N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Twee jaar geleden trok Ahmed Azouz (36) vanuit het azc in bij Luuk van der Woude (67) en Gerard Macrander (63) in Lunteren. Luuk leerde Ahmed Nederlands en ze zorgen samen voor de grote tuin en de dieren.
Ahmed: „Ik heb Gerard leren kennen via Facebook. Ik was toen al in Nederland en zocht een manier om de taal te leren. Dat deed ik door mensen uit Nederland een vriendschapsverzoek te sturen en via de chat te zeggen dat ik de taal wilde leren.”
Gerard: „Ik kreeg inderdaad een vriendschapsverzoek van ene Ahmed, met een klein tekstje erbij. Ik dacht eerst: wat is dit nu weer? Maar ik ben dan toch iemand die het goede in de mens ziet. Ik vond het ontzettend heftig om te horen wat hij allemaal had meegemaakt. Het verhaal van een bootje op zee, de helft van de opvarenden is verdronken. Maar bovenal was er een klik, we hadden het meteen gezellig.
Luuk: „Ik ben zestien jaar directeur geweest van een asielzoekersschool, tot 2006, dus ik kon me iets bij zijn situatie voorstellen.”
Gerard: „Het begon met af en toe koffie drinken, later kwam Ahmed hier in de tuin werken. Daar is altijd genoeg te doen.”
Ahmed: „Toen ik hier voor het eerst kwam, zei Luuk tegen me: ‘Ahmed, vanaf nu geen Engels meer. We gaan alleen in het Nederlands praten.’ Zo heb ik razendsnel de taal geleerd, zonder school. Ik had ondertussen al in vijf azc’s gezeten – in Ter Apel, Heerhugowaard, Echt – maar wilde daar niet in de negatieve spiraal blijven hangen. Dus na een tijdje heb ik Luuk en Gerard gevraagd: mag ik bij jullie?”
Gerard: „We zagen zijn vraag wel een beetje aankomen. Zijn gemoedstoestand was een stuk slechter toen. We wilden hem helpen.”
Luuk: „Ruimte zat hier.”
Gerard: „Luuk heeft vervolgens ontzettend zijn best gedaan om de asielprocedure te laten slagen. Wat Ahmed allemaal te verduren heeft gekregen aan procedures en regeltjes… Ik heb me af en toe geschaamd dat ik Nederlander ben.”
Ahmed: „Als ik nu kijk naar andere vluchtelingen die op hetzelfde moment als ik naar Nederland zijn gekomen… Dan ben ik echt in het voordeel met de taal, werk en sociaal netwerk. Ik mis mijn familie, zeker. Ik mis soms het delen van ervaringen met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt in de oorlog in Libië. Maar hier is het veilig. Dat geeft me rust in mijn hoofd.”
Luuk: „De verblijfsvergunning is nu geregeld, gelukkig. Tot 2024. Normaal gesproken wordt die daarna automatisch verlengd.”
Naar de Turkse slager
Gerard: „Luuk en ik zijn al 32 jaar bij elkaar, dan weet je wel een beetje hoe het reilt en zeilt. Nu Ahmed hier is, merk je dat sommige dingen toch anders lopen. Bijvoorbeeld als ik de koelkast opentrek en denk: hee, waar is de kaas gebleven?”
Luuk: „Ahmed is moslim, hij bidt vijf keer per dag. Het betekent ook geen varkensvlees en dat ik naar de Turkse slager moet voor halal vlees.”
Gerard: „We zijn afgelopen zomer naar Istanbul geweest om zijn familie te ontmoeten. Zij waren natuurlijk ook benieuwd: wie zijn die mannen?”
Ahmed: „Ik was daar heel zenuwachtig voor. Ik had mijn moeder, mijn zussen en mijn broer al ruim vier jaar niet gezien. Maar vanaf het moment dat we elkaar zagen op het vliegveld hebben we elkaar gewoon vastgehouden. Dat voelde warm en fijn.”
Luuk: „Tegen zijn familie zeggen we niet dat we een koppel zijn, maar gewoon vrienden. Nee, daar hebben we geen moeite mee.”
Ahmed: „Voor mijn moeder is het belangrijkste dat Luuk en Gerard goed voor mij zorgen.”
Gerard: „Tijdens een etentje in Istanbul zei Ahmed dat hij met ons er een nieuwe familie bij heeft. Dat bracht bij zijn moeder veel emoties teweeg. Daarom heb ik direct tegen haar gezegd: ‘U blijft altijd nummer één voor Ahmed en dat gaat nooit veranderen.’”
Ingelaste dierenstop
Gerard: „We wonen in Lunteren. Buitenaf op ruim vijfduizend vierkante meter grond.”
Luuk: „We hebben twee paarden, een pony, een ezel, geiten, een schaap, kippen, konijnen, cavia’s, duiven, vissen, vogeltjes, drie honden, een poes. Mis ik nog iets?”
Gerard: „We hebben al een aantal keren een dierenstop ingelast, maar dat mislukt telkens.”
Luuk: „Ahmed doet ook vrolijk mee. Hij rijdt paard en maakt de stallen schoon.”
Ahmed: „Ik ben in Libië opgeleid als medisch laborant op hbo-niveau, maar dat diploma is hier niet een-op-een geldig. Via een vriendin van Luuk kon ik beginnen aan een verkorte opleiding tot verzorgende op mbo 3-niveau in een verpleeghuis in Veenendaal. Mijn einddoel zou zijn om op de spoedeisende hulp in het ziekenhuis te werken.”
Luuk: „Ahmed kijkt echt alle ziekenhuisseries. Hoe meer bloed, hoe beter.”
Gerard: „Ik werk als adviseur bij Rabobank private banking. Naast het werk ben ik voorzitter van het dorpshuis in Ederveen, werk ik graag in de tuin en mag ik graag bloemschikken, daar geef ik ook workshops in.”
Luuk: „Ik ben al anderhalf jaar met pensioen, maar wil niet alle dagen thuiszitten. Dus werk ik nog twee dagen per week als basisschooldocent. En vorig jaar was er zo’n tekort aan invalkrachten dat ik nog twee dagen extra heb ingevallen bij de kleuters. Dat vind ik eigenlijk nog steeds het leukste.”
Ahmed: „Elke vrijdag doe ik mee aan een online taalgroep via Zoom, Vertel Es. Het zijn Nederlanders en buitenlanders door elkaar en we praten elke keer over een ander onderwerp. Door die lessen leer ik nieuwe mensen kennen. Met een groep gaan we regelmatig wandelen in Amsterdam en in de zomer hebben we drie keer gebarbecued. Het is er gewoon heel gezellig.”
Gerard: „Dat is toch heel mooi als dat op deze manier zo gaat. Ook wat betreft de taal: Ahmed dénkt al in het Nederlands.”
Luuk: „Voor veel mensen zijn het allemaal maar ‘buitenlanders’. Een stereotype. Er zijn ook heel veel goede buitenlanders. Aan dat beeld wil ik wel bijdragen.”