‘Opvang in de regio’ was opnieuw een veelgehoorde kreet bij de afgelopen verkiezingen. Partijen die geen of minder asielzoekers in Nederland willen (VVD, PVV, NSC, BBB, CDA, SGP, FvD, JA21) zien vluchtelingen liever in de buurlanden van conflictgebieden. Maar hoe hun opvang er precies uit moet zien, en wat dit mag kosten, lieten ze tijdens de campagne veelal in het midden.
De Europese Raad van deze donderdag en vrijdag buigt zich wél over die vraagstukken. De top van Europese regeringsleiders staat weliswaar in het teken van de oorlog in Oekraïne, maar behandelt ook een voorstel van de Europese Commissie om 15 miljard euro uit te trekken voor migratiebeleid. Een belangrijk element daarvan is hernieuwde steun van zo’n 3,5 miljard euro aan Turkije, dat naar schatting vier miljoen Syrische en honderdduizenden andere vluchtelingen opvangt.
De verwachting is dat regeringsleiders met het plan zullen instemmen, zegt Nikolaus Meyer-Landrut, de EU-ambassadeur in Ankara. „De vraag is nog wel hoe hoog het bedrag precies zal uitvallen en of het uit nieuwe of bestaande fondsen moet komen”, zegt hij telefonisch. „Maar ik zie geen enkele lidstaat die de steun wil stopzetten.” De geldsteun aan Ankara is volgens hem dan ook niet alleen in Turks, maar ook in Europees belang. „Zonder deze steun zal de situatie van vluchtelingen in Turkije verslechteren en zullen meer van hen naar Europa komen.”
Financiële steun
De angst voor zo’n toestroom lag in 2016 ook aan de basis van de zogenoemde ‘Turkijedeal’. Volgens de destijds gemaakte afspraken, mede aangejaagd door premier Rutte, zou Turkije migratie richting Europa terugdringen en door Griekenland teruggestuurde ‘irreguliere migranten’ terugnemen. In ruil daarvoor beloofde de EU onder andere 6 miljard euro steun en zou het voor iedere Syrische vluchteling die Turkije terugnam, een andere Syriër hervestiging in Europa.
„Dat laatste mechanisme heeft nooit gewerkt”, zegt Meyer-Landrut. Dat komt volgens hem niet alleen door de onwil van Ankara, dat sinds 2020 geen vluchtelingen meer terugneemt, maar ook door trage Griekse asielprocedures, waardoor vluchtelingen daar eindeloos vast kwamen te zitten in kampen. Ook erkent de topdiplomaat dat de veertigduizend Syrische vluchtelingen die Europa in zeven jaar tijd van Turkije overnam (1 procent van het door Turkije opgevangen aantal), veel minder zijn dan in 2016 werd voorgespiegeld. „We moeten eerlijk zijn over de beloften die we niet zijn nagekomen.”
Maar de financiële steun aan Turkije, die in het nieuwe hulppakket wordt voortgezet, is volgens de ambassadeur wél succesvol. Daarmee werd onderwijs voor 770.000 vluchtelingenkinderen gefinancierd, evenals de bouw van 150 scholen en 190 gezondheidscentra, de aanleg van extra infrastructuur in Turkse gemeenten, en maandelijkse uitkeringen aan zo’n twee miljoen vluchtelingen. „Dat is voor zowel vluchtelingen als de Turkse gastgemeenschap van enorm belang.”
Aardbeving
Maar toch schiet de hulp tekort, blijkt uit recente EU-rapportages. Bijna een half miljoen vluchtelingenkinderen volgt geen onderwijs en schooluitval neemt toe. Slechts 15 procent van de Syrische vluchtelingen spreekt goed Turks, en maar 1,5 procent volgde door de EU gesponsorde taallessen. Hun uitkeringen worden nauwelijks aangepast aan inflatie, en bedragen omgerekend nog maar 15 euro per maand. Tot overmaat van ramp raakte de aardbeving van afgelopen februari naast vele miljoenen Turkse burgers ook 1,8 miljoen vluchtelingen.
Daarbij blijft het verband tussen de geldsteun en de Turkijedeal zeer problematisch, stelt Deniz Yükseker, een Turkse socioloog en co-auteur van een recente studie naar migranten in Turkije. „Deze steun is in de kern een excuus om vluchtelingen het recht op asiel in Europa te ontzeggen en hen in Turkije te houden”, zegt ze telefonisch. „Dat brengt voor Turkije geen lastenverlichting, maar juist lastenverhoging.”
Ook zag Yükseker dat sommige hulpprogramma’s vluchtelingen isoleren van de Turkse samenleving. Zo helpen de uitkeringen vluchtelingen te overleven, maar belemmeren ze hun toetreding tot de reguliere arbeidsmarkt. En hoewel de gezondheidscentra voor migranten belangrijke zorg bieden, vormen ze ook een parallel systeem waar de overheid slecht zicht op heeft. „Kinderzwangerschappen worden bijvoorbeeld soms niet gemeld door deze centra.”
De steun kan daarom beter direct naar de Turkse overheid, aldus de socioloog, zelf overigens geen aanhanger van de huidige Turkse regering. Het risico dat het geld slecht terechtkomt, bestaat volgens haar eveneens binnen de VN-instanties en andere hulporganisaties die tot nu toe het merendeel van het EU-geld ontvingen. „Zij rekenen vaak enorme ‘algemene kosten’ en runnen sommige projecten vooral ter zelfpromotie.”
Ook Meyer-Landrut pleit voor meer directe uitbetalingen aan Turkse ministeries. „Dat gebeurt nu ook al, maar er moeten wel duidelijke projecten klaar liggen. We kunnen niet zomaar cash overmaken.” Daarbij erkent de EU-ambassadeur dat er een noodzaak bestaat om meer vluchtelingen van Turkije over te nemen. „De Europese Commissie heeft lidstaten eind november niet voor niets geadviseerd om de hervestiging weer op te schalen.”
Geert Wilders
Maar of regeringsleiders in Brussel ook daarmee zullen instemmen, is nog maar de vraag. In Nederland zal verkiezingswinnaar Geert Wilders in ieder geval tegen zijn. Ook heeft hij zich vaak uitgesproken tegen financiële steun aan Turkije – hoewel hij wel volledige opvang in de regio wil.
Ondertussen nemen de economische misère en daaraan verbonden vreemdelingenhaat in Turkije alsmaar toe. Mede daardoor vertrekken weer steeds meer migranten richting Europa, blijkt uit de sterk stijgende aankomstcijfers op de Griekse eilanden.
„Migratie is een feit van deze tijd”, zegt Yükseker. In plaats van zich te verschuilen in ‘Fort Europa’, zou de EU er volgens haar goed aan doen de lasten van deze crisis echt te verdelen door meer mensen asiel te bieden. „Uit morele principes, maar ook uit realiteitszin. Want vroeg of laat zal de werkelijkheid de muren van het fort doorbreken.”
Leeslijst