KRO-NCRV stopt per direct met het gebruik van X als communicatiekanaal vanwege de aanhoudende haat en racisme op het platform. Dat heeft de omroep maandag aangekondigd. Directievoorzitter Peter Kuipers spreekt van een „maatschappij ontwrichtend” platform en roept andere omroepen en mediabedrijven op om X de rug toe te keren.
Afgelopen week zorgde de deelname van de Amsterdamse artiest en mediamaker Akwasi aan het spelprogramma de Slimste Mens voor een storm aan racistische reacties. Kuipers wijst in de verklaring expliciet naar deze „weerzinwekkende bagger van toetsenbordridders”. Sinds Elon Musk in 2022 X, toen Twitter overnam, nam de haat en racisme op het sociale medium haast onmiddellijk toe. Meerdere geblokkeerde accounts werden opnieuw toegelaten, wat bestrijders van racisme, hate speech en desinformatie grote zorgen baarde.
Volgens Kuipers past een platform „dat aan zijn gebruikers alle ruimte lijkt te geven aan polarisatie en racisme” niet bij de verbinding en harmonie in de samenleving waar KRO-NCRV zich voor zegt in te zetten. De omroep zegt wel nog actief te blijven op social media-kanalen als Instagram, Facebook, TikTok, Threads, LinkedIn en YouTube.
Lees ook Musk en Wilders twisten over migratie: ‘De Nederlandse natie zal uitsterven’
De stellige uitspraken van de Belgische koning Filip over „ernstige humanitaire wantoestanden” in Gaza tijdens zijn jaarlijkse toespraak op de nationale feestdag op 21 juli gaan de boeken in als zijn meest moreel geladen speech in ruim tien jaar koningschap. Daarover zijn koningshuiskenners en de Belgische media het eens.
Koning Filip begon zo, recht de camera in kijkend, zondagmiddag op de Belgische televisie: „Tientallen jaren lang was het internationaal recht de betrouwbare pijler waarop staten konden steunen. Vandaag de dag wordt dat openlijk in twijfel getrokken.” Hij vervolgt: „Maar wanneer het internationaal recht met voeten wordt getreden, verliest de hele wereld daarbij.”
NRC
Sorry, het lukt niet om de video af te spelen.
of probeer het later nog eens.
Het Belgische staatshoofd richtte zich zondag vrijwel direct kritisch tot de Europese Unie, die „samenwerking [met Israël] blijft verkiezen boven confrontatie”. Vanuit Brussel spoort hij de Europese instituties die in zijn thuisstad zetelen aan: „Europa moet zijn leiderschap nog sterker laten gelden.” Nog geen week eerder bleek dat de EU Israël geen sancties oplegt, of andere maatregelen tegen de regering-Netanyahu treft, ondanks schending van humanitair recht in Gaza. Een diplomatiek akkoord, met Israëls belofte meer voedselhulp aan Gaza toe te laten, ligt daaraan ten grondslag.
Met deze toespraak zegt Filip: ‘De maat is vol, ik kan niet langer zwijgen’
‘Unieke gebeurtenis’
De uitspraken over Gaza, die de kern van de toespraak vormen, zijn „verregaand”, zegt Mark Van den Wijngaert, emeritus hoogleraar hedendaagse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven en kenner van het Belgische koningshuis. Volgens hem zijn er vrijwel geen koningen in de historie van de Belgische monarchie die een duidelijker standpunt hebben ingenomen wat de internationale rechtsorde betreft. Ook de Nederlandse koning Willem-Alexander heeft publiekelijk niet dergelijke uitlatingen gedaan. „Het is een unieke gebeurtenis, in de geschiedenis van de monarchie en in algemene zin.”
Van den Wijngaert schrijft de uitspraken toe aan de persoonlijke zienswijze van koning Filip. „Hij heeft lang gewacht, waarschijnlijk tot de federale regering een standpunt zou hebben ingenomen. Maar dat gebeurde niet, gezien de onenigheid tussen de twee grote regeringspartijen [N-VA en MR] omwille van een zekere electorale aanhang in Joodse kringen. Met deze toespraak zegt hij: ‘De maat is vol, ik kan niet langer zwijgen’”.
Als je de linkse media mag geloven is Gaza het allergrootste probleem in ons land
De Belgische regering, toen nog onder leiding van voormalig premier Alexander De Croo, wierp zich als een van de eerste na de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 op om het humanitair recht in Gaza te verdedigen. In het voorjaar van 2024 zocht hij Europese partners om sancties aan Israël op te leggen.
