Roeicoach Michelle Darvill: ‘Het gaat erom: hoe kun je de beste versie van jezelf zijn’

Toen roeicoach Michelle Darvill (58) in Nederland arriveerde, dat was in januari 2022, kreeg ze van roeibond KNRB meteen een fiets. Om mee te fietsen met roeiers langs de Amstel en de Bosbaan. De dag daarop zat ze al 30 kilometer op het zadel. Het is anders dan in Canada, waar ze vandaan komt, en eerst als roeier en daarna als coach heeft gewerkt. „Daar zitten coaches vaak in motorboten.”

De fiets heeft haar voorkeur. „Het is vrediger, zeker voor de roeiers.” En ze noemt het „verfrissend” om zo met sporters op te kunnen rijden. Als we elkaar spreken, op het kantoor van roeibond aan de Bosbaan, heeft Darvill net meegefietst met een training van skiffeur Karolien Florijn.

Florijn is waarschijnlijk het bekendste gezicht van de Nederlandse roeiploeg, die de laatste tijd ongekend succesvol is.

Met als hoogtepunt de wereldkampioenschappen in Belgrado afgelopen september, waar de eindstand vijf keer goud en drie keer zilver was. Een unicum: Nederland had nog nooit meer dan één keer goud gewonnen op een WK. Ook Florijn, in 2022 de eerste Nederlandse die wereldkampioen werd in een skiff, won vorig jaar opnieuw het goud.

Darvill, die naast Florijn ook coach is van de dubbeltwee en de twee-zonder bij de vrouwen, werd na de Zomerspelen van 2021 naar Nederland gehaald door de KNRB. In Tokio had ze goud gewonnen met de vrouwenacht. Extra bijzonder, omdat het Canadese roeien in een onrustige tijd zat na het verschijnen van een rapport over het onveilige sportklimaat daar.

Eerder was Darvill ook zelf succesvol roeier: ze werd wereldkampioen in verschillende lichtgewicht-klassen, eerst voor Canada, later voor Duitsland (ze heeft een dubbele nationaliteit).

Aan de Nederlandse directheid moet ze nog steeds een beetje wennen, vertelt ze. Van nature formuleert ze liever wat voorzichtiger. Dat is iets Canadees, zegt ze, maar ook iets van haar persoonlijk. „ Hier in Nederland is het al snel: ja, maar dát heb je niet gezegd. Daar werk ik nog aan: meer to the point zijn.”

Het huidige Nederlandse roeisucces werd zorgvuldig opgebouwd onder leiding van Eelco Meenhorst, die sinds 2021 bondscoach is. In 2022, bij de WK in Racice, „ging het ook al heel goed”, zegt Darvill. Het programma begon te werken, concludeerde ze.

Dat programma is een samenspel van veel verschillende experts: naast vier coaches en bondscoach Meenhorst, zijn er verschillende embedded scientists, fysiologen die voor iedere roeier individuele trainingsschema’s maken.

Daarnaast werden de boten flink door elkaar gehusseld: verschillende roeiers veranderden meerdere malen van boot de afgelopen twee jaar.

Wat doet dat met een groep mensen, zoveel veranderingen?

„Voor sommige mensen was het heel motiverend, maar anderen vonden het stressvol. Ik snap dat ook wel: als je traint met een groep mensen en je bouwt een band op, dan is het niet makkelijk als je uit elkaar gehaald wordt. Maar de bedoeling is niet om te ontregelen, of om mensen te kwetsen. De bedoeling is dat ze van elkaar kunnen leren en dat ze daardoor beter worden.”

Het hoogste doel stond al een tijdje vast: twee gouden medailles op de Olympische Spelen van Parijs, één bij de vrouwen, één bij de mannen. Maar gebaseerd op die zeer succesvolle laatste WK zijn er nu ook „ambities” om met meer thuis te komen.

Toch lukt tot dusver nog niet alles. Zo plaatste de vrouwendubbeltwee met Lisa Scheenaard en Nika Vos zich weliswaar voor de Spelen, maar niet voor de A-finale in Belgrado. „Dat was teleurstellend.” Deels kwam dat omdat ze pas sinds zes weken voor de WK samen roeiden, zegt Darvill.

Als coach wil je het liefst tijd kunnen besteden aan het teamgevoel, aan een gezamenlijke visie en missie. „Maar daar is niet altijd tijd voor.” En niet elk team werkt vanaf het begin goed samen. Dat kost soms tijd, zegt ze.

