Een derde van specialistische ggz-bedden opgeheven, ‘zorg zakt door ondergrens’

Geestelijke gezondheidszorg Zorginstellingen sluiten dure behandelplekken voor volwassenen met ernstige persoonlijkheidsstoornissen. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie zijn veel patiënten de dupe en kost dit op termijn meer.

De wachtkamer van GGZ Noord-Holland-Noord in Alkmaar
De wachtkamer van GGZ Noord-Holland-Noord in Alkmaar

Foto Daniel Niessen

Een derde van klinische behandelplekken voor volwassenen met ernstige persoonlijkheidsstoornissen, is in 2022 gesloten. ggz-instellingen hebben 70 van de 207 beschikbare bedden opgeheven. Dat blijkt uit een inventarisatie die behandelaars van verschillende zorginstellingen zelf hebben gemaakt. Het is de eerste keer dat zo’n onderzoek plaatsvindt, het ministerie houdt daar geen overzicht van bij.

Met het sluiten van de relatief dure behandelplekken besparen zorginstellingen veel geld. Maar volgens psychiater Niels Mulder, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), kost het op de lange termijn juist meer. „Voor complexe patiënten zijn soms dure behandelingen nodig. In het grotere geheel zijn die kosteneffectief, maar op het niveau van de individuele aanbieder financieel onaantrekkelijk.”

Voortijdig afgebroken

Het gaat om behandelplekken voor patiënten die vaak al jarenlang tevergeefs de ene na de andere therapie volgden, voor ze in een instelling voor hoog complexe zorg terechtkwamen. Daarbij worden ze maandenlang een aantal dagen per week opgenomen en met intensieve therapie geholpen om in het dagelijks leven te functioneren. De wachttijden voor deze plekken nemen al jaren toe. In 2020 waarschuwde de Algemene Rekenkamer nog in een onderzoek voor een belangrijke oorzaak van die problemen: dat „financiële prikkels” het voor ggz-instellingen aantrekkelijk maakt om „zich vooral te richten op patiënten met minder zware problemen”.

De afname van het aantal behandelplekken maakt dat probleem nu zichtbaar. Vanwege geldgebrek en personeelstekort besloten meerdere zorginstellingen in verschillende Nederlandse regio’s dure behandelplekken te sluiten.

Bij meerdere gedupeerde patiënten werd de behandeling voortijdig afgebroken, waarna die ambulant – thuis en via periodieke consulten – verder ging. Volgens de psychiaters en behandelaars is die vervangende ambulante zorg ontoereikend en zakt de zorg met het sluiten van weer een derde van de toch al beperkte behandelplekken door een ondergrens. „Het is heel belangrijk voldoende van deze plekken in stand te houden omdat ze voor een aantal patiënten de enige kans op verbetering van hun klachten en leven bieden”, aldus Mulder. Vandaag stuurde de NVvP een brandbrief aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, omdat volgens de vereniging voor de getroffen patiënten de continuïteit van de zorg in het geding is.

Hoog complexe patiënten

Afgelopen voorjaar bleek al dat diverse zorgaanbieders plotseling behandelplekken schrapten. Het ministerie bleek toen geen idee te hebben hoeveel bedden er voor deze hoog complexe patiënten overbleven en gaat dat nog onderzoeken. Wel liet de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) al onderzoek doen naar de vraag of met het verdwijnen van plekken de zorgplicht werd geschonden. Dat was volgens de zorgautoriteit niet het geval. De patiënten kregen immers vervangende zorg. De kwaliteit daarvan werd echter niet onderzocht. Volgens de behandelaars en psychiaters is dat de wereld op zijn kop. Voor een belangrijk deel van de getroffen patiënten, schrijven ze in de brief aan de Inspectie, is dat „bewezen onvoldoende” geweest. „Zij werden immers juist opgenomen omdat ambulante zorg hen niet helpt.”