Daarna draaide de politieke wind. Dit jaar verhardde het debat in de in februari aangetreden regering-De Wever. Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) „frustreerde” de coalitiepartners regelmatig met zijn Gaza-uitspraken, zo schreef dagblad De Morgen in mei. Op X postte Francken: „Gaza, Gaza, Gaza heel de dag in elk nieuwsbulletin” en „Als je de linkse media mag geloven is Gaza het allergrootste probleem in ons land. Ze praten over niets anders meer”.
Vorige week bepaalde een rechtbank in Brussel dat de Vlaamse regering „iedere” vorm van wapenexport naar Israël moet tegenhouden. De Vlaamse regering is, net als de federale regering, verdeeld over de kwestie en gaat in beroep tegen de uitspraak.
Lees ook
In Antwerpen is de dialoog tussen de Joodse gemeenschap en moslims op dit moment ‘zeer complex’
Formeel en meelevend
Koning Filip (1960) zit sinds 2013 op de troon en zijn populariteit groeit, liet een recente peiling zien. Hij wordt gezien als formeel, maar staat ook bekend om zijn „menselijke, meelevende en betrokken” kant.
Hoewel de koning zich dient te onthouden van politieke uitspraken, kan zijn toespraak worden geïnterpreteerd als steun voor minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot (Les Engagés). Hij zou graag een steviger standpunt inzake Gaza in willen nemen, maar stuit op politieke weerstand. Wel werd de toespraak politiek gedekt – zoals formeel het geval is bij alles wat de koning zegt of doet – door het kabinet van premier Bart De Wever, in het kader van de ministeriële verantwoordelijkheid. Maandag was de Belgische regering een van de ondertekenaars van een oproep van vooral Europese landen om de oorlog in Gaza te stoppen.
De toespraak, die volgens koningshuiskenner Van den Wijngaert door de koning zelf is geschreven, was een „delicate opgave”.
Met een anekdote over twee vaders, een Palestijn en een Israëliër, die allebei een kind verloren in het conflict, benadrukte de koning in zijn toespraak dat de „menselijke waardigheid” op het spel staat. Van den Wijngaert: „Hij sprak vanuit zijn overtuiging als wereldburger, als humanist”. Hij besluit: „Laat hem daarmee een voorbeeld voor andere staatshoofden zijn.”
Lees ook
De internationale kritiek op Israël zwelt aan: hoe kijkt de wereld naar de oorlog in Gaza?
„Het is een pad vol doornen”, verklaart de Japanse premier Shigeru Ishiba maandag na de forse verkiezingsnederlaag van zijn partij. „Ik wil oprecht de dialoog met andere partijen verdiepen, gericht op het welzijn van het land.”
Veel keuze heeft de regerende Liberaal-Democratische Partij (LDP) niet: na de sluiting van de stembussen werd al snel duidelijk dat de partij en haar bondgenoot Komeito hun meerderheid in het Hogerhuis verliezen. De definitieve uitslag is pijnlijk, de coalitie kreeg 47 van de 50 zetels die nodig waren voor een meerderheid. De uitslag toont een harde ruk naar rechts en betekent een nieuwe fase van politieke instabiliteit voor Japan.
„Is het niet tijd dat de jongere generatie het overneemt?” vraagt de 18-jarige student Yumi Ichijo zich af in haar woonplaats Shiroishi, een kleine stad in het noorden van Japan, ver verwijderd van de politiek van Tokio. Haar provincie Miyagi is lange tijd een bastion van de LDP geweest. In 2019, 2021 en 2022 won de partij nog ruimschoots de zetels in de verschillende stemdistricten die verkiesbaar waren. . In 2024 kwam daar verandering in en won de grootste oppositiepartij, de centrumlinkse CDP, de zetel in het Lagerhuis. Dit jaar neemt het ook die in het Hogerhuis over. Het is een patroon dat zich over heel Japan heeft verspreid.
Conservatieve wortels
Voor premier Ishiba betekent het verlies van de verkiezingen een drastische verzwakking van zijn positie. In het afgelopen jaar leidde hij een al instabiele minderheidsregering in het Lagerhuis; hij werd gedwongen tot moeizame compromissen met gematigde oppositiepartijen. Zijn strategie leverde geen breed vertrouwen op bij de kiezers, en stuitte op aanhoudend verzet binnen zijn eigen partij.
