Hoewel Kees der Staaij al in de kerstsferen is, staat er bij hem thuis in het Zuid-Hollandse Benthuizen geen kerstboom. Wel ligt op de open haard een dennentak met kerstlichtjes. „Een kerstboom is van huis uit bij ons geen gewoonte, het is geen belangrijk geloofsartikel”, legt de voormalig SGP-leider uit. De kerstboom is van oorsprong een heidense uitvinding, die later omarmd werd door veel christenen, maar veelal niet binnen de orthodox-protestantse kerken. „Geen kerstboom spoort aardig met de huidige inzichten rond duurzaamheid”, grapt hij.
Het interview vindt woensdagochtend plaats, ruim een week na zijn afscheid van de Tweede Kamer, na 25 jaar. Het Kamerdebat over de kabinetsformatie is deze ochtend net begonnen: Van der Staaij heeft geen televisie in de woonkamer, maar kijkt debatten af en toe op z’n iPad. Hij serveert koffie met mergpijpjes.
Kunt u al een beetje afstand nemen?
„Ik ben nog wel betrokken, maar ben te ongeduldig om de hele dag geconcentreerd een Kamerdebat te kijken. Dus ik kijk vaak fragmenten terug. Dinsdagavond was ik wel even nieuwsgierig naar het debat over de EU-steun aan Oekraïne, hoe de nieuwe Kamer zich opstelt. Dan lees ik een stukje van het plenaire verslag terug. Het verslag van verkenner Plasterk heb ik wel uitgebreid doorgenomen.”
Denkt u dan nog: wat had ik als SGP-leider van het advies van Plasterk gevonden?
„Nee, dat niet. Ik merk wel dat ik de formatie echt spannend vind en dat ik me thuis zit af te vragen: komt er wel binnen afzienbare tijd een kabinet dat met de grote problemen aan de slag gaat? Dat is een onrust die ik voel. Terwijl ik dan ook denk: Kees, daar hoef je je toch niet meer verantwoordelijk voor te voelen? Het komt denk ik door de vorige formatie. Toen werd ik op straat door burgers aangesproken die zo ontevreden waren en mij vroegen: gebeurt er nog wat in Den Haag? Dit kan toch zo niet? Dat is het risico van een lange formatie, dat het een oneindig gekissebis wordt en het vertrouwen in de politiek verder afneemt.”
Vreest u nu opnieuw zo’n ingewikkelde formatie?
„Ja, een kabinet formeren lijkt gecompliceerder geworden. Met een VVD die meteen zegt: we willen alleen een gedoogconstructie. De uitsluitingen en voorwaarden vooraf, bijvoorbeeld bij NSC, lijken te zijn toegenomen. Ik ben overigens niet zonder begrip voor die gevoeligheden, als je ziet hoe splijtend de samenwerking met de PVV toen bij het CDA heeft gewerkt.”
In de Thorbeckelezing, die u deze week hield, sprak u over polarisatie. U zei dat deze politieke tijd niet uniek is, dat polarisatie komt ‘met eb en vloed’. Dat klinkt geruststellend, u maakt zich geen zorgen over de winst van de PVV?
„Ik zeg: schrik er niet te veel van. Ik gebruik zelf de vergelijking met turbulentie in een vliegtuig: als je er niet mee bekend bent de eerste keer, schrik je je wild. Je let ook op de gezichten van de stewardessen en wat er dan gezegd wordt. Dan helpt het niet als er met heel veel nadruk wordt gezegd: geen paniek. Dan is er kennelijk wel iets aan de hand. Als je rustig uitlegt dat het regelmatig gebeurt in een vliegtuig, en dat een vliegtuig heel veel schokbestendigheid heeft, dan kan dat ook iets geruststellends hebben. Zo is het ook met politieke polarisatie. In Nederland is het door de tijd heen altijd eb en vloed geweest tussen polderen en polariseren. Een beetje nuchterheid en kalmte helpt, zeker als je denkt aan de schokbestendigheid van ons politieke bestel.”
