
Mail de redactie
Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
Bij bijna de helft van de verzekeraars betalen loyale klanten meer premie dan nieuwere klanten, zonder dat die verschillen verklaard lijken te kunnen worden door bijvoorbeeld een ander risicoprofiel. Dat concludeert de Autoriteit Financiële Markten na onderzoek.
Hoeveel klanten hiervan de dupe zijn, maakte de AFM niet bekend. „Maar gezien de aantallen – een autoverzekering is bijvoorbeeld verplicht – gaat dit niet om enkele honderden mensen”, licht senior toezichthouder René Geerling toe. De AFM wijst erop dat klanten die weinig overstappen, vaak minder digitaal vaardig zijn en een lager inkomen hebben. „Loyale klanten zijn daarom potentieel kwetsbaar.”
Als er echt geen verklaring is voor de verschillen, overtreden de verzekeraars hiermee Nederlandse en Europese regels over eerlijke behandeling van klanten en productontwikkeling. De waakhond gaat hierover nu in gesprek met de sector, waarna mogelijke handhaving kan volgen.
De AFM deed onderzoek naar 40 miljoen verzekeringspolissen afkomstig van 31 verzekeraars over drie jaar. De waakhond vergelijkt daarbij de premies van loyale klanten – die al negen jaar of langer klant zijn – met relatief nieuwe klanten – tussen de één en twee jaar klant, dus na het eerste jaar waarin vaak welkomstpremies gelden. Het onderzoek concentreerde zich op de drie vormen van autoverzekeringen (WA, WA+ en Allrisk), inboedelverzekeringen en aansprakelijkheidsverzekeringen. Bij de eerste vier verzekeringsvormen werd de ‘loyaliteitsboete’ door de AFM gezien.
Bij één allrisk-autoverzekering betaalden loyale klanten zelfs 50 procent meer dan nieuwe klanten
Bij 47 procent van de verzekeraars was er sprake van een loyaliteitsboete bij minimaal één op de vijf onderzochte verzekeringsproducten. Als van een loyaliteitsboete sprake is, gaat het vaak om een premieverschil van meer dan 10 procent. Bij één allrisk-autoverzekering betaalden loyale klanten zelfs 50 procent meer dan nieuwe klanten – de AFM maakte geen namen bekend. Bij inboedelverzekeringen waren er twee negatieve uitschieters van meer dan 30 procent.
Er zijn overigens ook verzekeraars waar loyale klanten juist wel beloond worden voor hun trouw. De AFM roept consumenten daarom vooral op om naar aanleiding van het onderzoek goed naar hun persoonlijke situatie en product te kijken. Geerling: „Hou de eigen verzekering kritisch tegen het licht. Het is altijd goed om dat regelmatig te doen: de persoonlijke situatie kan gewijzigd zijn. En kijk ook niet alleen naar prijs. Je hebt met verzekeringen te maken op ellendige momenten in je leven: bij een inbraak, aanrijding of medisch probleem. Op die momenten is de dekking minstens net zo belangrijk als de prijs.”
De AFM deed het onderzoek naar aanleiding van soortgelijke conclusies in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Zweden. In bijvoorbeeld het VK is het naar aanleiding van het onderzoek nu verboden om nieuwe klanten een lagere premie te bieden dan bestaande klanten. Daarvan is in Nederland nog geen sprake. „We gaan nu eerst in gesprek met de sector over de uitlegbaarheid van de premieverschillen”, aldus Geerling.
In een reactie laat het Verbond van Verzekeraars weten het belangrijk te vinden dat „nieuwe en bestaande klanten zoveel mogelijk op dezelfde wijze behandeld worden en verschillen in premie uitlegbaar zijn aan de klant”, stelt directeur Richard Weurding. Het Verbond vindt het goed dat de AFM aandacht heeft voor mogelijk onverklaarbare premieverschillen, maar waarschuwt ook voor te snelle conclusies, omdat de waakhond nog niet met de verzekeraars heeft gesproken over mogelijke verklaringen. „Het is van belang om de resultaten van de gesprekken af te wachten.”
Jarenlang kon er bij Tesla bijna niks misgaan. De autofabrikant groeide de afgelopen decennia uit van start-up tot grootste bouwer van elektrische auto’s ter wereld. Eigenhandig dwong het merk andere autobouwers te investeren in elektrische modellen.
