Door op 24 februari 2022 Oekraïne binnen te vallen heeft Vladimir Poetin de bestaande internationale machtsverhoudingen omvergekegeld. Een nieuwe wereldoorlog op het Europese continent lijkt ineens niet meer uit te sluiten. Zeker nu de westerse steun aan Oekraïne verdampt, wordt steeds duidelijker hoe instabiel de wereld in twee jaar tijd is geworden.
De mogelijke terugkeer van Donald Trump als president van de Verenigde Staten eind dit jaar draagt nog eens bij aan die onzekerheid. Want als Oekraïne niet meer kan rekenen op Amerikaanse hulp, zoals Trump beoogt, zou Poetin de oorlog best eens kunnen winnen. Voor Rusland telt tenslotte alleen het doel: de overwinning op de vijand. Dat die ten koste gaat van honderdduizenden doden in eigen gelederen kan de heersers in het Kremlin niets schelen, zo wijst de Russische geschiedenis uit.
Een Russische overwinning in Oekraïne betekent een ramp voor Europa. Zeker als de Verenigde Staten, die zich al langere tijd ergeren aan de tekortschietende NAVO-bijdrage van hun Europese bondgenoten, overeenkomstig met Trumps America First-ideologie inderdaad besluiten het oude continent in de steek te laten om zich beter te kunnen voorbereiden op een zeer waarschijnlijke oorlog met China. Zo’n stap zou erop neerkomen dat Rusland met Europa, dat zijn strijdkrachten de afgelopen decennia heeft uitgekleed in de veronderstelling dat oorlogen in haar deel van de wereld tot het verleden behoren, kan doen wat het wil. Het is schrikbarend om te zien hoe weinig Europese politici zich daarvan bewust zijn, net zoals ze nog altijd niet voldoende beseffen dat de tijden van de westerse hegemonie op het mondiale toneel voorbij is.
Voor de vooraanstaande Duitse politicoloog Herfried Münkler (1951) was dat reden om een boek te schrijven over het benodigde nieuwe globale machtsevenwicht. Met Welt in Auf-ruhr. Die Ordnung der Mächte im 21. Jahrhundert levert hij een belangrijke bijdrage aan het denken over de nabije toekomst van het internationale geopolitieke krachtenveld.
Uitgangspunt voor zijn soms in een teveel aan historische en politiek-filosofische theorieën gedrenkte betoog, is zijn hoop op het ontstaan van een pentarchie, een machtsevenwicht tussen vijf grote landen: de Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland, China en India. In meerdere eeuwen wist zo’n constellatie van tegenpolen en bondgenoten voor langere tijd de vrede in Europa te bewaren.
Een belangrijke factor in Welt in Aufruhr is dat de Verenigde Staten vooral sinds hun dramatische aftocht uit Kabul in 2020, niet meer de wereldwijde hoeder van westerse waarden en normen zijn en het Westen hierdoor zal moeten accepteren dat het die niet meer wereldwijd kan laten gelden bij het oplossen van conflicten tussen die vijf grote machten. Wat de nieuwe regels zijn, is echter onduidelijk. Het enige belangrijke is dat ze een verbindend karakter moeten hebben om oorlogen te vermijden. Mocht het er niet van komen zulke regels op te stellen, dan staat ons volgens Münkler rampspoed te wachten.
Poetins machtsorde
Vooralsnog is er alle reden om cynisch te zijn over de nabije toekomst, vreest Münkler. Juist omdat Poetin met zijn oorlog in Oekraïne een nieuwe machtsorde wil creëren waarin voor Europa geen zelfstandige rol bestaat. Eerder is het hem erom te doen de Europese staten tegen elkaar uit te spelen en te verzwakken, terwijl hij Hongarije, Slowakije en Servië in zijn eigen kamp trekt. Zijn streven is dat er uiteindelijk drie grote machten overblijven om over het lot van de wereld te beschikken: China, de VS en Rusland.
In Welt in Aufruhr behandelt Münkler een scala aan geopolitieke modellen, waarmee sinds de Klassieke Oudheid een machtsevenwicht werd bewaard. Historici en politieke denkers als Thucydides, Niccolò Machiavelli, Thomas Hobbes, Carl von Clausewitz, Carl Schmitt en Aleksandr Doegin krijgen daarbij ruimschoots aandacht.