U bedoelt: de PVV kan niet zomaar de grondrechten aantasten, dus zo gevaarlijk is het niet?
„Voor de duidelijkheid: bepaalde plannen van de PVV, zoals een asielstop en Korans verbieden, die steunen wij niet, die gaan veel te ver. Ik heb alleen niet de behoefte om nog een duit in het zakje te doen over hoe gevaarlijk of bedreigend hun ideeën zijn. Omdat ik inderdaad de schokbestendigheid van ons systeem voor ogen heb. Voor een Grondwetswijziging heb je tussentijdse verkiezingen en daarna een tweederde meerderheid in beide Kamers nodig. Er wordt wel eens geklaagd dat het zo ingewikkeld is om tot Grondwetswijzigingen te komen en dat ook de Eerste Kamer een soort doublure is. Vanuit een conservatieve benadering heb ik dat altijd juist verstandig gevonden. In een Grondwet ligt de wijsheid van generaties besloten. Ons tweekamerstelsel is een buffer tegen al te abrupte veranderingen. Zo haal je de scherpste kanten er vanzelf af, en worden partijen gedwongen tot het zoeken van een bepaalde mate van consensus.”
Wat moet de politiek met de winst van de PVV?
„De winst van Wilders doet mij sterk denken aan de opkomst van de LPF. Wilders is verder gegaan met het thema immigratie en wat mij zorgen baart, is dat er op dit vlak al die jaren zo weinig is gebeurd. En dan zijn we nu verbaasd over deze uitslag. Ik herinner me nog dat toenmalig staatssecretaris Job Cohen (PvdA) in 1999 zei: het asielsysteem ontploft. Ik hoorde toen al, en nu nog, ook van ambtenaren: het aantal asielzoekers dat binnenkomt staat los van wat wij in Den Haag bedenken. Daar schrik ik van, dan is de politiek blijkbaar te weinig wendbaar om aan bepaalde zorgen tegemoet te komen. Er is te veel een houding van: burgers, u kunt vinden wat u wil, maar wij hebben internationaal afgesproken hoe het hoort en hoe het moet – die boodschap wordt ook zwaar moreel geladen gebracht. Dat is problematisch.”
Nog even terug naar uw afscheid vorige week, u kreeg een lange staande ovatie van de Kamer. Hoe beleefde u dat?
„Dat was echt bijzonder, het deed me wel wat. In zo’n periode van afscheid zijn er veel momenten waarbij je merkt dat de onderlinge verbondenheid uitstijgt boven de politieke meningsverschillen. Jan Paternotte (D66) bedankte mij in ons partijblad voor mijn ‘enorme inzet voor de democratie, humor en collegialiteit’. Terwijl we politiek tegenpolen waren. Dat getuigt van persoonlijke hartelijkheid.”
Wat gaat u het meest missen aan het Kamerwerk?
„De samenwerking met mijn eigen fractieteam. Je werkt niet alleen samen, maar eet en bidt ook samen. En buiten werktijd ging het op de fractie-app door. In het kader van mijn afkicktraject had ik de fractie-app in de afgelopen weken eerst op dempen gezet. Dat was al moeilijk, want ik reageerde altijd snel op wat daar gebeurde. Op 5 december, bij mijn afscheid, moest ik moed verzamelen om er zelf uit te stappen. Toen voelde de wereld echt anders.”
Wat gaat u niet missen?
„De lange duur van Kamerdebatten. Ik kan urenlang geboeid praten over hoe uitvoeringsorganisaties last hebben van ingewikkelde regels, ICT-problemen en arbeidstekorten. Maar debatten vol politieke verwijten als ‘je zei gisteren nog dit’, daar word ik ongeduldig van. Dan nam ik vaak een goed boek mee over polarisatie in de politiek, of zat ik rapporten te lezen op mijn iPad. Ik kreeg eens een mail van een kijker die zei: u zit op uw telefoon. Toen reageerde ik: dat is waar, maar ik krijg de essentie echt wel mee. Ik nam altijd serieus wat anderen naar voren brachten, maar soms had ik gezien mijn ervaring, met alle respect, aan een half woord genoeg om te weten wat iemand betoogt.”
