N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Gezondheidszorg Het kwam vorig jaar 1.514 keer voor dat een medicijn landelijk minstens twee weken lang niet verkrijgbaar was., aldus apothekersorganisatie KNMP. In 2021 was daar 1.007 keer sprake van.
Het kwam vorig jaar 1.514 keer voor dat een medicijn landelijk minstens twee weken lang niet verkrijgbaar was. Dat aantal lag niet eerder zo hoog, zo stelt apothekersorganisatie KNMP zaterdag, dat de tekorten nu negentien jaar registreert. In 2021 was er 1.007 keer sprake van een medicijntekort van minimaal twee weken, het jaar ervoor 1.480 keer.
De tekorten duurden vorig jaar gemiddeld 91 dagen. Ook verdween 10 procent van de medicijnen helemaal van de markt. Methylfenidaattabletten, gebruikt tegen ADHD en narcolepsie, en oxytocine-injectievloeistof, dat bij bevallingen wordt ingezet, zijn voorbeelden van medicijnen waar vorig jaar een tekort aan was. Meestal kan er een alternatief geneesmiddel worden bedacht, zegt KNMP. „Dit betekent een stevige inspanning voor de beroepsgroep.”
Waarom het aantal tekorten vorig jaar hoger lag dan ooit, is niet duidelijk. Wel zegt KNMP dat problemen met de productie, distributie of kwaliteit van geneesmiddelen het vaakst de oorzaak zijn van het ontbreken van een medicijn. Ook is er volgens de organisatie een economische reden: „Ons land is door de lage prijzen voor fabrikanten en het beperkte inwoneraantal geen aantrekkelijk afzetgebied.”
Import
Per 1 januari dit jaar moeten groothandelaren van medicijnen voldoende voorraad van geneesmiddelen aanhouden. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet hierop toe, maar zal 2023 als ‘overgangsjaar’ zien en nog niet handhaven. KNMP-voorzitter Aris Prins noemt de tekorten „schrikbarend”, maar zegt hoopvol te zijn over de regel dat handelaren extra voorraden moeten aanleggen. „Dat is absoluut nodig, want patiënten, apothekers en andere zorgverleners ondervinden hier dagelijks buitengewoon veel last van.”
Prins noemt Nederland bovendien „kwetsbaar” en is ervoor om de productie van geneesmiddelen terug te halen naar Europa, een discussie die tijdens de coronapandemie – toen veel vaccins in het buitenland werden geproduceerd – aandacht heeft gekregen. „Nederland is afhankelijk van verre landen als China en India.”
Het ministerie van Volksgezondheid kijkt naar „alle mogelijke oplossingen” om medicijnen meer en beter beschikbaar te laten zijn, zegt een woordvoerder tegen persbureau ANP. De woordvoerder benadrukt daarbij dat het belangrijk is voor Europa om samen te werken op dit gebied. „Schaarste is een wereldwijd probleem en kan eigenlijk alleen goed internationaal worden aangepakt.
Facebook en Instagram, beide eigendom van Meta, mogen data over de seksuele geaardheid van hun gebruikers niet zomaar verzamelen en inzetten voor persoonlijke reclames. Dat oordeelt het Hof van Justitie van de Europese Unie vrijdagmiddag in een rechtszaak die mogelijk grote gevolgen kan hebben voor het verdienmodel van sociale mediabedrijven.
Ook wanneer een gebruiker in het openbaar kenbaar heeft gemaakt wat diens seksuele voorkeur is, is het niet toegestaan die gegevens te gebruiken voor gerichte advertenties, oordeelde een Europese rechter. Dit was wel gebeurd bij de Oostenrijkse jurist en privacy-activist Max Schrems, die Facebooks moederbedrijf Meta hierom voor de Weense rechtbank sleepte.
Meta volgt de internetactiviteit van zijn gebruikers intensief, zowel op het eigen platform als daarbuiten. Hiermee kan Meta, in de woorden van het Hof, „gevoelige” gegevens identificeren en hier vervolgens op inspelen.
Schrems (39) kreeg advertenties speciaal gericht op homoseksuele mannen zonder ooit toestemming te hebben gegeven voor het gebruik van die informatie. Hij vroeg een Oostenrijkse rechter dit te verbieden. Die rechter vroeg het Europees Hof op zijn beurt om helderheid: mag Meta alle soorten data die het bedrijf in handen weet te krijgen opslaan, gebruiken en voor altijd bewaren?
Lees ook
Privacyjurist Max Schrems wordt ook wel de ‘vlieg in de chardonnay van de techindustrie’ genoemd
Nee dus, oordeelt het Hof vrijdag. En dus ook niet nadat Schrems zelf tijdens een publiek panelgesprek verteld had over zijn geaardheid. Binnen Europese privacyregels geldt immers het principe van ‘minimale gegevensverwerking’: bedrijven mogen alleen data verwerken voor strikt noodzakelijke doeleinden. Data over Schrems zijn seksuele oriëntatie — en die van andere gebruikers — valt hier buiten.
