Hij had er lang over nagedacht. Gesprekken gevoerd met zijn moeder, en later met technisch directeur Jordy Zuidam van FC Utrecht. Daar waren ze verrast toen Tim Pieters in 2021, op zijn negentiende, besloot te stoppen met betaald voetbal. Hij deed iets wat profs zelden doen: overstappen naar een studie. Rechten, in dit geval. Want hij wilde advocaat worden. Strafrecht leek hem wel mooi.
„Ik weet dat ik goed kan voetballen, maar ik moet ook niet doen alsof ik een van de besten ben die er rondlopen”, zei hij dat jaar tegen sportzender ESPN. De kans dat hij zou slagen in een maatschappelijke carrière, achtte hij groter. Op dat moment speelde hij in de Eerste Divisie bij Jong FC Utrecht, waar hij een talentvolle linksbuiten was. Hij scoorde regelmatig, gaf vaak assists.
De voetbalwereld ligt hem ook niet helemaal, gaf hij toe. Dat zijn niet de mensen waar hij „normaal” mee omgaat. „Het is een vrij harde wereld. Ik weet niet of ik dat vijftien jaar had volgehouden.” Dus begon hij in zijn geboorteplaats Utrecht te studeren. „Dan kan ik wat vaker doen waar ik zin in heb. Een stukje meer vrijheid.” Hij ging terug naar zijn oude club, USV Hercules, één van de oudste sportverenigingen van Nederland.
Knipperen met je ogen
Op een van de meest memorabele avonden in het Nederlandse bekervoetbal groeide Tim Pieters (nu 22) donderdag uit tot een van de uitblinkers. Hercules, tiende in de derde divisie (vierde niveau van Nederland), won met 3-2 van Ajax in de tweede ronde van de KNVB-beker. Sensationeel. Je moest af en toe knipperen met je ogen. Gebeurde dit echt? Nooit eerder verloor Ajax in het bekertoernooi van een amateurclub. Het seizoen wás al vreselijk voor de Amsterdammers – directeur Sven Mislintat weg, trainer Maurice Steijn ontslagen, op de laatste plek in de Eredivisie gestaan – maar dit tartte elk verbeeldingsvermogen. Een dieptepunt in de clubgeschiedenis.
Ze hadden er vooraf geloof in bij USV Hercules, in april 1882 opgericht als cricketclub. „Ik wil wel meegeven, Ajax is op dit moment niet wat het moet zijn”, zei coach René van der Kooij in de voorbespreking tijdens de sportmaaltijd tegen zijn spelers, bleek uit beelden. „Sterker nog, Sparta en PEC Zwolle voetballen makkelijker dan Ajax.”
Het slechte, natte veld in stadion Galgenwaard – Sportpark Voordorp van Hercules was niet geschikt voor zo’n groot duel – zag Van der Kooij als een voordeel. Daardoor kon het voor Ajax lastiger zijn om de amateurs met snel combinatievoetbal kapot te spelen. En de coach had een duidelijk wedstrijdplan – dan weer ‘hoog’ druk zetten op Ajax, dan weer compact terugzakken. En tussendoor eruit breken met snelle aanvallen.
Het bleek allemaal uit te komen. Gastón Ávila, zomeraankoop van Ajax van 12,5 miljoen, wordt na een kwartier aan de zijkant eenvoudig voorbijgelopen. Hij probeert nog wel in te grijpen, maar tast volledig mis. Topaankoop Josip Sutalo (ruim 20 miljoen) wordt gepasseerd alsof hij er niet staat, waarop Pieters eenvoudig de 1-0 kan binnentikken. Na een kwartier in de tweede helft schiet hij, na een schitterende dieptepass van Oussama Lahri, Hercules met een fraai afstandsschot op 2-0. „We hadden erop getraind, als je tegen Ajax een kans hebt moet je schieten”, zegt Pieters na afloop voor de camera.
De vechtlust en gedrevenheid bij Hercules zijn prachtig om te zien. Tot twee keer toe haalt verdediger Shanon Carmelia, international van Curaçao, in de 70ste minuut een bal van de lijn.
Lees ook een NRC-reconstructie uit oktober over het dal waarin Ajax belandde na de komst van directeur Sven Mislintat
Bierdouche
Doldwaze taferelen in de Galgenwaard. Met toeschouwers op de tribune die altijd kunnen zeggen dat ze erbij waren, die winderige 21ste december 2023. Met de coach die tijdens een tv-interview een bierdouche krijgt, en spelers van Ajax die gefrustreerd afdruipen. Na de bedroevende start in de Eredivisie, leek Ajax zich langzaam te herstellen onder de nieuwe coach John van ’t Schip – die donderdag ontbrak vanwege de bruiloft van zijn zoon. Maar deze afgang – vlak voor de winterstop – zet alles weer onder druk.
