Uitgeloot voor de school van je eerste keuze? Dat hoeft geen drama te zijn

In het kader van „voor mijn kind alleen het allerbeste!” zijn elk voorjaar veel Amsterdamse ouders van achtste groepers zenuwachtig als de ‘lotingstijd’ aanbreekt. Ze hopen van harte dat hun kind wordt ingeloot voor de middelbare school die het op nummer één van zijn of haar keuzelijstje heeft gezet. Amsterdamse middelbare scholen hebben in totaal genoeg plek voor alle aangemelde kinderen, maar een klein aantal scholen is zó populair dat niet iedereen die dat wil er terecht kan. Dat probleem speelt vooral bij vwo’ers. De hoofdstad hanteert daarom al jaren een lotingssysteem. Elk jaar kan ongeveer 20 procent van de kinderen niet naar de school van hun eerste keus. Dat is voor sommige kinderen en hun ouders een klein drama.

„Wij vroegen ons af hoe erg het eigenlijk is als een kind niet op de nummer één terecht kan”, zegt Nadine Ketel, universitair hoofddocent Onderwijseconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Samen met andere onderzoekers zocht ze antwoord op die vraag. Deze week verscheen hun onderzoek op de website van het economenvakblad ESB. Daaruit blijkt dat kinderen niet slechter af zijn op de andere scholen op hun lijstje. Amsterdamse vwo’ers die niet naar de school van hun voorkeur konden, presteren sociaal en academisch even goed als vwo’ers die wél naar hun favoriete school konden. De onderzoekers vonden op geen enkel onderzocht aspect een negatief effect, zoals huiswerk maken, vriendschappen en burgerschap.

Bovendien: in het eerste jaar na de loting geeft 18 procent van de ‘verliezers’ aan liever op een andere school te hebben gezeten, in het tweede jaar is dat nog maar 10 procent, en in het vijfde jaar 0 procent.

Waar zijn ouders precies bang voor als hun kind niet naar de voorkeursschool kan?

„In ons onderzoek hebben we dat op kleine schaal gepeild. Daarbij mochten ouders honderd punten verdelen over een aantal aspecten. Ze vinden prestaties belangrijk, zoals goede cijfers en dat het kind niet blijft zitten. Maar ook schoolomgeving – je veilig voelen op school, er vrienden hebben – vinden ze heel belangrijk.”

Op geen enkele factor die jullie hebben gemeten, vonden jullie een significant negatief effect. Zijn er misschien zelfs positieve effecten gevonden voor plaatsing op een niet-favoriete school?

„We zagen een klein positief effect op huiswerk: een kind besteedt meer tijd aan zijn huiswerk als het niet op zijn favoriete school komt. En het kiest vaker voor een natuurprofiel. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de niet-favoriete scholen op lijstjes vaak scholen zijn waar de leerlingen gemiddeld slechter scoren dan op favoriete scholen. Het is op niet-favoriete scholen dus makkelijker om relatief beter te scoren. Dat kan verklaren waarom een kind voor een uitdagender profiel gaat.”


Lees ook
Amsterdamse middelbare scholier krijgt voorrang’

<strong>Achtstegroepers uit de gemeenten rondom Amsterdam</strong> dreigen straks minder vaak op hun favoriete middelbare school terecht te kunnen.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/uitgeloot-voor-de-school-van-je-eerste-keuze-dat-hoeft-geen-drama-te-zijn.jpg”><br />
</a> </p>
<p class=Kinderen geven eerst aan dat ze het vervelend vinden om niet op hun favoriete school te zitten. Die mening stellen ze in de loop van de jaren bij. Hoe komt dat?

„Het eerste jaar is vlak na die loting. Dan is het heel zichtbaar: ik heb niet mijn nummer één gekregen en mijn vrienden wel. Het is nog heel vers. Maar vervolgens zitten ze een tijd op die school en merken ze dat ze het eigenlijk wel prima hebben.”

Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen die niet op hun favoriete school zijn geplaatst meer ‘open minded’ zijn: ze hechten meer waarde aan diversiteit en aan luisteren naar anderen. Hoe verklaren jullie dat?

„Als een kind niet op de school van zijn eerste keuze zit, dan zit het vaak op een school met leerlingen die in groep 8 wat minder goed hebben gescoord op de eindtoets, die vaker ouders hebben met een lager inkomen, en vaker ouders met een migratieachtergrond. Leerlingen op de school van hun eerste voorkeur geven weer eerder aan dat ze willen demonstreren tegen klimaatverandering.”

Kan jullie onderzoek helpen om de gemoederen rondom de Amsterdamse schoolloterij wat te sussen?

„Dit onderzoek is geen panacee. Het blijft moeilijk voor ouders zich een realistische voorstelling te maken van hoe hun kind het zou vergaan op een andere school dan de favoriete school. En het hoofdprobleem blijft de mismatch: het aanbod is anders dan de vraag. Als je de ouders blij wil maken, moet je het aanbod veranderen. Maar dat druist wel in tegen het idee van brede en diverse scholen. De vraag is dus wat je meer gewicht wil geven.”