De laatste maanden is het beeld heel anders. Sinds topman Elon Musk nauw betrokken raakte bij de regering van Donald Trump, kelderen de verkoopcijfers van Tesla met name in Europa. In totaal leverde het merk in het eerste kwartaal van 2025 336.681 auto’s af, tegenover 387.000 in diezelfde periode een jaar eerder – een veel grotere daling dan analisten hadden verwacht.
Dit komt niet alleen door de politieke acties van de topman. Tesla heeft ook te lijden onder een ietwat verouderd modellenaanbod, bijvoorbeeld. Maar inmiddels leidt het onder analisten geen twijfel meer dat het gedrag van Musk bijdraagt aan de slechte cijfers.
Tesla is in rap tempo uitgegroeid tot een symbool van de regering-Trump. Dat raakt niet alleen de verkopen, maar leidt er ook toe dat wereldwijd het protest tegen het merk groeit. Tesla biedt demonstranten een alomtegenwoordig, tastbaar object om tegen op te staan: overal zijn wel laadpalen, dealers, modellen te vinden.
Vaak gebeurde dat de afgelopen weken vreedzaam, zoals op zaterdag 29 maart, door demonstraten uitgeroepen tot wereldwijde ‘Takedown Tesla Day’. Van San Francisco tot Tilburg waren er demonstraties.
Soms gaat het er veel harder en illegaler aan toe en steken tegenstanders laadpalen in brand, of auto’s. De fotoredactie van NRC verzamelde beelden van de woede richting Tesla van over de hele wereld.
En ook in Nederland vond op 29 maart een protest plaats tegen Tesla. Een groep van enkele tientallen demonstraten trok in Tilburg naar een locatie van het merk, vergezeld door een fanfare.
Foto’s Merlin Daleman
De taakomroep NTR, bekend van programma’s als Nieuwsuur, Klokhuis, de Top 2000 à Gogo en het Sinterklaasjournaal, moet worden gered. GroenLinks-PvdA en de VVD gaan samen een motie met deze strekking indienen op 14 april, wanneer de Tweede Kamer debatteert over het plan van minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) voor de hervorming van de publieke omroep. De motie stelt dat de NTR-programmering, die zich richt op kunst en cultuur, jeugd en educatie, wetenschap en informatie, naast de NOS nodig is om het onafhankelijke karakter van de publieke omroep te garanderen.
Bruins stuurde vorige week vrijdag zijn langverwachte brief over de hervorming van de publieke omroep naar de Tweede Kamer. Hij wil het huidige bestel op belangrijke punten aanpassen. De huidige dertien (aspirant-) omroepen moeten worden samengevoegd tot vier à vijf omroephuizen, die samen met de NOS en de NPO het bestel zullen vormen. Nieuwe omroepen zullen in de toekomst niet langer kunnen toetreden tot het bestel, waarmee feitelijk een einde komt aan de externe pluriformiteit.
Het nieuws dat de NTR zou verdwijnen, kwam voor de meeste betrokkenen in Hilversum en Den Haag als een verrassing. NTR-directeur Lucas Goes was geschokt. „Alsof je het hart uit de publieke omroep haalt„, zei hij tegen het AD. Zelfs de VVD, die als partij deel uitmaakt van de coalitie, tastte in het duister over de plannen van Bruins. In het plan dat de VVD vorig jaar zelf presenteerde voor een toekomstbestendige publieke omroep zouden de taakomroepen NOS en NTR samengaan. „Wij wilden juist dat de publieke omroep terug zou gaan naar de kerntaken van de taakomroepen”, zegt VVD-Kamerlid Claire Martens-America.
Mohammed Mohandis, de mediawoordvoerder van GroenLinks-PvdA, is de initiatiefnemer van de motie. Hij was woedend toen hij hoorde dat de NTR zou verdwijnen, zegt hij in een interview met NRC dat later deze week verschijnt en waarin hij zijn eigen plannen voor de publieke omroep presenteert. „We hebben niet voor niets de taakomroepen in het leven geroepen”, zegt Mohandis. „Dat was juist bedoeld om de publieke omroep te onderscheiden van de commerciële zenders. Ik heb liever dat het Sinterklaasjournaal gemaakt wordt door een neutrale taakomroep dan vanuit het meer ideologische perspectief van een omroep als BNNVARA of Ongehoord Nederland.”