Ajax-spelers druipen af na de nederlaag. Op de achtergrond viert USV Hercules de overwinning. Foto Gerrit van Keulen/ANP
Pieters vertelt dat hij in een Utrechts studentenhuis woont waar sommige huisgenoten hadden ingezet op een zege van Hercules en dat hij zou scoren. Wat zij precies hebben gewonnen – het zou om duizenden euro’ s gaan – was donderdagavond nog niet duidelijk.
Hij had een deadline voor zijn studie, maar rondde die donderdagmiddag af in de bibliotheek. Dus kan Pieters donderdagavond de overwinning gaan vieren. „Ik denk dat dit wel de wereld over gaat.” Hij vroeg zich af of hij toch niet beter voor het profvoetbal had kunnen kiezen.
De Tweede Kamer moet de geplande bezuinigingen op de publieke omroep schrappen nu het kabinet is gevallen. Die oproep doen de NPO en het College van Omroepen (CvO) in een gezamenlijke verklaring die ze vrijdag hebben aangeboden aan alle politieke partijen in de Tweede Kamer. „Als terugdraaien van de bezuinigingen niet volledig haalbaar is, dan is het van essentieel belang dat zij in omvang en tijd in de pas lopen met de hervormingen”, aldus de verklaring. „Dit is nu niet het geval.”
Wel onderschrijven de NPO en het CvO opnieuw het belang van de hervormingsplannen van minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Media, NSC). „Om de taak van de publieke omroep als fundament van een open, vrije en geïnformeerde samenleving overeind te houden, en het bestel klaar te maken voor de toekomst, is het noodzakelijk om te hervormen”, schrijven ze in de verklaring. Maar „de geplande bezuinigingen raken door omvang en timing deze taak én de mogelijkheden om te hervormen.”
110 miljoen ingeboekt
De vier coalitiepartijen van het – inmiddels demissionaire – kabinet hadden afgesproken dat de publieke omroep vanaf 2027 110 miljoen euro per jaar minder zou krijgen. Die bezuiniging is al ingeboekt in de meerjarenbegroting, maar het nieuwe bedrag is nog niet vastgelegd in de Mediawet. Er komt mogelijk nog 50 miljoen euro aan bezuinigingen bij omdat de Tweede Kamer extra geld wilde vrijmaken voor onderwijs. Tegelijkertijd presenteerde minister Bruins ambitieuze plannen om het publieke bestel te hervormen, waarbij de dertien omroepen moeten worden ondergebracht in maximaal vijf zogeheten omroephuizen. Maar die hervorming moet pas in 2029 gereed zijn, veel later dan de bezuinigingen.
„De bezuinigingen dreigen al in 2027 te vallen terwijl de financiële voordelen van de hervorming van het bestel op z’n vroegst vanaf 2029 genoten kunnen worden”, schrijven de NPO en het CvO. „Daarmee worden niet alleen de programmering, onze medewerkers en de creatieve industrie onnodig hard getroffen maar ook de vernieuwing en de noodzakelijk digitale transitie komen in het geding.”
Programma’s van de buis
In de programmering voor 2026 lopen de omroepen al vooruit op de bezuinigingen van 2027. Er zal alvast voor 32 miljoen euro worden bezuinigd in 2026: 20 miljoen door de omroepen en de NTR; 7 miljoen door de NOS; en 5 miljoen door de NPO. Als gevolg hiervan zullen enkele programma’s van de buis wordt gehaald, zoals De Rijdende Rechter, Plakshot, en Enkeltje Verweggistan. Ook zullen er minder afleveringen te zien zijn van Keuringsdienst van Waarde en Blauw Bloed. „Maar daarmee zijn we er nog lang niet”, zegt EO-directeur Arjan Lock, voorzitter van het CvO.
Timing
Naast de omvang van de bezuinigingen, hebben de NPO en de omroepen vooral moeite met de timing en de relatie tot de hervorming. „We zeggen al enige tijd tegen Den Haag dat de volgorde (eerst bezuinigen en dan hervormen) verkeerd om is”, zegt Lucien Brouwer, waarnemend voorzitter van de NPO. „Je wilt eerst efficiënter gaan werken voordat je aan de bezuinigingen begint. Want we zien in al onze analyses dat het samengaan in omroephuizen zou kunnen leiden tot een efficiëntere inrichting van de organisatie. Dus voor ons is die volgorde erg belangrijk.”