‘Vlieg in de chardonnay’ van Big Tech
Het vonnis van het Hof kan grote gevolgen hebben voor het verdienmodel van sociale mediabedrijven, die voor hun inkomsten vaak afhankelijk zijn van op de persoon gerichte reclames. „Na dit oordeel mag alleen een klein deel van Meta’s gegevens worden gebruikt voor advertenties”, zegt de advocaat van Schrems tegen persbureau Reuters. „Deze uitspraak geldt ook voor elk ander online advertentiebedrijf dat geen strenge procedures hanteert voor het verwijderen van gegevens.”
De uitspraak is een nieuwe overwinning voor de ‘vlieg in de chardonnay van de techindustrie’, zoals activist Schrems door menig bewonderaar ook wel wordt genoemd. Die bijnaam heeft Schrems, die ooit via een studieopdracht het onderwerp inrolde, te danken aan een serie eerdere rechtszaken die hij de afgelopen tien jaar aanspande én wist te winnen. Begin 2023 dwong Schrems Meta al eens via de rechter tot een historisch hoge boete van 1,2 miljard euro. Ook werden twee Europees-Amerikaanse privacy-verdragen onrechtmatig verklaard na rechtszaken van Schrems.
Een marcherend leger met de schilden in de lucht gestoken, daar deed deze kolonie mosselen natuurfotograaf Theo Bosboom aan denken. Het riep bij hem associaties op „met scenes uit Game of Thrones en The Lord of the Rings”. En al leven deze mosselen in werkelijkheid aan de Portugese westkust in plaats van in Hollywood, rodeloper-waardig zijn ze zeker: Bosbooms werk wordt gelauwerd bij de prestigieuze fotowedstrijd Wildlife Photographer of the Year. Uit in totaal meer dan 60.000 inzendingen door professionele fotografen en amateurfotografen wereldwijd heeft Bosbooms werk de onderscheiding highly commended gekregen binnen de categorie ‘Animals in their environment’. Op 8 oktober worden pas de winnaars van de wedstrijd bekendgemaakt. Vanaf 11 oktober zijn alle genomineerde én winnende foto’s vervolgens te zien in het Natural History Museum in Londen. Later zal de expositie rondreizen en vermoedelijk net als in eerdere jaren ook Nederland aandoen.
Bosboom maakte de foto op het strand Praia da Ursa, ten westen van Lissabon, laat hij per e-mail weten. „Het strand dankt zijn naam aan de rotsformaties, waarvan er eentje aan een beer doet denken. Het ligt op een steenworp afstand van Cabo da Roca, het meest westelijke punt van het vasteland van Europa. Het strand is door de hoge kliffen vrij lastig te bereiken, je moet een flink stuk afdalen langs een smal en steil bergpad – en weer omhoog natuurlijk. Dat is vooral door de zware foto-uitrusting een uitdaging.”
De foto is genomen met een probelens, die hij zelf omschrijft als een dunne, langgerekte macro-groothoeklens. „Zo kon ik én de mosselen van dichtbij zien én het ruige kustlandschap langs de Atlantische Oceaan in beeld brengen.” Hij had de mosselen al gezien tijdens een eerder bezoek een paar dagen eerder, maar toen kon hij ze door hoog water niet bereiken.
Als natuurfotograaf hecht Bosboom er belang aan om juist soorten in beeld te brengen die als onbelangrijk en niet-fotogeniek worden gezien. „Mosselen zijn cruciaal in dynamische ecosystemen doordat ze bacteriën, algen en zwevend stof uit het water filteren en zo de waterkwaliteit verbeteren”, benadrukt hij. „Daar hebben ook andere schelpdieren, schaaldieren en zelfs vissen profijt bij.”
Transfersommen van tientallen, soms zelfs honderden miljoenen euro’s. Contracten die vrijwel nooit worden uitgediend omdat voetballers zonder contract geen geld opleveren. Clubs, de Nederlandse top-drie voorop, die hun bedrijfsmodel hebben gebouwd op de handel in veelal zelfopgeleide spelers. De economie van het moderne voetbal drijft op één simpele aanname: dat voetballers min of meer eigendom zijn van hun club, en dat ze hun contract niet of nauwelijks kunnen opzeggen. Maar die aanname klopt niet, blijkt nu, en daarmee is een belangrijke pijler onder het internationale transfersysteem (voorlopig) omvergetrokken.
Vrijdag deed het Hof van Justitie uitspraak in een zaak die onder juristen wel ‘Bosman 2.0’ wordt genoemd, een verwijzing naar het beruchte Bosman-arrest uit 1995. In die kwestie bepaalde de hoogste Europese rechter dat clubs geen transfersommen meer mogen vragen voor spelers die aan het einde van hun contract waren gekomen, een beslissing die de positie van profvoetballers tegenover clubs aanzienlijk versterkte.
