Het onafhankelijke denken leeft in China, aldus dit boek, ondanks alle repressie

Op 11 november 2021 nam de Chinese Communistische Partij ter ere van het eeuwfeest van de partij een historische resolutie aan: een officiële samenvatting van de geschiedenis. Voor de leiders van communistisch China – van Mao Zedong tot Xi Jinping – legitimeert de geschiedenis hun stevige greep op de macht.

Na een ‘Eeuw van Vernedering’ tussen 1839 en 1945, waarin koloniale machten het ooit zo machtige keizerrijk koeioneerden, koos de geschiedenis de Communistische Partij om China te redden. De geschiedenis heeft bepaald dat dat is gelukt, want China is op eigen kracht weer opgestaan als grootmacht. En de geschiedenis voorspelt een glorieuze toekomst onder bezielende leiding van de Partij.

Daarom heeft Xi het bewaken van de officiële versie van het verleden tot speerpunt gemaakt. Want, zo citeert hij de negentiende-eeuwse Chinese dichter Gong Zizhen: ‘Om de bevolking van een land te vernietigen, moet je beginnen met het vernietigen van hun geschiedenis.’ Het is in Xi’s ogen de grote fout van Sovjetleider Michail Gorbatsjov geweest dat diens glasnost (‘openheid’) ook gold voor staatsarchieven en Xi is vastbesloten niet in dezelfde val te trappen.

In Sparks. China’s Underground Historians and Their Battle for the Future beschrijft de Amerikaanse journalist en oud-Chinacorrespondent Ian Johnson dat Xi nog voor zijn aantreden als president het machtige staatsapparaat in gang zette om de juiste lezing van de geschiedenis in de hoofden van alle Chinezen te drillen. Volgens een voorzichtige schatting van Johnson zijn tienduizenden ambtenaren dagelijks aan het werk om letterlijk geschiedenis te schrijven, archieven door te vlooien en gevoelig materiaal te verwijderen, tentoonstellingen te organiseren en uitgevers aan te sturen.


Lees ook
dit verhaal over hoe dictatoriale leiders de geschiedenis manipuleren

Monument ter nagedachtenis aan de ‘oorlogshelden’ van Panfilov, ten noordwesten van Moskou. Foto Leonid Faerberg/SOPA Images/LightRocket via Getty Images

Het resultaat is een barrage van overheidsinformatie: van ‘patriottisch onderwijs’ met herziene schoolboeken en massaal ‘rood toerisme’ naar 36.000 revolutionaire lieux de mémoires en nieuwe musea tot historische sensatiefilms. ‘Historisch nihilisme’ – ofwel tegengeluid – is verboden. Onafhankelijke tijdschriften, uitgeverijen en filmfestivals zijn opgedoekt. Wie Xi’s versie van de waarheid geweld aandoet, krijgt huisarrest of verdwijnt achter de tralies. Door dit ‘ontherinneren’ van onwelgevallige feiten is de Chinese collectieve herinnering opgeschoond.

Lichtpuntjes

Van buitenaf lijkt China de perfecte Orwelliaanse dictatuur. Maar Johnson laat zien dat er vanaf de vroegste jaren van de Volksrepubliek lichtpuntjes zijn in de duisternis. Zijn boek is een geschiedenis van wat hij zelf ‘ondergrondse historici’ noemt: schrijvers, academici en filmmakers die hun carrière, hun toekomst en hun vrijheid riskeren om clandestiene tijdschriften, boeken en documentaires te produceren over door de overheid veroorzaakte én verzwegen hongersnoden, terreurcampagnes en moordpartijen. Het doel? De officiële versie van het verleden aan het wankelen brengen.

In de ogen van de ondergrondse historici begrijpen te veel mensen in China hedendaagse problemen verkeerd, omdat de Communistische Partij een valse voorstelling van het verleden voorschotelt. Hoewel succes allerminst zeker is, vertellen ze Johnson dat ze voortploeteren omdat ze geloven dat de waarheid zich niet laat verloochenen. Johnson kent de hedendaagse ondergrondse historici persoonlijk en zocht hen tijdens zijn jaren in China allemaal op. Via die weg en historisch onderzoek kwam hij ook meer te weten over het leven van hun voorgangers.

Vandaag de dag maken de ondergrondse historici gebruik van digitale techniek, zoals kleine camera’s, pdf’s, versleutelde en beveiligde internetverbindingen en sociale media, om de alomtegenwoordige censor te omzeilen en hun boodschap te verspreiden.