De Tweede Kamer besluit in de komende weken welke onderwerpen controversieel zullen worden verklaard. Het debat over de onderwerpen die zijn gerelateerd aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Media is gepland voor 19 juni.
In het Schollebos in Capelle aan den IJssel werd eind mei een jong katje gevonden dat rechtop was begraven, waarbij het kopje zichtbaar was gelaten. In hetzelfde bos werden afgelopen maanden onthoofde ganzen gevonden, evenals een haas, een kraai en een kip, die op „lugubere wijze” om het leven waren gebracht, schrijft de politie-eenheid Rotterdam deze week in een Instagram-post. De dader is nog niet gevonden.
Het gaat in totaal om zes losse meldingen, waarvan gedacht wordt dat de misdrijven door „eenzelfde verdachte” werden gepleegd. „Maar het woord ‘seriemoordenaar’ neem ik niet in de mond”, zegt Hans Manse, van de dierenpolitie van de Politie Eenheid Rotterdam. Hij vindt de term, die in diverse media afgelopen weken werd gebezigd, „te grof”.
Seks met dieren, dat gebeurt nog steeds. Een of twee keer per jaar doemt dat op
Daarnaast, zegt hij, komt het misdrijf ‘moord’ niet voor in de Wet Dieren. „Dieren worden gedood, mensen worden vermoord.” Dat is omdat dieren legaal gedood kunnen worden, „kijk maar bij de slager”. Wel spreekt de wet over het doden van dieren als misdrijf.
Natuurlijk is een zaak als in het Schollebos schrikken, zegt Manse. „Het gebeurt van tijd tot tijd in den landen, nu is het bij ons in de eenheid. We proberen hem te pakken te krijgen, maar qua technisch onderzoek komen we nog niet verder.” In sommige andere gevallen vonden ze gebruikt materiaal – touw, tiewraps, een net – vingerafdrukken of dna, maar ditmaal nog niet. „We hopen dat we door de opgeschroefde surveillance of door onze ogen en oren in de samenleving verder kunnen komen.”
Lees ook
Een dier mishandelen voor snacks
Bijtincidenten
De dierenpolitie bestaat sinds 2011, nadat Dion Graus (PVV) die in het gedoogakkoord van Rutte I had gekregen. „Dierenmishandeling wordt harder aangepakt, onder meer door vijfhonderd ‘animal cops’ (dierenpolitieagenten)”, luidde het. „Dat werden er uiteindelijk 180”, zegt Manse, die zelf sinds 2014 bij de dierenpolitie is aangesloten. „Dat is al heel wat, want het komt van niets.” Helemaal omdat korpschef Bernard Welten van Amsterdam destijds meende dat „de caviapolitie” ten koste zou gaan van ‘echt’ politiewerk.
Manse en diens collega’s treden op als „taakaccenthouders” dieren. Naast hun reguliere werk besteden ze 50 procent van hun tijd aan diergerelateerde zaken. Ze volgen daarvoor een halfjaar durende opleiding aan de politieacademie. „Het werk betreft zaken met dieren in de hele breedte: mishandeling, bijtincidenten, verwaarlozingen. Daar heb je je handen vol aan.”
Daarnaast krijgt Manse te maken met extremere gevallen. „Honden die dood worden aangetroffen in huizen, omdat degene die tijdens de vakantie eten zou geven, dat toch niet heeft gedaan. Seks met dieren, dat gebeurt nog steeds. Een of twee keer per jaar doemt dat op.” En zaken zoals nu in Capelle aan den IJssel, dus.
Bij geweld gericht op dieren gaan altijd alarmbellen af. „We weten dat dierenmishandeling binnen de cirkel van geweld vaak leidt tot erger. Iemand die begint bij dieren…” Hij valt even stil. „Die eindigt, nou ja, noem het maar… nou ja, soms met moord.”
Beul
Ook in Nederland. Zo verminkte de ‘Beul van Twente’ tussen 2000 en 2004 ruim veertig paarden, pony’s en schapen. Toen hij werd gearresteerd, bekende hij daarnaast de moord op Frank Storm en het neersteken van drie andere personen. Ook over de Erasmusschutter, die zijn buurvrouw, haar dochter en een docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam doodschoot, is bekend dat hij dieren mishandelde. Zo gooide hij met konijnen en schoot met een kruisboog op duiven in de achtertuin. Daarvoor werd hij veroordeeld en kreeg een taakstraf van veertig uur.