Een van die vredesbewarende modellen is dat van Vegetius, een Romeinse strateeg uit de vierde eeuw. Tot aan 24 februari 2022 vormde het de basis voor de moderne afschrikking, zoals die tijdens de Koude Oorlog bestond. Volgens dit model bewapende een land zich om een oorlog ter vermijden (‘Si vis pacem para bellum’, oftewel ‘ Als je vrede wilt, bereid je voor op oorlog’), maar verloor het zijn kracht wanneer dat land alsnog gebied van zijn tegenstander probeerde te veroveren.
Het Vegetius-model functioneert alleen zolang beide tegenstanders bereid zijn om afspraken over wapenbeheersing te maken, zodat hun economieën niet oververhit raken en ze zich alsnog tot een oorlog genoodzaakt voelen. In de jaren tachtig maakte de Europese vredesbeweging zich juist hierover terecht zorgen, omdat oververhitting van de economie van een van de partijen het machtsevenwicht zou kunnen verstoren. In 1988 gebeurde dat inderdaad toen de Sovjet-Unie de wapenwedloop met de VS niet meer kon volhouden en zich gedwongen zag om met de VS een overeenkomst te bereiken over de beperking van kernraketten voor de korte- en middellange afstand.
Een ander middel om de vrede te handhaven was tot voor kort wat de Duitsers noemen Wandel durch Handel (verandering door handel). Volgens dit model kon vrede worden gewaarborgd door de voormalige tegenstander door middel van handel te laten delen in de westerse welvaart. Waar dat succes had in de voormalige DDR en Polen, mislukte die politiek van economische vervlechting in Rusland, aangezien daar vooral de machtselite en de oligarchen van de nieuwe welvaart profiteerden. Toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, werd bovendien eens te meer bewezen dat Poetin de afgelopen twintig jaar meer bezig was geweest met het oppoetsen van de imperiale glans en de supermachtstatus van de voormalige Sovjet-Unie dan met het op grote schaal welvarender maken van zijn volk.
Post-imperiale fantoompijn
Sinds het uiteenvallen van het Sovjet-imperium in 1992 had het Westen zich blind gehouden voor de post-imperiale fantoompijn binnen het conservatieve deel van de Russische elite en het oudere deel van de bevolking. Ook besefte het niet dat het verdwijnen van de bipolaire wereldorde, waarin Moskou en Washington samen de dienst uitmaakten, het Kremlin pijn deed. Terwijl de Verenigde Staten op hun beurt in toenemende mate te lijden hadden onder de hoge financiële lasten en de grote verantwoordelijkheid van hun rol als unipolaire politieman van de wereld, groeide daardoor in Rusland het revisionisme met de dag.
Tegelijkertijd leidde in West-Europa de Wandel durch Handel-politiek ertoe dat de EU-staten op grote schaal bezuinigden op hun conventionele legers, vertrouwend op de blijvende militaire steun van de Verenigde Staten. Hierdoor beschikken zij tegenwoordig over onvoldoende manschappen en materieel om een Russische aanval te weerstaan, mocht het tot een door velen voorziene confrontatie komen.
Münkler bekritiseert met name de naïviteit van Duitsland en bondskanselier Angela Merkel waar het Rusland betreft. De Russische oorlog in Oekraïne is in zijn boek dan ook een welkome case study, die het meest behapbare deel van zijn wat professorale betoog omvat. Zo benadrukt hij dat Duitsland door middel van zijn handelspolitiek hoopte Rusland ervan te weerhouden om zijn grenzen te wijzigen. Toen Poetin in 2014 de Krim annexeerde en de Donbas binnenviel meende het dan ook dat dit alleen door de mogelijke NAVO-toetreding van Oekraïne kwam, zoals dat in 2008 ook voor Georgië gold. In plaats van Rusland zware sancties op te leggen en naar diversifiëring van de gasleveranties aan de Bondsrepubliek te streven, waar Polen, de Baltische landen en de Verenigde Staten op aandrongen, voerde Duitsland de economische vervlechting met Rusland verder op met de aanleg van de Nordstream-2 gasleiding. Om het revisionisme van de voormalige vijand te pacificeren, mocht de Duitse welvaartsstrategie niet mislukken.
Maar Europa maakte volgens Münkler een grote denkfout door ervan uit te gaan dat de Sovjet-Unie een betrouwbare energieleverancier was geweest en dat Rusland het ook nu niet zou afpersen met hoge gasprijzen als het zijn zin niet kreeg. Men vergat blijkbaar dat de Sovjet-Unie geen revisionistische staat was, omdat er geen oude grenzen waren om te herstellen. Terwijl het nieuwe Rusland zich als een rompstaat beschouwde dat een groot deel van zijn historische grondgebied in nieuwe onafhankelijke staten had zien opgaan.
