Het leven verdwijnt nu echt uit Bad Nieuweschans

Reportage

Armoede In oktober vreesden de bewoners van Bad Nieuweschans de stijgende energieprijzen. Inmiddels is het laatste café ‘tijdelijk gesloten’ en is de buitenschoolse opvang dicht.

De afgelopen maanden is het leven in Bad Nieuweschans er niet beter op geworden.
De afgelopen maanden is het leven in Bad Nieuweschans er niet beter op geworden.

Foto Catrinus van der Veen

Supermarkteigenaar Bert Stuut wil er niet over klagen, zegt hij. Maar het is weleens beter gegaan met zijn zaak. Tweeëntwintig jaar geleden begon hij een kleine buurtwinkel in het Oost-Groningse Bad Nieuweschans. Inmiddels is het een Coop-filiaal van formaat, met ernaast een cafetaria en een muur waar je snacks uit kan halen. Het is het hart van het kleine dorp, waar buurtbewoners elkaar treffen en Duitsers boodschappen doen vanwege het belastingvoordeel.

Maar kassamedewerkers dragen nu bodywarmers, zodat de thermostaat omlaag kan. De frituur van het cafetaria gaat twee uur later aan dan voorheen. Bert Stuut krijgt van de overheid compensatie tot aan het prijsplafond, net als alle Nederlanders, maar in een grote winkel als deze – waarin grote koelingen dag en nacht brommen – is dat een druppel op een groeiende plaat.

In Bad Nieuweschans (1.340 inwoners) is de energie-armoede het hoogst, bleek vorig najaar uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Veel huizen zijn tochtig en vrijstaand, en het gemiddelde inkomen is laag. Toen NRC in oktober naar het dorp ging om de verhalen van inwoners op te tekenen, bleken de energieprijzen lang niet hun enige zorg. We zijn bang, zeiden zij, dat alle voorzieningen uit het dorp verdwijnen, en dat het laatste beetje leven uit Bad Nieuwschans wordt geknepen.

Hoe is het de ‘Schanskers’ sindsdien vergaan?

De problemen van de huidige tijd komen samen in de dorpssupermarkt, ervaart Stuut: de worsteling met hoge energieprijzen, de inflatie, waardoor boodschappen heel duur zijn geworden, en de nasleep van de coronacrisis.

De Coop gaat vanwege het personeelstekort tegenwoordig later open, om acht uur in plaats van zeven uur. Door de inflatie moet Stuut elke maand van zo’n vijftienhonderd producten het bedrag verhogen, vertelt hij in een bescheiden kantoortje achterin de supermarkt. „Vlees, melk, groente. Alles eigenlijk.”

Zijn klanten geven daardoor minder uit, merkt hij. In het cafetaria, waar niet Coop maar hij de prijs bepaalt, probeert hij het zo goedkoop mogelijk te houden.

Stuut kán de prijzen daar niet eens omhoog gooien, zegt hij, omdat het dan te duur wordt voor zijn klanten. „Ik heb het bedrag voor koffie een keer verhoogd van 1,50 naar 1,65. Iedereen viel over me heen.”

Coronaleningen

Voor een deel van de Nederlanders is de coronacrisis een verhaal uit het verleden, maar Bert Stuut zit er nog middenin. Hij heeft, net als zoveel ondernemers, speciale coronaleningen afgesloten, die hij nu nog aan het afbetalen is. Nog twee ton te gaan, hij mag er vijf jaar over doen. Privé heeft Stuut al heel wat moeten inleveren. Hij heeft zijn vakantiehuis verkocht en een huis dat hij verhuurde. De opbrengst heeft hij linea recta in de winkel gestopt. „,Ik probeer spek op mijn ribben te krijgen voor mijn oude dag, maar dat is nu lastig. Ik krijg geen pensioen, dus ik moet het opbouwen uit deze winkel.”

Het behoud van de winkel is niet alleen van groot belang voor Stuuts pensioen: het is een van de weinige plekken die het dorp nog levendig houden.

Foto Catrinus van der Veen

In de winters vóór corona organiseerde Stuut altijd een kerstmarkt op het parkeerterrein. Hoewel het weer mocht en kon, deed Stuut het niet. „Mijn energie is op. Het was twee jaar lang alleen maar knokken, knokken, knokken.”

In de jaren negentig was Bad Nieuweschans, onder meer vanwege de grensovergang die voor veel werkgelegenheid zorgde, een bruisend dorp, zeggen mensen die er al lang wonen. Maar toen vrij handelsverkeer mogelijk werd, verdween een groot deel van de middenstand. Er zijn nog maar weinig winkels over. Stuut is onlangs uit de lokale ondernemersvereniging gestapt. „Alle ondernemers verdwijnen. Het was trekken aan een dood paard.”

Hij wil niet klagen, benadrukt Stuut nog maar eens. Waarom wil hij dat eigenlijk niet? „Ik heb een mooi bloesje aan en ik kan nog een kop koffie drinken. Ik heb leuke schoenen en kan de brandstof betalen. In Nieuweschans zijn mensen met veel grotere problemen’’, zegt hij. „Ik zie dat er armoe komt.”