Uit onderzoek blijkt dat dierenmishandeling vaak overslaat op het mishandelen van mensen. Maar zelfs als dat niet zo zou zijn, is het van groot belang dat de politie zich inzet voor dieren, zegt Manse. „Niet iedereen behandelt dieren netjes.” Dat maakt de dierenagent noodzakelijk, volgens Manse. „Ik zit ook weleens bij een verjaardag waar iemand zegt: ‘Hoort dit wel bij de politie thuis?’ Dat hoort het wel degelijk. Bij de politie willen we boeven vangen en mensen die dieren mishandelen, zijn boeven.”
Lees ook
Zelf voor huiselijk geweld vluchten, maar de katten achterlaten? Dat nooit
Driehonderdvijfendertig dagen. Nog geen jaar nadat het kabinet was beëdigd, diende premier Schoof bij de koning het ontslag in van zijn ministersploeg. Meer kiezers dan ooit hadden gestemd op de PVV. Toen NRC-verslaggevers eind mei vorig jaar door het land reisden, langs de A1 die van het westen naar het oosten door Nederland loopt, was het hoofdlijnenakkoord van de coalitie net gepresenteerd. Rechtse kiezers waren heel positief, bleek uit opiniepeilingen, linkse kiezers moesten er niets van hebben. Langs de A1 reageerden kiezers vooral afwachtend. Hij moet het maar laten zien, zeiden ze over Wilders.
Nu is het vertrouwen in de Haagse politiek ver weg, klinkt het in de Bijlmer, in Laren, Kootwijkerbroek, Almelo, Hengelo en De Lutte. „Het land staat stil”, zegt Fikret Bagir. Willem van Asch van Wijck (70) heeft heimwee naar Lubbers en Van Agt, naar de tijd dat politici „nog samenwerkten”. Twintiger Rick Stegeman, GroenLinks-PvdA-lid, voelt door de kabinetsval optimisme. Dit laat zien „wat met populisten gebeurt als ze worden geconfronteerd met de realiteit van het bestuur”. Maar zeventiger Karel, die PVV-stemde, vraagt zich hardop af hoe de problemen in het land nu moeten worden opgelost – en of hij nog wel gaat stemmen. „Ik heb nog tot oktober om erover na te denken.”
De Bijlmer‘Iedereen gaat naar Duitsland, daar is alles goedkoper’
Baksteen, beton en een wenteltrap in de Bijlmer. Foto Bram Petraeus
Het is woensdagmiddag en de man achter de balie van stomerij Kraaiennest zegt: „O, is het kabinet gevallen?” Hij is even stil en vraagt dan aan zichzelf: „Wat vind ik daarvan?” Hij is weer even stil en zegt: „Vroeger keek ik naar het NOS Journaal, naar Brandpunt, Rondom Tien, naar alle praatprogramma’s. Nu niet meer en dat komt” – hij lacht een beetje verontschuldigend – „door de gemene dingen die op televisie over moslims worden gezegd. Dat verdroeg ik niet meer en daardoor ben ik niet altijd meer onmiddellijk op de hoogte van het laatste nieuws.”
De man heet Hayat Gul en is geboren in Pakistan. Zijn vader werkte vroeger voor KLM, zo is hij in Nederland terechtgekomen. De stomerij ligt naast de Albert Heijn bij metrostation Kraaiennest in de Amsterdamse Bijlmer, tegenover de moskee. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau is het aandeel minimahuishoudens in de Bijlmer het hoogste van Nederland. Hayat Gul verkoopt ook batterijen en simkaarten, sokken, slippers, pantoffels, rolkoffers, tassen en boodschappentrolleys. De grote spullen staan uitgestald voor zijn balie, rekken vol. Twee keer per werkdag knielt hij achter zijn balie om te bidden, hoofd richting Mekka. Een beveiliger van Albert Heijn let dan op of er niets gestolen wordt.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="In Amsterdam wonen de meeste armen in de Bijlmer.
Foto Bram Petraeus
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="In Amsterdam wonen de meeste armen in de Bijlmer.
De Bijlmer in Amsterdam is de gemeente met procentueel de meeste armen.
Foto’s Bram Petraeus
„Weet je wat me opvalt?”, zegt hij nadat hij een klant 20 euro beltegoed – „only call” – heeft verkocht. „De boodschappen worden steeds duurder en wat doen de mensen? Ze gaan met de bus naar Duitsland.” Hij wijst naar het parkeerterrein buiten. „Iedere zaterdagochtend staat daar een grote bus en die brengt ze over de grens met Duitsland, want daar is alles goedkoper.” Weet hij dat het kabinet, dat nu gevallen is, vast van plan was om de armoede te verminderen? „O ja?”, zegt hij. „Niets van gemerkt.” Hij denkt: de andere mensen in deze buurt ook niet.