Het wantrouwen in Ishiba leefde al langer onder collega’s, maar na deze verkiezingen nemen sommige het heft in eigen handen en beschuldigen hem er openlijk van de partij de afgrond in te werken. Oud-vicepremier Taro Aso, die zijn zinnen heeft gezet op de positie als partijleider, opperde meteen dat het „onacceptabel” is dat Ishiba aan het roer blijft.
Voorstanders van een rechtsere koers wijzen naar het verlies als bewijs voor hun stelling dat de partij te ver is afgedreven van zijn conservatieve wortels. Namen van mogelijke opvolgers van Ishiba circuleren inmiddels: Shinjiro Koizumi, landbouwminister en zoon van de populaire oud-premier Junichiro Koizumi, lijkt zich warm te lopen. Ook Sanae Takaichi, de oud-minister die vorig jaar nipt werd verslagen door Ishiba in de interne verkiezingsstrijd, wordt genoemd. Met haar uitgesproken rechtse standpunten spreekt ze kiezers aan die zich aangetrokken voelen tot meer populistische stemmen.
Voor de meeste mensen in mijn generatie is politiek iets waar ze simpelweg geen beeld bij hebben
‘Japanners eerst’
Terwijl de gevestigde LDP moeite heeft kiezers te trekken, wint een andere kracht gestaag terrein: radicaal-rechts. De in 2020 opgerichte partij Sanseito werd door critici aanvankelijk als marginaal bestempeld, maar profileerde zich tijdens de campagne dit jaar als de stem van het „vergeten Japan”. Met nationalistische slogans als „Japanners eerst”, dreigende taal tegen migranten en felle kritiek op het immigratiebeleid van de LDP wist de partij vooral onder ontevreden jonge mannen die actief zijn op sociale media flink wat stemmen binnen te slepen.
Het is een verrassende doelgroep. In Japan is de jongerenstem namelijk het laagst van alle democratische landen van de OESO, een organisatie van industrielanden. Bij de parlementsverkiezingen in oktober 2024 bracht slechts 34,6 procent van de twintigers zijn stem uit, ongeveer een op de drie. Onder tieners lag dat percentage slechts enkele punten hoger. Ter vergelijking: de totale opkomst was 53,9 procent, en gemiddeld maken zeven op de tien zestigplussers de gang naar de stembus. Volgens experts is deze politieke desinteresse het gevolg van een gebrek aan maatschappelijk onderwijs op school.
Yumi Ichijo laat trots haar eerste stempas zien. Foto privécollectie
„De politiek is te ontoegankelijk geworden voor jonge mensen”, zegt student Ichijo. Op haar eettafel heeft ze een foto uit haar jeugd neergelegd. „Ik wil al sinds ik op de basisschool zit burgemeester van mijn stad worden”, zegt ze trots terwijl ze met haar vinger op haar eigen geprinte voorhoofd tikt.
Naast de foto plaatst ze een krantenknipsel waarin ze groot staat afgebeeld. Als scholier zette ze zich in voor de leerlingenraad en overtuigde de schoolleiding ervan de ongemakkelijke standaard schooluniformen te vervangen door comfortabele kleding. Het is slechts een voorbeeld in een lange reeks zaken waarin ze politiek actief is: van zeldzame planten in de lokale sloot beschermen tot samenwerken met non-profitorganisaties om de gemeenschap hechter te maken.
„Inmiddels ben ik een lokale beroemdheid”, legt ze lachend uit. Het is de reden dat de lokale krant haar interviewde. „Maar mijn vrienden vroegen zich lange tijd af of ik gek was geworden. Ze vonden het leuk voor me en steunden me, maar voor hen klonk het alsof ik premier van Japan wilde worden”, vertelt ze. „Voor de meeste mensen in mijn generatie is politiek iets waar ze simpelweg geen beeld bij hebben.”
Aanhangers van de radicaal-rechtse partij Sanseito op een bijeenkomst tijdens de campagne. Foto Kim Kyung-Hoon/Reuters
Vicieuze cirkel
In de aanloop naar de verkiezingen werd herhaaldelijk gewezen op de lage betrokkenheid van jongeren. Deze verkiezingen blijken daarin geen kentering te brengen. De lage politieke participatie onder jongeren in Japan is niet zonder gevolgen. Uit onderzoek blijkt dat jonge Japanners gemiddeld zo’n 78.000 yen per jaar mislopen, omgerekend ruim 570 euro, voor elk procentpunt waarmee hun opkomst achterblijft. Omdat oudere kiezers wél hun stem uitbrengen, verschuiven politieke prioriteiten richting hun belangen. Beleidsmaatregelen die jongeren direct raken, zoals investeringen in huisvesting, werkzekerheid en onderwijs, blijven daardoor vaak onderbelicht. Het gevolg is een vicieuze cirkel: jongeren die zich niet gehoord voelen haken af, en wie afhaakt, wordt nog minder gehoord.