Nu, bijna dertig jaar later, stond de waarde van het contract zélf ter discussie, dankzij de Franse oud-voetballer Lassana Diarra, die in de zomer van 2014 in conflict kwam met zijn toenmalige werkgever Lokomotiv Moskou. Kort en goed: Diarra werd beschuldigd van contractbreuk en door de FIFA lang geschorst (vijftien maanden) en zwaar beboet (10,5 miljoen euro). Ook vond hij aanvankelijk geen nieuwe club, omdat een nieuwe werkgever volgens FIFA-regels aansprakelijk kon worden gesteld voor de boete die hij moest betalen. Bovendien zou Diarra niet het vereiste certificaat krijgen om een transfer te fiatteren. Zware straffen dus, bedoeld om het spelers vrijwel onmogelijk te maken hun contract op te zeggen.
Diarra vocht de sancties aan bij de Belgische rechter en uiteindelijk belandde de zaak bij het Hof van Justitie in Luxemburg. Dat oordeelde vrijdag dat FIFA-regels rond contractbreuk zijn in strijd met het vrije verkeer van werknemers én de vrije mededinging tussen clubs.
Precieze gevolgen ongewis
Waren de gevolgen van het Bosman-arrest snel duidelijk – het gouden Ajax van de jaren negentig zag onder anderen Edgar Davids, Patrick Kluivert en Winston Bogarde gratis de deur uitlopen omdat hun contracten afliepen, waarna clubs er een gewoonte van maakten hun spelers vóór het laatste contractjaar van de hand te doen – de precieze consequenties van de zaak-Diarra laten zich moeilijker inschatten.
In het meest extreme scenario vervalt de voetbalmarkt in chaos en verliezen clubs de regie over hun spelers. Dan kunnen voetballers in de meeste EU-landen voortaan volgens het daar geldende arbeidsrecht hun verbintenis zonder al te veel problemen opzeggen. Contracten hebben dan weinig waarde meer, veel minder in elk geval dan de transfersommen van soms tientallen miljoenen euro’s die nu worden betaald om voetballers vast te leggen.
Want waarom grote bedragen neerleggen voor een voetballer die vrijwel ongestraft zijn contract kan inleveren? Dit vooruitzicht is het meest bedreigend voor clubs als Ajax, PSV en Feyenoord, die in hoge mate afhankelijk zijn van transferinkomsten uit jonge spelers die ze zelf hebben opgeleid of voor een relatief laag bedrag hebben gekocht.
Maar het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat het oordeel van het Hof uiteindelijk zo draconisch uitpakt, denken juristen, clubbestuurders en de internationale spelersvakbond FIFPro, die Diarra steunde in zijn zaak. Want net als in eerdere uitspraken over vergelijkbare onderwerpen, zelfs in het Bosman-arrest, erkenden de Europese rechters vrijdag dat de beoogde doelstellingen van de FIFA-transferregels „in het publieke belang” en „gerechtvaardigd” kunnen zijn.
Denk aan: enige stabiliteit garanderen in de selecties van clubs en daarmee van competities, een prikkel creëren om te investeren in de opleiding van jeugdspelers en voorkomen dat de internationale krachtsverhoudingen al te scheef worden.
Daarmee creëert het Hof ruimte voor sportbonden als UEFA en FIFA om regels op te stellen die afwijken van Europese mededingingsregels die gelden in ‘gewone’ bedrijfstakken. Alleen moeten die maatregelen wel „proportioneel en noodzakelijk” zijn om een uitzonderingspositie te rechtvaardigen. En het huidige transferregime van de FIFA voldoet niet aan die voorwaarden, blijkt uit het Diarra-arrest.
Terug naar de tekentafel
Dat betekent dat FIFA de geldende transferregels kan aanpassen. Om de kans te vergroten dat nieuwe regels wél verenigbaar zijn met het Europese recht, ligt het voor de hand dat de wereldvoetbalbond clubs en spelersvakbonden uitnodigt om gezamenlijk tot een akkoord te komen.
Uiteindelijk is iederéén gebaat bij een „uniform systeem”, zei hoogleraar sportondernemingsrecht Robby Houben (Universiteit van Antwerpen) eerder deze week tegen NRC, „waarin contractuele stabiliteit nog steeds belangrijk is, maar spelers een redelijke vrijheid genieten om van club te veranderen en waarin ook solidariteit bestaat voor opleidingsclubs”.
Of FIFA daartoe bereid is, is nog maar de vraag. In een summiere reactie op de uitspraak stelt de wereldvoetbalbond dat „slechts twee paragrafen van twee artikelen” van het transferregime „ter discussie” zijn gesteld. „Ze moeten het arrest nog eens goed lezen”, zegt FIFPro-jurist Roy Vermeer daarover. „We zien een uitnodiging van FIFA voor ‘cao-gesprekken’ graag tegemoet.”