Waardevol Indonesisch erfgoed hoort in Indonesië

Cultureel erfgoed In de discussie rond de collectie Dubois kun je niet om de koloniale context heen, schrijft . De collectie hoort dan ook niet thuis bij de voormalige kolonisator, maar in het land waar ze vandaan is gehaald.

Indische fossielen in de collectietoren, onderdeel van de collectie Dubois in museum Naturalis.
Indische fossielen in de collectietoren, onderdeel van de collectie Dubois in museum Naturalis.

Foto Remko de Waal / ANP

„Mama? Hoe komt het dat ze hier allemaal dingen uit ons land hebben?” vroeg de zoon van een Indonesische kennis toen ze eerder dit jaar een bezoek brachten aan Naturalis in Leiden. Ze hadden zich verwonderd over de ‘Javamens’, die in het museum met enig aplomb als topstuk wordt gepresenteerd: een fantastische, baanbrekende ontdekking, resultaat van jaren harde arbeid van een grensverleggend wetenschapper, Eugène Dubois.

Zijn verhaal „laat zien wat een vastberadenheid een wetenschapper moet hebben”, aldus de website van het museum. Nou was Dubois ongetwijfeld vastberaden en briljant, maar over zijn werk is nog wel iets meer te vertellen. Dubois kwam in Java door als arts dienst te nemen in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Hij werkte, formeel, in opdracht van het koloniale regime, aan zijn onderzoek, via een officiële concessie. Het werk op zijn opgravingen in Trinil werd gedaan door koelies, en werd ondersteund vanuit Fort van den Bosch in Ngawi, waar Dubois was ondergebracht bij een regiment van het KNIL. De expeditie van Dubois was een koloniale onderneming. Naturalis vertelt haar bezoekers daar weinig over.

Koloniale reacties

De keuzes die Naturalis maakt roepen pregnante vragen op: waarom zien we het werk van Dubois als een wetenschappelijk avonturenverhaal, en niet als koloniale exploitatie? Waarom wordt de koloniale context van zijn ontdekkingen niet met nadruk verteld, zowel in het museum, als op de website? Er schuilt immers een ongemakkelijke, maar uiterst belangrijke les over wetenschap in de ontdekkingen van Dubois: als koloniale exploitatie aan de basis staat van ons huidige begrip van de wereld, vindt wetenschap niet plaats in een historisch vacuüm, en is onze kennis niet zomaar moreel neutraal. Als natuurhistorisch museum doe je je vak – en de wetenschap in het algemeen – tekort als je dit fundamentele feit geen centrale plek geeft in het verhaal dat je de bezoekers vertelt.


Lees ook het opiniestuk van Frank Westerman: Die schedelkap uit Java is van ons allemaal

Het gebrek aan sensitiviteit voor het Nederlandse koloniale verleden dat spreekt uit de manier waarop Naturalis de vondsten van Dubois presenteert, zagen we deze week ook rond de vraag of de Dubois-collectie teruggegeven moet worden nu Indonesië daarom vraagt. Ik heb mij hogelijk verbaasd over de welhaast koloniale reacties op de claim van Indonesië: het land zou een slechte track record hebben in het conserveren van het materiaal; de toegankelijkheid voor onderzoek zou in het geding komen; het zou niet om ‘roofkunst’ gaan, want dierlijke en menselijke resten zijn geen kunst – en, zo vroeg Naturalis zich af, zijn fossielen überhaupt wel roofgoederen? In NRC beweerde Frank Westerman dat de collectie van „de gehele mensheid” is en niet „uit boetedoening over het koloniale verleden” teruggegeven zou moeten worden. Dat komt neer op: de Indonesiërs moeten niet zo zeuren, het is niet van hen, maar van iedereen, en daarom mogen wij in Nederland het lekker houden.

Morele plicht

Inhoudelijk gezien is er eigenlijk nauwelijks reden voor discussie: er zijn geen goede argumenten waarom de collectie Dubois aan Nederland zou toebehoren. Het gaat om waardevol erfgoed dat in koloniale context onttrokken is aan het Indonesische bodemarchief zonder dat Indonesiërs daar ooit in gekend zijn. De collectie hoort dan ook niet thuis bij de voormalige kolonisator, maar in het land waar het vandaan is gehaald. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van Nederland om het behoud en de toegankelijkheid van dit erfgoed op langere termijn mogelijk te maken. Het waren immers Nederlanders die destijds het bodemarchief verstoorden.

De vraag is niet of die collectie terug moet, maar over de vraag hoe dat het beste kan

Ik hoop dat we snel het juiste gesprek gaan voeren: niet over de vraag of die collectie terug moet, maar over de vraag hoe dat het beste kan, en vanuit het idee dat er een morele plicht is tot een substantiële financiële bijdrage op langere termijn als Indonesië dat wil. Het zou ideaal zijn als het zou lukken om ter plekke en in samenwerking een duurzaam en internationaal toegankelijk kenniscentrum op te zetten.

Nederlandse instituties, en Nederlanders in het algemeen, past een grote terughoudendheid en bescheidenheid: Nederlanders hebben gedurende 350 jaar met grof geweld een koloniaal rijk in stand gehouden, en hebben, tachtig jaar na de ondergang van Indië, nog steeds grote hoeveelheden waardevol Indonesisch erfgoed in handen, waarmee we in musea triomfantelijke verhalen vertellen over Nederlandse wetenschappelijke excellentie. Dat is eigenlijk om je kapot voor te schamen.