Vrijdag werd bekendgemaakt dat Scheenaard niet met Vos maar met Martine Veldhuis naar de Spelen gaat. Voor Kerst hadden de coaches eventuele nieuwe combinaties geëvalueerd, zegt Darvill. „En deze leek te klikken”.

Karolien Florijn lijkt bijna onaantastbaar in de skiff. Hoe is het om haar te coachen?

„Karolien heeft een enorm vermogen om haar eigen grenzen te verleggen. Ze is een uitzonderlijke sporter, en ze kan constant presteren onder druk, zelfs als ze zich niet op haar best voelt.”

Maar, zegt Darvill, zoals het topsporters eigen is, kunnen ze over hun eigen grenzen gaan, waardoor vermoeidheid zich opbouwt. „Dan haal je misschien wel het gewenste trainingseffect, maar het herstel is soms niet optimaal en daar kunnen de prestaties onder lijden.”

„Karolien heeft de laatste paar jaar geleerd om beter te luisteren naar hoe haar lichaam reageert op trainingen. Daarover is ze heel open en eerlijk, zodat wij haar beter kunnen monitoren en haar programma waar nodig aanpassen.”

Coaches zeggen vaker dat het moeilijk is om in te schatten of sporters over die grenzen gaan, omdat ze tegen hen niet willen klagen. Hoe ga je daarmee om?

„Ja, hoe beter je mensen kent, hoe beter je leert hoe ze reageren op trainingen. Veel sporters zijn zo gedreven dat ze liever te hard werken. Onze vier fysiologen houden dat in de gaten en leren sporters hoe ze op een goede manier trainen.”

Ik heb gemerkt dat coaches onderschatten hoezeer hun gedrag sporters beïnvloedt

Vind je dat je het als coach wel eens gemist hebt?

„Ja, er zijn zeker momenten geweest dat ik dacht: ik had meer moeten opletten, wetende dat dit een zware periode is. Ik had meer vragen moeten stellen.”

Wat voor soort vragen dan?

„Dat ligt aan de sporter, hoe goed je elkaar kent en hoe prettig ze zich bij je voelen. Maar vragen als: slaap je genoeg? Wat doe je dit weekend? En als iemand zegt: ik ga het hele weekend in bed liggen, dan vraag je je af: is dat normaal na deze week? Of was het niet zo intensief en zou iemand eigenlijk zin moeten hebben om op familiebezoek te gaan?”

Roeien is een zware trainingssport. Wanneer zie je roeiers het gelukkigst?

„Als ze iets uitzonderlijk gepresteerd hebben, of een plan heel succesvol hebben uitgevoerd. Of het nou tijdens een training of een race is. Als coach is het heel bevredigend om te zien dat roeiers trots worden op hun uitvoering en hun inzet om zichzelf steeds te verbeteren.”

De belangrijkste competitie is dus met jezelf?

„Ja, dat probeer ik sporters bij te brengen. Je hebt niet in de hand hoe de competitie of je teamgenoten het doen op een bepaalde dag. Het gaat erom: hoe kun je de beste versie van jezelf zijn.”

En wat betekent dat?

„Dan gaat het om je inzet, niet of je goud, zilver of brons wint. Als je er volledig voor gaat en je wordt ‘maar’ tweede, dan is dat wat het is. Dan moet je respect voor je tegenstander hebben.”

Daarbij, zegt ze, is het als sporter heel gezond om meer aandacht voor het proces te hebben, de doelen die je tussentijds haalt, dan je alleen dood te staren op die eerste plaats. „Natuurlijk is winnen belangrijk, maar het bepaalt niet je eigenwaarde als mens. Je bent geen ‘winnaar’ of ‘verliezer’. Je ego moet tegen een stootje kunnen.”

Een mooi voorbeeld, zegt ze, is de twee-zonder: Ymkje Clevering en Veronique Meester. „Zij worstelden met hun gezondheid en fitheid, halverwege vorig jaar. Bij de vorige WK waren ze tweede. En op de Bosbaan ook, met afstand.” Dat was tijdens de Holland Beker, waar hun tegenstanders uit Australië maar liefst dertien seconden eerder over de finish kwamen.

„Op dat moment dachten ze echt: pfff, hoe gaan we dit doen? Ik ben er heel trots op dat ze het hebben weten om te draaien. En ze hebben het gedaan.” Clevering en Meester wonnen goud in Belgrado.