Dan verschijnt die lach weer op zijn gezicht en vertelt hij over Albert Veenstra, die nu helaas dood is, maar bij leven leraar was, de leraar van zijn kinderen op de middelbare school. Door hem, zegt hij, hebben ze nu alle vier – hij heeft drie dochters en een zoon – een goede baan en een goed inkomen. „Albert Veenstra leerde ze hoe belangrijk het was om de Nederlandse taal perfect te beheersen en bleef ze stimuleren om zich te ontwikkelen. Ze moesten het zelf doen natuurlijk, maar hij gaf nooit op.” Zijn oudste dochter doet „iets met hersentumors” in het Amsterdam UMC. Ze heeft net, „hoe noem je dat?”, de graad van PhD gehaald. „Ze is dus doctorandus. Nee, doctor. Mijn dochter is doctor.”
Jannetje Koelewijn
Laren‘Op wie moeten we nú weer stemmen?’
„Hoe lang woon ik nu weer thuis, pap? Een jaar?”
„Dik een jaar”, zegt Willem van Asch van Wijck (70).
„Voelt als zes jaar”, knipoogt de zoon, een twintiger. „Nee hoor…” Maar het is niet anders. Hij staat „negenhonderd-nog-wat” op de wachtlijst voor een huurwoning in het Gooi. „Gelukkig ben ik goed met m’n ouweheer. En was het zoldertje nog vrij. Maar stel, je hebt geen goeie band met je ouders…”
Even wennen was het wel, beaamt vader. „Hij bemoeit zich overal mee.”
Ze wonen in Naarden en doen een dagje Laren. Zo wat drinken in ’t Bonte Paard, maar eerst duikt zoon nog een kledingwinkel in, terwijl Van Asch van Wijck zich aan de etalage met vlinderdassen, panamahoedjes en manchetknopen vergaapt. „Daar is hier blijkbaar nog markt voor.”
Laren, het dorp waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht, is in al die jaren amper veranderd, constateert Van Asch van Wijck. En dat is ook de kracht, zeggen bewoners die je hier spreekt. Het is er prettig wonen, juist omdat Laren, villadorp in het Gooi, pal aan de A1, zijn karakteristieke dorpsgezicht heeft kunnen behouden. De weelderige vijver aan de Brink. De poffertjeskraam. De herbergen met rood-witte luiken. De eeuwenoude akkers.
Het is in tijden van woningnood ook een zwakte. Want Laren is de gemeente met de grootste krapte op de woningmarkt van Nederland. Elke snipper grond is vergeven. In particulier eigendom. Bedrijfspand. Sportveld. Beschermd groen. En hoe kun je dan, zoals de gemeenteraad wil, voldoen aan de landelijke woonopgave? Meer betaalbare woonruimte voor jonge Laarders, voor senioren, en een verdubbeling van het percentage sociale huur – tot 30 procent.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.
Foto Bram Petraeus
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.
Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.
Foto’s Bram Petraeus
Of het nodig is? Jazéker, klinkt in het dorp. Oudere bewoners met grote tuinen vertellen dolgraag kleiner te willen wonen, maar ze kunnen niks vinden. En ook hun kinderen niet. „Mijn dochter heeft nu maar gekocht in Almere”, zegt Hetty Bezuur (76), op weg naar de Albert Heijn. En intussen ziet Ted Broere (60), voor de Jumbo, het dorp vergrijzen. „Terwijl, een mix lijkt me wel gezond. Anders houdt het ook zo’n poenerige uitstraling.”
En de gemeente, klinkt het, doet heus zijn best. Die heeft laatst nog de hele kadastrale kaart ondersteboven gekeerd op zoek naar plukjes grond. Maar voor zo’n opgave heb je de landelijke overheid nodig, denkt Broere. „Je verwacht een masterplan, voor het hele land.” Maar nee dus. Broere hád er al weinig vertrouwen in, „en dat is alleen maar minder geworden”. Bezuur: „En op wie moeten we nú weer stemmen? Ik vraag het me echt af.”
„Van Agt, Lubbers…”, mijmert Van Asch van Wijck voor de etalage. „Die waren bereid tot samenwerken. Die stéúnden elkaar. Maar nu…” Een blik werpend naar binnen: „Kom, we gaan! Heb je nou echt een hoedje gekocht?”