U heeft zich jaren hard gemaakt voor een beter parlementair proces – zoals goede omgangsvormen. Dat lijkt weinig verbeterd.
„Ik zie toch wel vooruitgang. Jaren geleden was de sfeer in de Kamer ernaar om elkaar onderling aan te spreken; dat probeerde ik ook, met Wilders, toen hij minister Ella Vogelaar (PvdA) ‘knettergek’ noemde. Dat hielp niet, Wilders ging toen nog eens uitgebreid uitleggen waarom hij ‘knettergek’ een gepaste formulering vond. In het Reglement van Orde staat sinds 2021 de positieve bepaling dat Kamerleden in hun uitlatingen rekening moeten houden met de waardigheid van de Kamer. Ik heb het idee dat dit voorzitters wel geholpen heeft, er strakker opgetreden wordt en dat er minder incidenten zijn.”
De persoonlijke aanvallen blijven klinken, net als omstreden leuzen. Bent u niet te positief?
„Het kan altijd beter. In mijn lezing pleit ik voor meer gematigheid in het debat. Dat betekent uitdrukkelijk niet de grijze, kleurloze middenweg, maar is wel een pleidooi voor meer welsprekendheid. Dat betekent: een zekere zelfbeheersing en ook het temperen van de kritiek, en oog hebben voor wat ook goed gaat. Zo versterk je de gemeenschappelijkheid.”
Dat klinkt prachtig, maar is toch niet hoe de Kamer nu opereert. Hoe krijg je dat verbeterd?
„Het informele contact moet niet onderschat worden, ook in het tegengaan van vijandbeelden over elkaar. Ik weet nog goed hoe nuttig fractievoorzittersreizen jaren geleden waren. Ik was met Wilders in Teheran, en met Pechtold op de Antillen. Dan voer je persoonlijke gesprekken, over hoe je in het leven staat, wat je hobby’s zijn, hoe het met je kinderen gaat. Die fractievoorzittersreizen zijn geschrapt, uit angst voor beeldvorming over het mooie weer op de Antillen. Terwijl die contacten heel waardevol zijn.”
Hoe laat u de SGP achter? De partij lijkt stabiel, maar de christelijke partijen zijn kleiner dan ooit.
„Ik ben dankbaar voor het behoud van de drie zetels, gezien de grote politieke verschuivingen. Ik voel zeker teleurstelling over het verlies van het christelijk blok, hoe hard dat achteruit gaat. Van het CDA zie je ook wel in gedachtengoed en personen iets terug bij partijen als BBB en NSC, daar past enige relativering.”
Bent u somber over het geseculariseerde Nederland van 2023?
„In 1998 kwam ik juist in een sombere tijd binnen, in de jaren van de paarse kabinetten. Dat was de periode van de gure wind van secularisatie en grote verschuivingen in de politiek [invoering euthanasie, homohuwelijk, red.]. Daarna viel het weer mee: het CDA kwam terug als regeringspartij, wij kregen als SGP zelfs invloed in de eerste kabinetten-Rutte. Vanuit mijn geloof ben ik ervan overtuigd dat de huidige tijdgeest niet ons eindpunt is, omdat er een God is die regeert. Ik zie ook tegenbewegingen de laatste jaren, of het nu gaat om herwaardering voor de zondagsrust of bredere kritiek op prostitutie wegens mensenhandel. Ik zie zo weer kleine wolkjes verschijnen als tekenen van hoop.”
U bent 55. Wat brengt het leven na de politiek?
„De publieke zaak heeft echt mijn hart, dus daarin zal ik het zoeken. Ik heb nog eventjes te gaan tot mijn pensioen, dus ik wil echt nog voor een serieuze voltijdbaan gaan. Van veel kanten heb ik de dringende raad gekregen eerst even bij te komen van de Haagse mallenmolen. Ik weet niet precies hoe lang ik dat ga volhouden.”
Leeslijst