Toch zijn veel van de zorgen van jongeren in de praktijk ook die van andere generaties, vertelt Ichijo. „Het is voor iedereen steeds moeilijker om rond te komen”, zegt ze terneergeslagen. Op dit moment studeert ze aan de Universiteit van Fukushima om te leren hoe ze kleinere gemeenschappen uit de problemen kan krijgen. Haar kleine stad verkeert in economische malaise, mede door de uittocht van jongeren en het verval van traditionele industrieën, zoals de tuinbouwsector. „Dat is niet iets waar alleen wij last van hebben, maar iedereen.”
Economische zorgen stonden dan ook centraal tijdens de verkiezingen. De inflatie is aanhoudend hoog, de lonen stagneren, en veel huishoudens merken dat hun koopkracht slinkt. De prijs van basisproducten zoals rijst is in minder dan een jaar tijd bijna verdubbeld. Het vertrouwen in het economische beleid van de regering wankelt.
De gemiddelde twintiger met een universitair diploma verdient nu iets meer dan 4,5 miljoen yen, ongeveer 26.000 euro, per jaar. In Nederland is dat bedrag bijna 20.000 euro hoger, terwijl het algemene prijspeil nauwelijks verschilt. De regerende LDP probeerde in de aanloop naar de verkiezingen het tij te keren met directe financiële steun: 20.000 yen (ongeveer 116 euro) per volwassene, met een verdubbeling voor gezinnen met lage inkomens.
Premier Ishiba zei dat deze maatregel „snel, eenvoudig en effectief” zou zijn. Vanuit de oppositiepartijen klonken andere geluiden. Zo pleit de CDP voor een verlaging van de btw, vooral op voedsel en basisproducten, waarmee zij meer structurele verlichting belooft. Sanseito gaat nog verder en wil de btw helemaal afschaffen. Een maatregel waarvan experts waarschuwen dat die desastreuze gevolgen zal hebben voor de staatskas.
Importheffingen
De verkiezingsnederlaag van de LDP komt op een moment waarop Japan zich nauwelijks diplomatieke onzekerheid kan veroorloven. Op 1 augustus treedt namelijk een nieuw Amerikaans tariefpakket in werking, ingesteld door president Donald Trump, dat een importheffing van 25 procent oplegt op vrijwel alle Japanse exportproducten.
Premier Ishiba probeerde maandenlang de stilstand in de onderhandelingen met Washington te doorbreken via achterkamergesprekken en persoonlijke diplomatie. Zonder resultaat. Het verlies van de LDP-Komeito-coalitie betekent dat Ishiba niet langer verzekerd is van parlementaire steun voor een potentiële deal met de VS, nog altijd de belangrijkste buitenlandse afzetmarkt voor Japanse bedrijven. Tijdens een recent bezoek van de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent weigerde deze het onderwerp importheffingen zelfs formeel op te nemen in de agenda. De boodschap was helder: zonder stabiele regering geen serieuze onderhandelingen.
De gevolgen van het uitblijven van een deal kunnen aanzienlijk zijn. De Japanse auto- en staalindustrie, beide pijlers van de nationale economie, worden al getroffen door heffingen. Een nieuwe, brede importheffing zou Japan in een recessie kunnen storten.
Toch blijft er hoop, al komt die niet uit Tokio. In Shiroishi wijst aspirant-politicus Ichijo naar de toekomst. „Politiek moet geen carrière zijn voor oude mensen die niets anders gewend zijn”, zegt ze ontstemd. „Het moet weer verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Politiek moet weer tweerichtingsverkeer worden tussen politicus en kiezer. Dat is de enige manier om iedereen in Japan mee te krijgen.”
Plasticvervuiling teistert land en oceaan. Chemici zoeken manieren om plasticmoleculen uit elkaar te halen om er later weer nieuw, hoogwaardig plastic van te maken. Onderzoekers van de TU Eindhoven hebben een meer dan honderd jaar geleden ontdekte chemische reactie op basis van licht hiervoor ingezet.