Foto’s Merlin Daleman

Bondscoach Michelle Darvill was ook zelf succesvol roeier: ze werd wereldkampioen in verschillende lichtgewicht-klassen, eerst voor Canada, later voor Duitsland.

Wat is jouw rol daarin geweest?

„Ik heb ze een veilige omgeving geboden waarin ze zich toen prettig genoeg voelden om hun angst uit te spreken: ze dachten dat het gat te groot was.”

Is dat belangrijk, om het uit te spreken?

„Ja, ik denk het wel. Anders moesten ze het alleen dragen. We hebben nu eerst erkend dat we teleurgesteld waren, en daarna zijn we vooruit gaan kijken: wat moet er gebeuren? Ik heb toen gezegd: laten we alles doen wat we kunnen, zodat we straks trots kunnen zijn op het feit dat we het geprobeerd hebben.”

Als Darvill iets geleerd heeft in haar carrière, die van Canada, naar Duitsland, naar Nederland leidde, is dat samenwerking tussen coaches een voorwaarde is voor succes. „Ik heb gewerkt bij teams waar dat niet zo was. Als er spanning tussen coaches is, dan krijgen roeiers ook het gevoel dat ze concurrent zijn van elkaar.”

De coaches hier in Nederland hebben een goede band onderling, zegt ze. „Wij, de vier coaches en Eelco, fietsen bijvoorbeeld vaak samen langs de Amstel of de Bosbaan. We delen informatie, helpen elkaar, vragen elkaar advies. Het is belangrijk dat roeiers dat zien, dat we allemaal onderdeel van een team zijn.”

Het was zichtbaar bij de WK, zegt Darvill. „Elke boot die binnenkwam, werd opgewacht door een clubje mensen. Iedereen vierde elkaars succes. Ik zie dat als een heel goed teken.”

Maar waarom zou je als coach eigenlijk níét samenwerken? Het lijkt me logisch dat kennis delen betere resultaten oplevert.

Lachend: „Dat zou kunnen komen door ego en een misplaatst gevoel van concurrentie.” Weer serieus: „Ik heb gemerkt dat coaches onderschatten hoezeer hun gedrag sporters beïnvloedt.”

Dat was ook het geval in het Canadese toproeien, waar het onder leiding van toenmalig vrouwenhoofdcoach Dave Thompson flink misging. Een in 2022 verschenen rapport spreekt van een ‘giftige cultuur’, waarin sprake is van intimidatie, kleineren, uitschelden en voortrekken door coaches. Ook de sfeer tussen sporters onderling was vaak slecht.

De eerste berichten hierover kwamen naar buiten in 2019, het jaar waarin Darvill werd gevraagd voor het team.

Terugkijkend ziet ze hoe weinig kennis ze eigenlijk had over een veilig sportklimaat. „We waren daar helemaal niet in opgeleid. Sporters ook niet. Ze wisten niet waar ze zich moesten melden. En wij zagen niet genoeg wat er precies aan de hand was.”

Na Thompsons ontslag, vlak voor de oorspronkelijke Spelen van Tokio in 2020, werd Darvill coach van de vrouwenacht. Het belangrijkste op dat moment: „een goede cultuur creëren.” Darvill nam een sportpsycholoog en een mental coach aan.

Met de sportpsycholoog zette ze Zoomgesprekken op, want de periode dat dit gebeurde viel midden in de coronapandemie en iedereen zat verspreid over Canada. Darvill liet de roeisters opdrachten doen om elkaar beter te leren kennen, of ze deelden video’s van zichzelf op de ergometer of tijdens een hike. Darvill: „Waar ik vooral mee bezig was, was om een groep sporters bij elkaar te krijgen die eraan gewend waren geraakt hun teamgenoten als concurrent te zien.”

Voor ‘Tokio’ kregen de vrouwen van Darvill een duidelijk doel mee: een gold medal all out-effort. Ofwel: wees niet alleen bezig met sneller zijn dan de rest, maar geef álles wat je hebt. Het leverde een gouden medaille op. Een „spectaculair” moment, zegt Darvill, waarin zoveel samenkomt. „De sporters zijn fitter dan ooit, ze zijn ontzettend gemotiveerd, en ze zien hun droom uitkomen. En daar ben je dan onderdeel van. Dat geeft echt een high.”