Freek Schravesande
Kootwijkerbroek‘Dat stikstofverhaal geloof ik nog steeds niet’
Gert van Middendorp is een boer met kalveren, in Kootwijk. Dat landbouwdorp ligt nabij Natura 2000-gebied de Veluwe. Foto Wouter de Wilde
‘Je bent nooit, nooit, nooit, alleen/ God is altijd om je heen”, zingt jongste dochter Suzanne (8) voor. Ze heeft op school geoefend en moet het lied die avond met haar hele klas nog eens zingen op een bijeenkomst in de kerk over de boodschap van Pinksteren.
Haar ouders, Gert van Middendorp (49), vleeskalverenhouder in Kootwijkerbroek, en zijn vrouw Erika Verhoef (46) stemmen vanouds SGP en blijven dat ook doen, zeggen ze in de woonkeuken van hun boerderij. Voor de inrichting van hun leven en de bedrijfsvoering hebben ze, behalve in eigen gezond verstand, vooralsnog meer vertrouwen in God dan in de politiek.
Een jaar geleden hoopten ze dat het ‘stikstofslot’ open zou gaan door versoepeling van mestnormen en een definitie van kwetsbare natuur. Met een BBB-minister en -staatssecretaris kregen boeren een eigen plaats aan de kabinetstafel. „Ik ben iets positiever, maar we moeten afwachten”, zei Gert toen voorzichtig.
Nu het kabinet is gevallen moeten ze vaststellen dat „dit jaar weinig heeft gebracht” en dat politici vooral bezig zijn geweest met „onderling respectloos ruziemaken”, wat „weer leidt tot minder respect in de samenleving”. Hoe dan ook „komen de goeie dingen, waarvan elke partij er wel wat had, niet verder als Brussel en de Raad van State beslissingen steeds onderuit halen”, zeggen ze.
De Westelijke Veluwe is een van de Natura 2000-gebieden met de hoogste stikstofdeposities van Nederland. Vanaf deze toren is uit te kijken over het Kootwijkerzand. Foto Wouter de Wilde
Als stikstof ergens knelt, is het in dit Veluwse dorp aan de A1 met enerzijds de vele kippen, varkens, melkkoeien en mestkalveren, en benedenwinds de bossen en zandverstuivingen waar de stikstof uit dierlijke mest neerslaat en zowel de bodem verrijkt als de natuur verarmt.
„Maar dat stikstofverhaal geloof ik nog steeds niet zolang we niet weten hoe we moeten meten”, zegt Erika. Wat het praktisch betekent: steeds meer betalen om de mest van hun ‘Belgisch blauwe’ stierkalveren – in hun drie stallen is plaats voor 1.700 – te laten afvoeren. 100.000 euro, rekende Gert vorig jaar voor. Erika maakt voor dit jaar de rekensom: „8.000 kuub per jaar tegen 25 à 30 euro per kuub is ruim twee ton.”
Voorlopig blijft er onzekerheid, denken ze, misschien wel een jaar. „Hadden we maar drie grote partijen”, zegt Gert. „Rechts, links en eentje middendoor; dan is er een kans om de besluiteloosheid te doorbreken.” Politici moeten bedenken „wat we echt nodig hebben als er oorlog of honger komt”, vult Erika aan.
Toch proberen ze „positief te blijven en ons werk op een nette manier te doen”, zeggen ze. Dat er afgelopen jaar vrijwel geen „uitval” was – afgekeurde kalveren – vervult hen met trots. „We willen ons niet door angst voor de toekomst laten leiden”, zegt Erika. „En op God vertrouwen. Dat geeft rust. De mens kan de controle niet van Hem overnemen.”
Hans Steketee
Almelo‘Ik hoop dat heel veel kiezers wakker worden’
Een straat in Almelo met karakteristieke arbeiderswoningen: rijtjeshuizen met rode dakpannen en bakstenen gevels. Foto Wouter de Wilde
Geert Wilders, vinden vader en dochter, heeft gróót gelijk. „De bevolking heeft op hem gestemd”, zegt de zeventigjarige Karel in de opening van zijn deur met uitzicht op een parkje en fontein in Almelo. „Maar hij wordt alleen maar tegengewerkt.” Een „rotzooitje” is het, „schorremorrie”. Maar aan de PVV-leider ligt het niet.