Anders dan bij andere fotochemische recyclingmethoden kunnen de plasticmoleculen met hun aanpak niet alleen losgeknipt maar ook opnieuw gekoppeld worden met behulp van licht, schrijven ze in het wetenschappelijke tijdschrift Advanced Materials. „Dat is nog niet eerder gedaan”, zegt Fabian Eisenreich, assistant professor Chemical Engineering en Chemistry aan de TU Eindhoven en een van de auteurs van het onderzoek. „Het maakt deze plasticmoleculen helemaal circulair.”
Mechanische recycling
Net als plastic zelf is ook plasticrecycling er in vele soorten en maten. Mechanische recycling wordt in de praktijk nu mondjesmaat toegepast. Hierbij worden grote stukken plastic gesorteerd per soort en opgeknipt in snippers die hergebruikt kunnen worden. Bedrijven die hiermee bezig zijn hebben het de laatste jaren echter zwaar, omdat oliebedrijven volop inzetten op de productie van plastic waardoor nieuw plastic goedkoper is dan hergebruikt plastic.
Ondertussen vindt er veel onderzoek plaats in de richting van chemische recycling. Hierbij worden de lange ketens van moleculen waar plastic uit bestaat – polymeren – omgezet in kleine moleculen – monomeren – die weer als nieuwe bouwstenen voor plastic of andere chemische producten kunnen dienen. Hoge temperaturen of licht drijven de chemische reacties voor het opknippen aan, eventueel in combinatie met een katalysator.
„Het voordeel van licht is dat het veel minder energie vraagt dan hitte”, zegt Eisenreich. „Chemisch gezien zijn er ook belangrijke verschillen. Met licht zijn moleculen selectief aan te pakken. Als je plastic verhit, tot 500 tot 800 graden, dan breekt het de polymeren ook wel, maar je krijgt dan een complexe mix van verschillende moleculen in plaats van gerichte monomeren van één soort.”
Toch is het ook met licht nog moeilijk om precies de juiste bouwblokken terug te krijgen om er nieuw plastic van te maken. „Meestal worden de moleculen die na fotochemische recycling overblijven in andere chemische processen ingezet. Dat wordt wel gezien als hoogwaardig hergebruik, maar het maakt de plastic-cirkel niet helemaal rond.”
Fotochemische transformaties
Dat is nu wel gelukt, dankzij een proces in twee stappen. Het idee voor het eerste deel van de aanpak deed Eisenreich op tijdens de voorbereiding van een college voor studenten. „Ik keek oude tekstboeken over fotochemie in en kwam de pinacol coupling-reacties tegen. Dat zijn uitgebreid bestudeerde fotochemische transformaties die in 1900 al zijn ontdekt. Daarbij ontstaat onder invloed van licht een stabiele koolstof-koolstofbinding. Ik was verrast dat ik nergens onderzoek kon vinden dat deze aanpak succesvol had toegepast op polymeren. In de jaren 70 was wel een poging gedaan, maar dat was op niks uitgelopen.”
Sindsdien is er op het gebied van licht veel vernieuwing geweest. Met LED is gekleurd licht met veel energie eenvoudig uit te zenden, dat heeft voor fotochemie veel nieuwe mogelijkheden opgeleverd. Eisenreich en zijn collega’s besloten opnieuw te proberen de pinacol coupling-reacties te gebruiken voor het maken van polymeren. Met succes.
Blauw LED-licht
Om de cirkel te kunnen sluiten moeten de gemaakte polymeren selectief losgeknipt worden, in monomeren waarmee de pinacol coupling-reactie opnieuw kan plaatsvinden. Dat gebeurt met een ander chemisch proces. „We gebruiken naast blauw LED-licht daarbij ook een katalysator, ceriumchloride”, zegt Eisenreich. „Onze polymeer is alleen ontvankelijk voor het licht als ook de katalysator aanwezig is. Het molecuul breekt dan op precies de juiste plek.”
Eisenreich wil met zijn aanpak nu meer polymeren gaan maken. Op bestaand plastic is zijn methode niet toe te passen. Ook biedt het geen oplossing voor problemen rond verzamelen en sorteren van verschillende soorten plastic. „We ontwerpen nieuwe polymeren die hopelijk ooit in de plaats kunnen komen van nu veelgebruikte plastics zoals PP en PE. Met dezelfde kwaliteiten qua gebruik, maar gemaakt met recyclen indachtig.”