Democratie
Ook leek Europa er blind voor te zijn dat de welvaartsstrategie alleen kon slagen als de Russische bevolking zich actief met de politiek zou mogen bemoeien door in vrije verkiezingen politici die aan de welvaartsstijging hadden bijgedragen te belonen en hen die deze hadden tegengewerkt af te straffen. Münkler ziet de welvaartsstrategie dan ook eerder als een gigantische omkoop-operatie waarmee het Westen in Rusland een kleine kliek machthebbers en rijke zakenlieden met geld heeft overspoeld om zo de vrede te handhaven en er zelf op zijn dooie gemak zaken te doen.
Poetin is het volgens Münkler in Oekraïne niet te doen om het herstel van het Sovjet-imperium. Eerder lijkt de Russische leider bang te zijn voor een succesvolle democratie in dat buurland, die zijn eigen volk ertoe kan aanzetten om democratische hervormingen te eisen. Tenslotte kan Oekraïne zowel bogen op vrije verkiezingen van president en parlement als op een hogere welvaart dan in Rusland. Als het land EU-lid wordt, zal die welvaart alleen maar toenemen. Dat EU-lidmaatschap vormt daarom een veel grotere dreiging voor het Kremlin dan een Oekraïense toetreding tot de NAVO.
Precies dat verklaart ook waarom Rusland in Oekraïne zo veel mogelijk schade probeert toe te brengen aan de infrastructuur. Door fabrieken, energiecentrales en de routes voor de graanexport te verwoesten, zal het zeker decennia duren voordat de levensstandaard van Oekraïne die van Rusland weer overstijgt. Terecht concludeert Münkler dan ook dat Rusland niet door de NAVO en haar raketten wordt omsingeld, maar door de idee van democratie, mensenrechten, een rechtstaat, individuele vrijheid en bovenal het verlangen naar een beter leven.
Nadat een vergelijkbaar verlangen naar democratie in de zomer van 2020 bijna de afzetting van de Belarussische president Loekasjenko tot gevolg had, kon Poetin volgens Münkler niet anders dan Oekraïne binnenvallen in de hoop daar binnen enkele dagen een vazal als president neer te kunnen zetten. Sterker nog, zelfs als de NAVO niet met Oekraïne in gesprek was gegaan om over een lidmaatschap in de verre toekomst te onderhandelen, was Rusland in 2022 die oorlog toch begonnen. Zoals dat ook gebeurd zou zijn als Oekraïne na 2014 neutraal was geworden en de Krim volkenrechtelijk aan Rusland was toegevoegd, zoals de appeasementpolitiek van de EU probeerde te bewerkstelligen.
Uitvoerig analyseert Münkler het werk van Aleksandr Doegin. Deze Russische ‘geofilosoof’ meent dat Rusland zich als hoeder van de christelijke beschaving alleen met geweld tegen het decadente kapitalisme kan verweren en dat het juist daarom tegen Oekraïne vecht. Het doet sterk denken aan Hitlers propagandachef Goebbels, die verkondigde dat Duitsland tegen ‘een perverse coalitie van plutocraten en bolsjewisten’ streed.
Ook meent Doegin dat een autocratisch Rusland de baas moet zijn over de hele Euraziatische landmassa als tegenwicht voor de Verenigde Staten en de geglobaliseerde westerse wereldorde. Die gedachte zou na een eventuele overwinning van Poetin best eens gerealiseerd kunnen worden, al kan niemand zich dat nu nog voorstellen. Om daarna een omsingeling door de VS te voorkomen zou Rusland nieuwe bondgenootschappen moeten sluiten met Berlijn, Tokio en Teheran. Duitsland zou in zo’n scenario de Russische enclave Kaliningrad (het voormalige Oost-Pruisen) terugkrijgen, waarmee het Polen en Litouwen als geopolitieke tegenstander krijgt. Met die verdeel-en-heerspolitiek is het bijna alsof de tijden van Stalin zijn weergekeerd. En was het niet de slavofiele schrijver Fjodor Dostojevski die zei: ‘De toekomst van Europa behoort aan Rusland toe’?
Lees ook
Oekraïens gezant bij EU: ‘Als mensen twijfelen over steun aan Oekraïne, zeg ik: denk eens na over het alternatief’