„Iedereen probeert nu zijn straatje schoon te vegen”, valt dochter Kim (34) hem bij. Hun achternaam willen ze niet kwijt. De avond ervoor zag ze CDA-leider Henri Bontenbal bij Vandaag Inside zijn pijlen richten op VVD-leider Dilan Yesilgöz. „Ze weten dat er verkiezingen aan zitten te komen. Dan heeft iedereen een zondebok nodig. Dat is nu Wilders.”
In het Nieuwstraatkwartier, een volkswijk met voornamelijk twintigste-eeuwse arbeiderswoningen, ging bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 43 procent van de stemmen naar de PVV. Het kabinet-Schoof kreeg hier het voordeel van de twijfel. Wilders wist het mooi te verkopen, klonk het, hij moest het eerst maar eens waarmaken.
„Ik hoop dat heel veel kiezers wakker worden”, verzucht Fikret Bagir (66) nu aan een tafeltje in Wijkcentrum De Goossenmaat, waar de Turkse arbeidersvereniging ATIB samenkomt. Naast hem spelen vier heren op leeftijd een potje Rummikub. Het zijn Turkse arbeidsmigranten van de eerste generatie.
Een samenkomst in Wijkcentrum De Goossenmaat in het Nieuwstraatkwartier in Almelo.
„Een beetje roeren, en zo stemmen winnen van ontevreden mensen”, ontwart Bagir de strategie van Wilders. „Hij weet dat hij 80 procent van zijn plannen nooit kan uitvoeren.”
Na de verkiezingen had hij al gezegd: dit kan niet goed gaan. En het wordt nu tijd, zegt hij, dat meer mensen de ogen openen. „Dat ze denken: potverdorie, waar zijn we mee bezig. Het land staat stil op dit moment. Dat gaat ten koste van jou, van mij, van iedereen. Wilders laat heel Nederland in de put vallen. En de belangrijke problemen blijven liggen.”
Die problemen zijn er in het Nieuwstraatkwartier in Almelo ook. Armoede, drugsoverlast en illegale kamerverhuur aan arbeidsmigranten bezorgden de wijk een slecht imago. „Er wordt hier van alles neergepropt”, zegt Karel in de straat verderop. „De huisjes in deze buurt zitten bomvol, vooral met Polen en Roemenen.”
Vertrouwen dat de politiek de leefbaarheid in de wijk omhoog kan helpen, hadden de twee al langer niet meer. Of de pensionado straks gebruik gaat maken van zijn stemrecht, kan hij nog niet zeggen. „Ik heb nog tot oktober om erover na te denken. Maar als ik niet ga stemmen, mag ik ook niet klagen. Dus ik denk wel dat ik ga.”
Dochter: „Ik maak me het meest zorgen om Timmermans.”
Hengelo‘Je kunt niet met rechtse partijen concurreren op rechtse ideeën’
De kiezers in Hengelo zijn boven alles geláten. Voor de coalitie-kiezers was het een deuk in hun vertrouwen in de politiek. „De zoveelste”, zucht een 55-jarige ICT-adviseur. „Dit is waarom ik heel bewust niet bezig ben met politiek”, zegt een 29-jarige arbeidsdeskundige bij het UWV.
In winkelcentrum Slangenbeek (drie supermarkten, een bakker, twee beautysalons, een reisbureau en twee eettentjes) zegt Mandy Grafen over PVV-leider Geert Wilders dat het is „alsof je een lolly uit zijn mond trekt en dat-ie dan begint te huilen.” De 36-jarige zorgmedewerker stemde vroeger op de SP, in 2023 op NSC. „Pieter Omtzigt is een fijne man met goeie standpunten.” Belangrijke reden: de onzekerheid, nu ze ziek is en haar werk niet meer kan doen. Bestaanszekerheid, dat was het kernpunt van NSC.
„En ook asiel”, zegt Grafen ineens. Mensen ontvluchten hun land niet zonder reden, zegt ze. Ze heeft nog spulletjes naar de opvang voor Oekraïners gebracht. Maar sommige vluchtelingen zijn toch vooral uit op economisch voordeel, denkt ze. „Ik betaal me scheel voor mijn huis en de vaste lasten, en asielzoekers krijgen alles zomaar toegeschoven.” Ze is, net als NSC, voor beperking van het aantal asielzoekers. Stemt ze bij de volgende verkiezingen weer op NSC? Ondanks het terugtreden van Omtzigt? „Ja, het is een heel mooie politieke partij.”
Wijkcentrum Slangenbeek in Hengelo. Nienke van der Wee en Rick Stegeman in Hengelo.
