammers is het plan van DUWO een fundamentele herziening van hoe studenten samenleven. „Vooral kleinere, alternatieve of religieuze verenigingen vallen of staan bij de huizen die ze hebben. Als je daar de controle over verliest, verlies je hun bestaansrecht.”
Je kiest niet alleen een kamer, je kiest een thuis. En dat kiest jou ook
Vorige week donderdag organiseerde de huurdersvereniging een inspraakavond in een zaaltje van poppodium Nobel in Leiden met zo’n 250 studenten van verschillende verenigingen. De boodschap was eensgezind: studenten willen eigen huisgenoten kiezen. „Ik wil zelf bepalen wiens haar ik uit het doucheputje haal”, zei een student, waarop luid applaus volgde.
Vangnet
Ook Florian Gunning (26), student fiscaal recht en lid van de Leidse Studentenvereniging Minerva, maakt zich zorgen. Hij woont met veertien huisgenoten in een studentenhuis van de vereniging. Als eerstejaars kwam hij zonder netwerk uit Friesland naar Leiden. Toch werd hij uitgenodigd voor een hospiteeravond. „Ik kende niemand, was nerveus, maar het klikte meteen.” Die klik, zegt hij, is essentieel. „Je kiest niet alleen een kamer, je kiest een thuis. En dat kiest jou ook.”
In zijn derde jaar kreeg Gunning het lastig. „Ik zat echt niet lekker in m’n vel. Alles liep vast: mijn studie, mijn motivatie, ikzelf. En toen was het mijn huis dat me eruit trok.” Hij herinnert zich hoe huisgenoten hem uit zijn kamer haalden om mee te gaan naar de bibliotheek, hoe ze gesprekken voerden over zijn mentale gezondheid. „Dat is alleen mogelijk omdat we zorgvuldig kiezen wie bij ons past. Die vertrouwensband ontstaat niet zomaar.”
Bewoners van het studentenhuis van Minerva in de gemeenschappelijke ruimte.
Foto Simon Lenskens
Noordzij ziet dat ook in zijn christelijke huis. „In een tijd waarin studenten steeds meer onder hoge druk staan – prestatiedruk, eenzaamheid, mentale klachten – heb je een veilige basis nodig. Een plek waar je thuiskomt, en gezien wordt.”
Volgens Douwe Rutgers, bestuurslid bij Minerva, raakt het plan aan de kern van het studentenleven. „Studenten dreigen hun gevoel van verbondenheid kwijt te raken, terwijl dat juist is wat deze fase zo bijzonder maakt. Bovendien beperkt het de vrijheid om je op je eigen manier te verenigen.”
Samen musiceren
Ook binnen culturele verenigingen leeft het onderwerp. Aedan Boender (22), geneeskundestudent en lid van muziekvereniging Collegium Musicum, woont met drie andere leden. „Ik kan niet beschrijven hoe bijzonder het is om op zo’n plek te wonen”, zegt hij. „We oefenen viool of piano op onze kamers, repeteren samen thuis. Tijdens het koken staat er klassieke muziek aan, en we praten over muziek. Het is heel vanzelfsprekend, maar dat is het eigenlijk niet.”
Boender noemt het een moeilijke ethische kwestie. „Natuurlijk hebben we als huis veel macht op een hospiteeravond, en misschien is dat niet altijd eerlijk. Maar het is wel de reden dat we hier samen kunnen spelen. Ik heb vrienden die zich thuis niet durven uitdrukken op hun instrument. Hier kan ik dagelijks oefenen. Als dit huis verdwijnt, dan komt er een einde aan decennia waarin CM’ers hier samenleefden en groeiden.”
80 procent van de studentenhuizen is verbonden aan een vereniging. Als je nergens lid bent, kom je nergens tussen
Voor sommige studenten klinkt het nieuwe systeem wel als een stap vooruit. Philine Rienstra (20), student aan de kunstacademie in Rotterdam, probeert al anderhalf jaar een kamer te vinden in Delft – zonder succes. „Ik wil heel graag in Delft wonen”, zegt ze. „Maar zeker 80 procent van de studentenhuizen is verbonden aan een vereniging. Als je nergens lid bent, kom je nauwelijks ergens tussen.”
Ze huurde drie keer tijdelijk onder bij verschillende huizen, maar voelde zich nergens welkom. „Ik zit op de kunstacademie, ik drink niet, en ik hoor er gewoon niet bij.” De zoektocht ervaart ze als uitzichtloos en stressvol. „Mijn vriend vond binnen een paar weken een kamer – hij zit bij een vereniging. Dan voel ik me echt buitengesloten.” Op een gegeven moment overwoog ze zelf lid te worden, niet uit overtuiging maar uit noodzaak. „Puur om kans te maken op een kamer. Dat ik dat serieus overwogen heb, vind ik eigenlijk belachelijk.”
Ze hoopt dat DUWO het plan doorzet. „Voor mensen zoals ik zou dat eindelijk een kans zijn om op een eerlijke manier ergens tussen te komen. Dat je niet hoeft te doen alsof je iemand bent die je niet bent.”
Het studentenhuis van Minerva.
Foto’s Simon Lenskens
‘Handschoenen uit’
Ook tijdens de inspraakavond vorige week donderdag klonk begrip voor DUWO’s beweegredenen. „Het systeem is óók scheef”, zei een student. „Maar moet je daarvoor álle huizen over één kam scheren? Waarom begin je niet met nieuwe woningen, in plaats van bestaande tradities op te breken?”
„DUWO stuurt terecht aan op eerlijkheid, maar offert daarmee wel de sociale samenhang op”, zei een ander. „Is er niet een betere balans te vinden?” In de zaal ontstond een levendige discussie over alternatieven. Sommigen opperden het oprichten van een stichting om panden zelf aan te kopen. Anderen spraken over het schrijven van persoonlijke brieven of het benaderen van Tweede Kamerleden. „We moeten laten zien wat er achter elke voordeur op het spel staat”, zei een student. „Hoe persoonlijker het verhaal, hoe beter.”
Ook protest werd op tafel gelegd. Een aanwezige stelde voor om tijdens het Landelijk Congres Studentenhuisvesting op 4 september massaal te gaan protesteren. „Er komt een punt dat de handschoenen uitgaan”, zei Lammers. „En dat punt komt steeds dichterbij.”
Lees ook
Succesvol hospiteren, hoe doe je dat? ‘Je moet origineel zijn, maar het niet te gek maken’