Vijf kleine beursfondsen kunnen zich net op tijd laten controleren door buitenlandse accountantskantoren, maar niet iedereen is daar blij mee

Vijf kleine beursbedrijven die dit jaar dreigden hun notering aan de beurs in Amsterdam te verliezen, hebben dat op het laatste moment weten te voorkomen. De vijf maakten deze maandag bekend dat zij alsnog een accountant hebben weten te vinden die hun jaarrekening wil controleren.

De vijf kleine fondsen, waaronder beleggersplatform IEX en vastgoedfonds Bever, zaten bij beursuitbater Euronext op de strafbank omdat zij geen accountantscontrole konden overleggen. De vijf bedrijven hebben nu, voor de deadline van 15 januari, aan Euronext laten weten dat zij een accountantskantoor een opdracht hebben verstrekt om over 2024 alsnog een controle uit te voeren. Daarmee is ‘delisting’ van de fondsen van de baan.

Alle vijf vonden hun accountant buiten Nederland – net als in het voorjaar van 2023 investeringsmaatschappij Value8 van Peter Paul de Vries dat deed. Investeerder MKB Nedsense en IEX vonden dezelfde partij bereid als Value8, het Portugese Cravo, Fortes, Antão & Associados (CFA). Dat is geen toeval: Value8 is de grootste aandeelhouder van beide bedrijven.

Bever Holding, natuurherstelprojectontwikkelaar DGB Group en investeerder Lavide Holding vonden een nog onbekende partij buiten Nederland, maar wel binnen de Europese Unie. Die partij moet nog wel een registratie ontvangen van de Autoriteit Financiële Markten om de beursgenoteerde Nederlandse bedrijven daadwerkelijk te kunnen controleren. Nog een derde partij heeft zo’n registratie aangevraagd, meldt belangenvereniging MidkapNL – dat ook onder leiding staat van De Vries. Of die accountant ook al klanten heeft gevonden in Nederland, is niet bekendgemaakt.

In Nederland mogen maar zes kantoren controles uitvoeren op ‘organisatie van openbaar belang’

De zoektocht naar een accountant die bereid was om de boeken te controleren en bij goedvinden af te tekenen is voor de kleine beursfondsen een lange geweest. In 2021 belandden in totaal tien beursfondsen op de strafbank van Euronext Amsterdam, omdat zij door het ontbreken van een accountantsverklaring niet voldeden aan de eisen voor een beursnotering aan de Amsterdamse beursindex. Eenmaal op de strafbank hadden de bedrijven twee jaar om alsnog een accountant te vinden.

In Nederland mogen momenteel maar zes accountantsorganisaties controles uitvoeren van ‘organisatie van openbaar belang’ (OOB), waaronder alle beursgenoteerde bedrijven vallen maar ook niet-beursgenoteerde banken en verzekeringsmaatschappijen. Dat zijn de vier grote accountantskantoren Deloitte, PWC, KPMG en EY aangevuld met de eveneens vrij grote kantoren BDO en Mazars.

Dat er zo weinig kantoren een OOB-vergunning hebben van de Autoriteit Financiële Markten, komt doordat een aantal jaar geleden een aantal kantoren hun vergunning hebben ingeleverd. Onder meer Grant Thornton en Baker Tilly deden dat. Aanleiding waren aanhoudende strenge rapporten van de AFM over de controlewerkzaamheden van die kantoren. De extra inspanningen die nodig waren om wel te voldoen aan de eisen zorgden volgens bijvoorbeeld Grant Thornton voor zoveel extra kosten, dat het uitvoeren van OOB-controles niet meer rendabel was.

‘Portugese route’

De route die nu gevonden is om alsnog een accountant met een OOB-vergunning te krijgen door de kleine beursbedrijven is echter niet onomstreden. Nadat Value8 in het voorjaar bekendmaakte dat CFA de cijfers over 2022 aan het controleren was, uitten verschillende partijen kritiek op die ‘Portugese route’. En beleggingsvereniging VEB is nog altijd kritisch. Directeur Gerben Everts vindt dat met deze route misbruik wordt gemaakt van verschillen in toezicht binnen de Europese Unie. Volgens Everts – in zijn vorige rol bij de AFM verantwoordelijk voor accountants – is het toezicht in de EU buiten Nederland minder streng. Het verschil zit volgens Everts vooral in de interne kwaliteitscontrole.

In Nederland wordt streng toegezien dat binnen kantoren zelf al wordt meegekeken met de kwaliteit van een accountantscontroles, in andere Europese landen is dat volgens de voormalig toezichthouder niet het geval. „Door voor deze route te kiezen om een accountant in te huren ben je van deze extra kwaliteitscontrole ontheven”, zegt hij aan de telefoon. „Ik vind dat deze bedrijven op deze manier wel erg opportunistisch gebruik maken van de Europese fragmentatie.”

Everts vindt het probleem met de accountantskwaliteit niet opwegen tegen het feit dat door de buitenlandroute nu een vijftal bedrijven hun beursnotering heeft weten te behouden. „Wij vinden dat heel veel bedrijven in dit segment niet op de beurs horen. Het zou beter zijn als dit soort bedrijven hun geld teruggeven aan de aandeelhouders. Wij zien meer in bedrijven die de tucht van de markt goed aankunnen. En die netjes rapporteren en daarmee ook een accountant kunnen vinden.”

De Vries van Value8 en vereniging MidkapNL – en tevens voorganger van Everts als directeur van de VEB – vindt het heel gek dat de beleggersvereniging op deze manier tegen kleine bedrijven op de beurs is en niet de belangen van de betrokken beleggers behartigt. „Een bedrijf als Aalberts was ook ooit heel klein op de beurs. Dat is nu 4 miljard euro waard op de beurs. Het zou toch zonde zijn als we andere bedrijven niet eenzelfde kans geven door ze toegang te geven tot beursfinanciering.”

Hij vindt het gek dat wordt verondersteld dat de kwaliteit van Portugese accountantsorganisaties zoveel slechter zou zijn dan van Nederlandse. „De wet voorziet expliciet in registraties van accountants uit andere EU-landen. Ze moeten voldoen aan dezelfde Europese regels.”

De Vries wijst erop dat de uiteindelijke controle moet plaatsvinden door een bij de beroepsorganisatie NBA geregistreerde accountant. „En als mensen alsnog twijfel hebben over de controle, dan zou ik zeggen: je hoeft niet in een beursfonds te investeren met een EU-accountant.”

Brancheorganisatie NBA is blij

Accountantsorganisatie NBA zelf laat in een reactie weten kennis te hebben genomen dat de vijf kleine beursondernemingen een accountant hebben gevonden. „Het is goed om te zien dat vooralsnog de markt dit toch gewoon kan oplossen”, laat een woordvoerder weten.

Bij de Tweede Kamer ligt sinds vlak voor de Kerst een wetsvoorstel waarmee onder meer moet worden geregeld dat de NBA, als een bedrijf zichtbaar moeite gestoken heeft om een accountant te vinden, er eentje kan aanwijzen als die zoektocht toch niet geslaagd is.

De NBA deelt wel de zorgen van de VEB rond de kwaliteit van de accountantscontrole. Het zou volgens de NBA dan ook vooral goed zijn als er toch weer meer Nederlandse OOB-kantoren komen.