Zijn daad was onderdeel van een plan, vertelt de ex-werknemer van het online betaalbedrijf Adyen vrijdagmiddag in de Amsterdamse rechtbank. „Ik was mijn huis uitgezet en kon nergens heen”, zegt hij. „Ik wilde de gevangenis in. Ik dacht: als ik iemand bedreig, word ik gearresteerd.”
En dus drong de man op 1 augustus vorig jaar met een mes het kantoor van zijn voormalig werkgever op het Amsterdamse Rokin binnen. Daar sprong hij boven op de toegangspoortjes, spreidde zijn armen, zwaaide met zijn mes en schreeuwde ‘Allahu Akbar’ (God is groot).
Tientallen Adyen-werknemers, die op witte bankjes aan het raam koffie zaten te drinken, renden in paniek de straat op en vergaderruimtes in, zo blijkt uit de camerabeelden tijdens de zitting. Een van de barista’s van de koffiebar vlak bij de ingang ‘bevroor’, bleek uit zijn getuigenis. Hij rende pas het gebouw uit toen zijn collega „run, run, run” schreeuwde.
Nadat het kantoor leeg was, trok de ex-werknemer, wiens naam om privacyredenen onvermeld blijft, rustig zijn jas uit, wachtte op de beveiligers en gaf zich over, zonder verzet. In afwachting van zijn proces werd hij naar de gevangenis gebracht. „Het is er prima. Net een hotel”, zegt hij tijdens de zitting. „Ik houd ervan alleen op een kamer te zitten. Ik ben altijd een loner geweest.”
In de rechtbank voert de verdachte, met zijn advocaat naast hem, vrijwel de hele zitting zelf het woord. Zijn grijze haren zijn strak in een scheiding gekamd. Hij is vermagerd en oogt vermoeid, met ingevallen wangen en ogen. Achter hem over zijn stoel hangt hetzelfde zwartleren jasje dat hij droeg tijdens zijn daad op het Adyen-kantoor.
De man werkte meerdere jaren voor Adyen als manager in een hoge positie. Daar verdiende hij „drie ton per jaar” vertelt hij tegen de rechter. Een salaris waarvoor hij „grote deals” binnenhaalde voor het beursgenoteerde fintech-bedrijf.
Shit happens
Hij had die dag in augustus absoluut niet de intentie om een van zijn oud-collega’s aan te vallen, vertelt de man. Hij hoopte slechts, zegt hij, dat hij in de gevangenis misschien hulp kon krijgen voor zijn psychische problemen. Na een burn-out bij Adyen nam hij zijn medicijnen niet altijd meer in. Daarna was zijn situatie zienderogen verslechterd.
Nu wordt hij verdacht van zware mishandeling en bedreiging van twee werknemers. Wat hij ervan vindt dat zijn oud-collega’s die ochtend doodsangsten uitstonden? Dat zij op de bewuste dag op kantoor waren „is gewoon even pech hebben”, zegt hij. „Ik kon niet anders. Shit happens.”
Soms begint de man, midden in een verhaal, ineens te schreeuwen. Over de „kut, kankerpolitie” die hem zou achtervolgen. „Ik ben een zakelijk professional”, schreeuwt hij, met opgeheven wijsvinger, op een bepaald moment tegen de rechter. „Ik ben geen fucking misdadiger.”
De man heeft al langer psychische problemen. Hij is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis en kampt met psychoses. Problemen die zijn verergerd nadat hij door Adyen „op staande voet” was ontslagen, zegt hij. „Ik was niet psychotisch. Zij hebben mij psychotisch gemaakt.”
Het gaat mis nadat de man op een vrijdagmiddag van de afdeling personeelszaken van Adyen hoort dat hij definitief bij het bedrijf moet vertrekken. Hij belandt in een psychose en „tekent zijn hele huis onder”, vertelt de man. Tekeningen over „het einde van de wereld”, zegt hij. „Ik was koekoek.”
In de periode daarna komt de man meermaals met de politie in aanraking. Hij schopt iemand van zijn fiets. En als hij in mei vorig jaar op Schiphol met een suikerwafel geklemd onder zijn jas de Albert Heijn uitloopt, wordt hij door de beveiliging aangehouden. „Ik steek een mes in je hoofd. Steek een mes in je oog. Steek een pen in je nek”, schreeuwt hij tegen de marechaussee die hem arresteert.
‘Judgement day’
Na zijn ontslag stuurt hij tientallen e-mails naar de bestuurders van Adyen. Met onderwerpen als ‘Laatste kans’, ‘judgement day’ (dag des oordeels) of ‘burn down the house’. Ook gaat hij langs op het Adyen-kantoor en eist hij met het bestuur te spreken. Tijdens het politieverhoor zegt de man dat hij Adyen „haat” en „de volgende keer” wel iemand neersteekt. „Laat mij u zeggen dat het bestuur angst voor u heeft”, zegt de rechter tegen hem.
Hoe het nu met hem gaat, wil de rechter weten. De man zit in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum, een afdeling voor gedetineerden met ernstige psychische problemen. Hij heeft geen zin om te sporten of televisie te kijken, vertelt hij. „Verder voel ik me goed.”
Geluidsoverlast
Dat hij veel in zichzelf praat, ook ’s nachts, zorgt voor veel geluidsoverlast bij medegedetineerden. Dat doet hij in het Engels en Nederlands, omdat „bij Adyen alles in het Engels ging”, zegt hij. „Ik heb een analytische mindset. In mezelf praten doe ik om mijn hersenen actief te houden.”
Zijn dochters willen hem graag zien, maar hij wil hen liever niet in de gevangenis ontvangen. Hij hoopt dat de rechter hem toestaat om op korte termijn begeleid te kunnen wonen. „Zodat ik mijn leven weer op kan pakken. Weer kan werken.”
Na een korte schorsing aan het slot van de zitting besluit de rechtbank om de zaak voorlopig aan te houden. Er is groot gevaar voor recidive, vreest de rechtbank. Eerst moet er aanvullend onderzoek worden gedaan of tbs (terbeschikkingstelling) wellicht een goede behandelmaatregel voor de man zou zijn.
In maart gaat de zaak verder.