Groningse universiteit mocht kritische hoofddocent ontslaan, oordeelt het Hof

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) mocht universitair hoofddocent Susanne Täuber ontslaan. Dat heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep bepaald, staat in een woensdag gepubliceerde uitspraak. Täuber werd vorig jaar ontslagen na een opgelopen geschil met haar werkgever, onder meer nadat zij meermaals kritiek had geuit op het sociale veiligheidsbeleid van de universiteit.


Lees ook
Heeft de Groningse universiteit de kritische hoofddocent terecht ontslagen?

<strong>Een demonstratie</strong> (mede in het kader van Internationale Vrouwendag) in Groningen op 8 maart voor het Academiegebouw tegen het ontslag van <strong>Susanne Täuber</strong> (met groene jas en rugzak) door de Rijksuniversiteit Groningen.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/groningse-universiteit-mocht-kritische-hoofddocent-ontslaan-oordeelt-het-hof.jpg”><br />
</a> </p>
<p>De frictie tussen de hoofddocent en de faculteit Economie en Bedrijfskunde ontstond in 2018, toen Täuber geen promotie kreeg terwijl ze naar eigen zeggen wel voldeed aan de criteria. In 2019 schreef ze hierop een essay in het academische vakblad Journal of Management Studies (JMS), waarin ze kritiek leverde op het Rosalind Franklin Fellow-programma van de universiteit.</p>
<p>Met dit programma stimuleert de RUG vrouwelijke onderzoekers die een traject richting het hoogleraarschap ambiëren. Volgens Täuber krijgen vrouwen binnen dit programma geregeld te maken met discriminatie en ongelijke behandeling. De publicatie kon niet rekenen op steun van haar leidinggevenden. De decaan mailde JMS met de mededeling het stuk “ongepast” en “beschadigend” voor de universiteit te vinden, wat door Täuber werd gezien als aantasting van haar academische vrijheid.</p>
<h2 class=Doorslaggevende rol

In de jaren erop vertroebelden de verhoudingen tussen Täuber en haar werkgever verder. Een zoektocht naar een andere positie voor Täuber binnen de universiteit leidde tot niets, hoewel dat door de hoofddocent werd betwist. Volgens haar was er bij de Letterenfaculteit wel degelijk plek. In maart oordeelde de kantonrechter dat de RUG haar mocht ontslaan, ook al hadden haar leidinggevenden een grote, „zo niet doorslaggevende” rol gespeeld in het oplopen van het conflict.

Täuber, die bij de faculteit onderzoek deed naar mechanismen achter uitsluiting en discriminatie op de werkvloer, vond dat de rechter bij de beoordeling van haar ontslag ten onrechte de inhoud van haar essay, en daarmee haar vrijheid van meningsuiting, buiten beschouwing had gelaten. Ze tekende beroep aan en hoopte terug te kunnen keren bij de universiteit. In academische kringen maakte haar ontslag veel los. Wetenschappers en studenten protesteerden met de hashtag #AmINext tegen haar vertrek, een petitie tegen haar vertrek werd ruim 3.500 keer ondertekend.

In aanloop naar het hoger beroep voelde Täuber zich gesteund door de uitspraak van het gerechtshof over docent Paula van Manen, die door het ROC Nijmegen werd ontslagen nadat ze een kritisch boek over onderwijsvernieuwing had geschreven. In november oordeelde de rechter dat het ontslag van Van Manen een onterechte inbreuk op de vrijheid van meningsuiting was, en beval ze de onderwijsinstelling alsnog een ontslagvergoeding te betalen.

Niet het beginpunt

Maar volgens het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gaat de vergelijking tussen de zaak van Täuber en die van Van Manen niet op. Täubers essay was weliswaar onderdeel van de „keten aan gebeurtenissen” waaruit het arbeidsgeschil bestond, maar niet het beginpunt en ook niet essentieel voor de rest van de gebeurtenissen. De vrijheid van meningsuiting was dus niet in het geding. Bovendien zaten tussen haar essay en de aanzegging van haar contract tweeëneenhalf jaar, waarin „veel gebeurd is dat van invloed is geweest op de arbeidsverhouding.” Zo weigerde Täuber mee te werken aan verbetertrajecten, naar eigen zeggen omdat ze als onderdeel daarvan geen kritiek meer mocht uiten op de universiteit. Ook concludeerde de RUG volgens het gerchtshof terecht dat er nergens anders binnen de universiteit plek voor haar was.

Met de uitspraak is het ontslag van Täuber definitief. Ze krijgt geen ontslagvergoeding mee. Wel oordeelde het Hof dat ze door de kantonrechter ten onrechte was veroordeeld tot het betalen van de proceskosten gemaakt door de RUG, ter hoogte van 1.186 euro.