Zo maakt bijvoorbeeld het rondzenden op Weibo van foto’s van artikelen geautomatiseerde censuur lastiger omdat het algoritme die niet oppikt. De ironie wil dat juist de digitale revolutie die van China een supermacht moet maken, er ook voor zorgt dat het verzet blijft voortbestaan. Informatie is eenvoudig te delen en laat zich niet meer zo makkelijk wissen. Zelfs het Chinese internet heeft achterdeurtjes.

Het Chinese veiligheidsapparaat kon in de jaren vijftig eenvoudig afrekenen met de mensen achter het tijdschrift Xinghuo (Vonk) – waar Johnson de titel van zijn boek vandaan haalde – maar in de afgelopen twintig jaar is er een netwerk ontstaan dat beter bestand lijkt te zijn tegen repressie. Via die weg kunnen Chinezen een lijn van gelijkgestemden ontdekken die teruggaat tot de beginjaren van het Chinese communisme, want Vonk werd ook gemaakt door ondergrondse historici.


Lees ook
Xi herschrijft China’s geschiedenis

Xi herschrijft China’s geschiedenis

Aangrijpend

Johnson vertelt het aangrijpende verhaal van een groepje studenten dat in 1958 tijdens de zogeheten Anti-Rechtse Campagne werd verbannen naar een klein provinciestadje en daar de desastreuze gevolgen van Mao’s Grote Sprong Voorwaarts – de dodelijkste hongersnood in de geschiedenis – aan den lijve ondervond. Ze begonnen een tijdschrift om dat aan de kaak te stellen en vernoemden dat naar een Chinees spreekwoord: ‘een enkele vonk kan een bosbrand starten’. In twee met kunst-en-vliegwerk in elkaar gezette nummers legden de studenten de vinger op de zere plek: de persoonlijkheidscultus rond Mao en de perversie van de kliek om hem heen die de boeren had gebruikt om aan de macht te komen, maar niets gaf om hun lot. De reactie kwam snel. De makers van Vonk werden genadeloos vervolgd. En ook dit verhaal werd uit de collectieve herinnering gewist.

Maar het bureaucratische apparaat bewaarde alle bewijslast, zelfs de achtergehouden brieven die een van de studenten, Lin Zhao, met haar eigen bloed vanuit de isoleercel schreef aan haar moeder en het Volksdagblad, de spreekbuis van de Communistische Partij. In de relatief soepele jaren na de dood van Mao mochten de overlevenden en nabestaanden wonderwel alles inzien, maar na het bloedbad op het Tianmenplein in 1989 ging het deksel weer stevig op de doos.

De geest was echter uit de fles. Want tijdens een nieuwe periode van ruimte voor historisch onderzoek en vrijere journalistieke publicaties na de millenniumwisseling vertelden zij hun verhaal aan filmmaker Hu Jie. Zijn drieluik Searching for Lin Zhao’s Soul, Though I Am Gone en Spark – geschoten in korrelige kwaliteit met ruwe edits om te contrasteren met gelikte overheidsproducties – circuleert ondanks censuur nog steeds in China en op YouTube. Hu Jie vertelt aan Johnson dat hij vastberaden is om dat zo te houden: ‘Ik denk dat het een kwestie van moraliteit is. Ze stierven voor ons. Als we dit niet weten, is het een tragedie.’

Vruchtbare voedingsbodem

Het is maar een van Johnsons mooie portretten van Chinese intellectuelen die – vaak vanuit persoonlijke motieven – tegen de klippen op strijden voor de waarheid. Dat hun verhalen blijven rondgaan, komt ook omdat er een vruchtbare voedingsbodem is voor het zaadje dat deze ondergrondse historici willen planten.

Zo maakt de vader van journalist Jiang Xue zich zorgen dat zijn dochter zich de woede van de Partij op de hals haalt, maar zegt tegelijkertijd: ‘Mao zei dat we de geschiedenis moesten herschrijven. Maar de geschiedenis is gebeurd. Als het een roman is, kun je hem herschrijven. Maar hoe kun je de geschiedenis herschrijven? Iedereen met een geweten zal de herschreven geschiedenis afwijzen.’

Dissident Fang Lizhi constateerde in 1990 al dat de Communistische Partij welbewust streeft naar ‘geheugenverlies’. Maar dankzij de ondergrondse historici is vergeten geen optie meer: één herinnering is genoeg om geheugenverlies te bestrijden. En opeenvolgende vonken houden een veenbrand gaande. Johnsons Sparks laat zien dat het onafhankelijke denken ondanks alle repressie voortleeft in het autoritaire China, wachtend op betere tijden. Een belangrijk en hoopgevend boek.


Lees ook
Heksenjacht tegen belangrijkste Chinese dissident