Café tijdelijk dicht

Hoe vergaat het andere ‘Schanksers’, in een tijd waarin meerdere crises samenkomen?

Drie maanden na het vorige bezoek aan het dorp, is er al veel veranderd. Het laatste café van Bad Nieuweschans, waar de kaartvereniging onderdak had en dat gebukt ging onder de hoge energieprijzen, is inmiddels ‘tijdelijk gesloten’. Niemand weet of het weer opengaat. De buitenschoolse opvang is sinds 1 januari dicht. Ook vanwege de hoge energieprijzen; de leidster moest zelf geld bij gaan leggen. Op de basisschool is kort geleden een kledingbank ingericht, waar ouders kleding kunnen achterlaten voor mensen die het nodig hebben.


Lees ook een eerdere reportage uit Bad Nieuweschans: In Bad Nieuweschans vrezen mensen dat het laatste beetje leven uit het dorp wordt geperst

Op dit moment komen er gemiddeld zes aanvragen per week binnen bij Voedselbank Oldambt, de gemeente waartoe Bad Nieuweschans behoort. Zoveel zijn het er nog nooit – of in ieder geval heel lang niet – geweest.

Dat de armoe komt, heeft supermarkteigenaar Bert Stuut dus goed gezien.

Met dorpsbewoner Reny Bos, die vanwege mentale problemen in de ziektewet zit en in oktober tegen NRC zei dat hij nog maar moeilijk kan rondkomen, gaat het naar omstandigheden goed. Hij bespaarde al op verse groenten en fruit, vertelde hij. Hij maakt zich weinig zorgen, dat zit in zijn aard. „Het gaat wel oké.” Tijdens de koude decemberdagen heeft hij er warm bijgezeten, omdat hij alleen de woonkamer verwarmde. Hij merkt wel dat hij de krap 200 euro die hij maandelijks voor boodschappen overhoudt nog slimmer moet besteden. Meer eten uit blik, zegt hij. Maar ook: minder sigaretten en bier.

De twee volwassen kinderen van basisschooldirecteur Anja Korteweg die nog in Bad Nieuweschans wonen, willen er uiteindelijk weg, vertelt ze in haar kamer in de basisschool. Ze woont al haar hele leven in het dorp. „Ik geniet van de rust, maar er zijn hier te weinig voorzieningen. Als je een cadeautje voor iemand wil kopen moet je naar Winschoten.’’ Dat is ruim een kwartier rijden. Een voorziening die heel belangrijker is voor het voortbestaan van een dorp, zegt ze, is een basisschool. Een school brengt leven. Als er woningen in het dorp worden verkocht, gaat ze altijd even kijken of er een gezin komt wonen – meestal niet. Ze heeft nu 83 leerlingen, een paar jaar geleden waren dat er nog 110.


Tot Kortewegs opluchting is er wel iemand gevonden die vanaf februari de buitenschoolse opvang gaat organiseren. „Een dorp zonder opvang in de omgeving is natuurlijk onaantrekkelijk voor gezinnen.”

De kledingbank die ze in het schoolgebouw heeft opgericht, wordt nog niet heel veel gebruikt. „Misschien schamen mensen zich denk ik.’’ Ze merkt wel dat ouders het krapper hebben, omdat de vrijwillige ouderbijdrage – voor de onderbouw 56 euro, voor de bovenbouw 70 euro – veel minder vaak wordt overgemaakt. „Daar betalen we schoolreizen van, en sinterklaas-, en kerst- en paasactiviteiten.” Het heeft nog geen consequenties gehad, maar het kan betekenen dat meerdaagse schoolreisjes niet door kunnen gaan. Om ouders te ontlasten, is de jaarlijkse bloembollenverkoop afgelopen najaar afgelast – die is bedoeld om de schoolkas te spekken.

Smaak- en innovatiecentrum

De zorgen die de inwoners van Bad Nieuweschans in oktober hadden, dat het leven uit het dorp verdwijnt, worden bevestigd tijdens dit tweede bezoek. Maar, zeggen veel mensen, het is ook echt een fijne plek om te woon. De rust, het landschap dat zich uitstekend leent voor fietstochten, en de mensen. Ze willen eigenlijk liever niet bekendstaan als plek waar het even wat minder gaat.

En het toekomstperspectief is niet alleen maar somber, zeggen zij.

In de wijde omgeving zijn veel boerderijen te vinden, die nog stammen uit de tijd waarin rijke herenboeren gouden bergen verdienden aan graan. Iets van de glans uit dat verleden, moet terugkeren in De Graanrepubliek: een evenementenlocatie in een monumentaal gebouw, de oude remise, en een plek waar lokale etenswaren, whisky en bier, worden geproduceerd en genuttigd. In maart moet het ‘smaak- en innovatiecentrum midden in het hart van een van Europa’s beste graangronden’ openen.


En inwoners beginnen in gesprekken al snel over de negentien woningen die – onder voorbehoud – dit najaar gebouwd gaan worden. Dat zijn bakens van hoop. De eerste nieuwbouw sinds twee decennia moet straks onderdak bieden aan tien gezinnen, de rest is speciaal voor ouderen. „Dan kunnen mensen tenminste tot het einde van hun leven in hun eigen dorp blijven wonen”, zegt Bert Stuut.