AI registreren als uitvinder? Dat blijft (voorlopig) onmogelijk

Een lamp die flikkert op het ritme van hersenactiviteit en een handig in elkaar hakende voedselverpakking gebaseerd op een fractaal, een zichzelf oneindig herhalend wiskundig figuur. Met die uitvindingen meldde de Amerikaanse computerwetenschapper Stephen Thaler zich in 2018 bij internationale patentbureaus.

Tot zover niets bijzonders: organisaties als het Europees Octrooibureau (EOB) krijgen jaarlijks tienduizenden verzoeken binnen om innovaties goed te keuren.

Maar Thalers verzoek was anders. Niet zijn eigen naam, maar dat van het door hem ontwikkelde AI-systeem Dabus stond op de aanvraag als uitvinder vermeld. Wereldwijd bogen patentonderzoekers zich over de vraag of dat eigenlijk wel kon. De conclusie was telkens dezelfde. Een uitvinder moet een mens zijn, kunstmatige intelligentie is slechts gereedschap om tot het vernieuwende idee te komen.

Er is een nieuwe soort op aarde, en die heet Dabus

Toch geeft Thaler de hoop nog niet op. In meerdere landen heeft hij beroepsprocedures en rechtszaken lopen om zijn AI-model als uitvinder goedgekeurd te krijgen. Die draaien volgens hem niet om het scheppen van precedenten binnen huidige wetgeving rond intellectueel eigendom, die nog amper rekening houdt met kunstmatige intelligentie. In een interview met het Brits-Amerikaanse tijdschrift Wired stelde Thaler onlangs dat het hem in de eerste plaats gaat om de menselijke acceptatie van generatieve kunstmatige intelligentie, die zelf met vernieuwende ideeën kan komen: „Er is een nieuwe soort op aarde, en die heet Dabus.”


Lees ook
Hoe ziet de wereld er in 2040 uit als de mensheid AI zonder regulering toelaat?

Hoe ziet de wereld er in 2040 uit als de mensheid AI zonder regulering toelaat?

Dabus niet als uitvinder

Woensdag kreeg Thalers hoop op erkenning opnieuw een tik. In navolging van het Australische en Nieuw-Zeelandse hooggerechtshof besloot ook het Britse hooggerechtshof dat Dabus niet als uitvinder op het formulier mag komen te staan. Wel benadrukte de rechter dat hij daarmee geen oordeel heeft geveld over de vraag of het begrip ‘uitvinder’ uitgebreid zou moeten worden naar generatieve AI-modellen, die nieuwe producten en concepten bedenken.

De advocaten van Thaler reageerden gelaten op de uitspraak, die volgens hen laat zien dat het Britse patentrecht momenteel niet toegerust is op uitvindingen die door kunstmatige intelligentie worden gedaan.

De roep om goede wetgeving is deel van een bredere discussie die speelt binnen de wereld van het intellectueel eigendom over hoe tegen AI-innovaties moet worden aangekeken. Zo leidt de groei aan AI-modellen als die van OpenAI, Microsoft en Meta tot vragen over de ‘input’ van deze machines. Met welke informatie worden ze getraind, zodat ze zelf kunnen ‘nadenken’? Hoe zit het met de rechten van degenen van wie deze informatie afkomstig is? En als de uitvinding voortkomt uit een bundeling van andermans informatie, is de noviteit dan wel volledig aan een AI-model toe te schrijven? Het zijn vragen waar ook de begin deze maand aangenomen Europese AI Act nog geen duidelijkheid antwoord op heeft.

Bij het Europese Octrooibureau bewandelt Thaler inmiddels een andere route. Nadat een Duitse rechter eind 2021 oordeelde dat AI-gegenereerde ideeën wel patenteerbaar zijn, als er maar een echt persoon als uitvinder aangemerkt staat, besloot de Amerikaan de patentaanvraag voor de innovatieve voedselverpakking opnieuw in te dienen. Ditmaal niet met Dabus, maar met Thaler als ‘vermeende uitvinder’ op het formulier. Zichzelf als uitvinder aanduiden, zou volgens de Amerikaan gelijk staan als het opgeven van valse informatie. De aanvraagprocedure loopt nog.


Lees ook
Het is nu duidelijk hoe Europa AI aan banden wil leggen (en daarmee wereldwijd een norm stelt)

Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen loofde in een verklaring de nieuwe AI Act.


Leeslijst