Foto’s Wouter de Wilde
Rick Stegeman (25) en zijn vriendin Nienke van der Wee (26) zijn optimistisch. Laatste jaar van hun studie, in zijn hand bungelt de sleutel van het sociale huurhuis dat ze net hebben bekeken. Vinden ze het jammer dat de huurbevriezing niet doorgaat nu de PVV uit het kabinet is? „Zou ons 30 euro per maand schelen. Maar op de lange termijn helpt het niet”, zegt Stegeman.
Hij is lid van GroenLinks-PvdA. Zij heeft – ze moet even nadenken – in 2023 ook op GroenLinks-PvdA gestemd. Ze krijgen nog huur- en zorgtoeslag en hadden wel sympathie „voor het verhaal van Omtzigt”. De PvdA, de partij waar Stegeman begon, heeft in zijn ogen „te lang vastgehouden aan de Derde Weg”, de overtuiging dat veel nutstaken beter aan de markt konden worden overgelaten. „Het heeft niet gewerkt”, zegt Stegeman. „Je kunt niet met rechtse partijen concurreren op rechtse ideeën.”
De val van het kabinet laat zien „wat met populisten gebeurt als ze worden geconfronteerd met de realiteit van het bestuur”, denken ze. „Het is echt niet allemaal de schuld van vluchtelingen”, zegt Van der Wee.
Bas Blokker
De Lutte‘Ze hebben veel ruzie gemaakt en weinig gedaan’
In De Lutte, een dorp tussen Oldenzaal en de Duitse grens, zijn ze niet ondersteboven van de val van het kabinet. Conny Blockhuis (65) is blij dat het kabinet weg is. Ze hebben veel ruzie gemaakt en weinig gedaan, zegt Marleen Gervink. Zij en haar zus bestieren ijssalon La Venezia op het centrale plein. Een 66-jarige net gepensioneerde dakdekker die net zijn buxus uitgraaft, verwacht dat de PVV bij de volgende verkiezingen nóg groter gaat worden. Dan kan er eindelijk worden „doorgepakt met die asielzoekers”.
Vraag je Luttenaren naar hun zorgen, dan gaan die vooral over boeren, stikstof, woningnood en ook wel asielzoekers – al zijn die er nauwelijks in het dorp. Conny Blockhuis vindt het jammer dat het ziekenhuis in Oldenzaal dreigt te worden wegbezuinigd, en ze is niet de enige. Voor grotere ingrepen moeten Luttenaren nu naar Enschede. Oldenzaal is lekker dichtbij, klein en overzichtelijk. Maar ze zou nooit op de PVV stemmen vanwege hun belofte streekziekenhuizen open te houden. Trouwens, die belofte houden lukte toch ook niet?
Als ze in het ziekenhuis is, dan valt op hoe vriendelijk en kundig iedereen is, zegt Marleen Gervink. Haar moeder werd afgelopen jaar ziek en moest een flink aantal keer naar Enschede. Ze is er goed geholpen. Voor haar dochter van dertien is vanwege een chromosoom-afwijking ook extra zorg nodig. Inmiddels is er een fijn kringetje hulpverleners om haar heen, maar het kostte wel moeite om dat voor elkaar te boksen.
In het centrum van De Lutte bevindt zich de Italiaanse ijssalon La Venezia. Foto Wouter de Wilde
De man van Marleen Gervink (42) komt uit Gambia. Lamin Njie vindt dat Wilders veel te veel narigheid aan de asielzoekers en buitenlanders toeschrijft. Ze zijn ook nodig. Om te werken bijvoorbeeld. Zelf werkt hij in een restaurant bij de Duitse grens. In De Lut, zoals Luttenaren hun dorp noemen, voelt hij zich welkom. Als hij naar de voetbal fietst, hoort hij van alle kanten ‘Hoi Lamin!’
Zorg in Nederland is heel anders dan in Gambia, zegt hij. In Gambia zorgen de kinderen voor hun ouders als ze ouder worden. „Je bouwt een huisje voor ze op je eigen erf.” Doe je dat niet, dan wordt er over je geroddeld. In Nederland gaan ouderen naar verpleeghuizen. Of ze wonen alleen, en hun kinderen zien ze nauwelijks, ziet hij.
Voordeel van De Lutte is dat je niet snel verpietert. In een kleine plaats kennen mensen elkaar, zeggen ze gedag, helpen een handje. De familie van Marleen Gervink komt elke avond in de ijssalon: drie generaties samen. Gezellig? Meestal wel, zegt ze met een knipoog.
Sheila Kamerman
Lees ook
Niemand langs de A1 verwacht wonderen van Wilders’ kabinet