Bij LE:EN is het nog net zo ongecompliceerd genieten als jaren geleden

Recensie

Uit eten

Van de kaart Na járen bezocht een van haar favoriete restaurants, LE:EN, in Utrecht weer en het was alsof de tijd er stil had gestaan: sfeer en kwaliteit waren nog altijd even goed.

Restaurant LE:EN in Utrecht.
Restaurant LE:EN in Utrecht.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Utrecht was lang mijn stad. Na mijn studie bleef ik er vaak naartoe gaan om met vrienden af te spreken, naar restaurants te gaan en te dansen. Das war einmal. Het dansen heb ik ingeruild voor het eten en de stad zelf raakte op de achtergrond, omdat mijn werk me ook elders bracht. Maar ik heb er warme herinneringen aan. Een van mijn favoriete restaurants destijds was LE:EN, dat eerst op een sfeervolle plek aan de Westerkade gevestigd was en daarna verhuisde naar een groot industrieel pand, een voormalige lasfabriek, iets verderop in Heuveloord. Daar zit het nog steeds.

Ruim tien jaar geleden was ik er voor het laatst en ik heb me in die tijd vaak afgevraagd of het nog steeds zo’n fijne plek is. Ik durfde niet te gaan, omdat ik bang was voor een desillusie. Maar om nu geketend door het leven te gaan uit angst voor teleurstellingen is ook zo wat. En dus gingen we een aantal maanden geleden voor het eerst terug en het was alsof de tijd had stilgestaan. Natuurlijk, de kaart was veranderd, maar de sfeer en kwaliteit niet.

Dus besloten we nóg eens te gaan. Ieder bezoek aan een restaurant is immers een momentopname. En deze keer knalt LE:EN bijna uit zijn voegen, zo druk is het.

Bij het reserveren kun je kiezen voor een gewoon tafeltje of de loungebanken waarop je aan lage salontafels zit. Ik kies de bank, omdat je daar ontspannen kunt zitten met een tafel vol gerechten.

En vol wórdt die tafel. Dat kan ook niet anders met een kaart die gekenmerkt wordt door kleine gerechten, bijna allemaal onder de tien euro.

Wij kiezen voor de gebakken coquilles met tom kha kai-botersaus, haricots verts, rettich en bonitoflakes. Volgens de kaart zitten er ook kippenspekjes in, maar die zijn onvindbaar. De coquilles zijn perfect gebakken, heerlijk zacht en vlezig, de saus heeft bijna iets van gebrande boter.

Bij de rivierkreeftennoodles met één grote rivierkreeft en rivierkreeftstaartjes, ingelegde gember en citroen, spinazie, rode ui en saus van sesam, tonkatsu, oester en saké moeten we zoeken naar de rivierkreeftstaartjes, die minuscuul zijn. Maar de zwarte noodles zijn lekker en hebben de nadrukkelijke smaak van gember. Net zo geslaagd is de zacht gegaarde dorade met passievrucht, ketjap en lekker pittige rauwe sambal van rodekool, papaja, rawit, bosui en limoen.

Mountain yam

De kaart bevat een flink aantal veganistische gerechten, waaronder de ‘sticks met okonomiyaki, ofwel Japanse pannenkoek, met mountain yam (een Japanse yam, een aardappelsoort), ingelegde gember, geschaafde shiitake, kool, wortel, yuzu-mayo, tonkatsusaus en gefrituurde uitjes. Daarna nemen we de tempeh met limoen-pindasaus met krokante sambal-badjak-pinda’s en gebrande limoen en tot slot ‘sushi masala’ met geroosterde oesterzwam, gefrituurde boerenkool, appel en ingelegde mosterdzaad.

De okonomiyaki is een lekkere snack met een lichtzoet accent. De tempeh is krokant van buiten en zacht kruimig van binnen, bijna als een aardappel. De limoen-pindasaus is pittig net als de sambal-badjakpinda’s die er een crunch aan geven.

De sushi masala vind ik bij de eerste hap de kleverige rijst domineren, maar daar kom ik al snel op terug, want het is een fris, zoetig en loeiheet hapje, waar mijn mond nog lang van naschroeit. Heerlijk, een keuken die scheutig is met de pepertjes.

Als laatste komt de gefrituurde inktvis op tafel, met koriander-limoensaus en krokant zee-eikwier. Die saus is lekker, maar de inktvis is te taai, je hoort en voelt hem kraken tussen je tanden. Jammer.

Daar had het bij kunnen blijven, we zijn voldaan en zitten al bijna vol.

Maar op de kaart lonken de curry’s en we besluiten dat er tóch nog wat bij kan en gaan voor een veganistische auberginecurry met paprika, rode peper, kurkuma, kerrie en gember. Die is rijk van smaak: kruidig, pittig, verrassend fris en heeft een mild zoete hint. Vegetariërs en veganisten kunnen bij LE:EN hun hart ophalen.

Onze buiken staan al op knappen wanneer we het dessert bestellen: een geweldige choco-pie met karnemelk-ijs van zwarte bes met kardemom, steranijs en sinaasappel met een compote van ananas en meringue van pandan. De choco-pie is lekker chewy, het ijs zit bomvol zwarte bessen en het geheel is zo lekker dat mijn tafelgenoot er even stil van is.

Mijn dessert is een heerlijke panna cotta met hibiscus met daarbij gajar ka halwa (een Indiase zoetigheid van wortel), witte chocolade met pistachenoten, walnoten en sinaasappel en de onweerstaanbare tonen van kardemom. De panna cotta is fris en bijna romig van structuur, de gajar ka halwa zalig stroperig. We knallen bijna uit elkaar, maar god wat is het dessert lekker.

LE:EN is geen fine dining, je vindt er geen nette tafels met wit linnen. Het interieur is al net zo bont als de kaart, het kabaal bij drukte enorm.

Hier kom je voor laagdrempelig en ongecompliceerd lekker eten in een informele setting. Voor een drankje – de drankkaart bevat genoeg lekkers zonder alcohol – een hapje of een uitgebreide maaltijd.

De bediening is sympathiek en de gerechten zijn smakelijk en aangenaam ongedwongen en hebben verschillende invloeden en stijlen. Het is niet voor puristen, maar wel voor mensen die houden van funky Euro-Aziatisch voor een zachte prijs.