N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP De documentaire Mariupol: The people’s story brengt de oorlog heel dichtbij, door de beelden die inwoners van Marioepol maakten van de verwoesting van hun stad. „Je begint je vanzelf voor te stellen dat jóuw buren hun doden begraven in het strookje groen voor het huis.”
Als je wilt weten hoe oorlog voelt en klinkt, kijk dan de documentaire Mariupol: The people’s story (VPRO) van Robin Barnwell. God, wat had ik die graag niet gezien. Niet eens vanwege de verwoesting van de stad en de verwonding van de burgers in de Oost-Oekraïense stad. De ogen zijn na bijna een jaar oorlog haast gewend geraakt aan brandende flatgebouwen op televisie. Je wéét niet van wie de lichamen in het puin zijn, je ként de huilende overlevenden niet. Maar deze documentaire vult voor je in wat je je niet wenste voor te stellen.
Je kijkt naar de beelden die burgers van Marioepol zelf maakten met hun telefoon. Hun camera bleef aan staan als ze naar de grond doken tijdens een luchtaanval. Jankend en vloekend lig je plat op je buik bij ze in het bevroren gras. Je steekt je hoofd om het hoekje van een muur om te controleren of de kust veilig is en deinst geschrokken terug als blijkt dat dat niet zo is. In het donker struikel je mee de schuilkelder in, niet dat je iets ziet in het pikkedonker, maar je hoort de onderdrukte paniek en angstige kinderstemmen ‘mama, mama’ roepen. En is dat nou een lichaam, daar onderaan de trap?
De film begint met een ongeschonden stad. Diana, kunstenares, vierde Oudejaarsavond ’21-’22 gewoon nog dansend en drinkend. Maar dan wordt het 24 februari. Elena, overheidsfunctionaris, vertelt over de rijen voor de geldautomaat. Oksana, arts-anesthesioloog in het streekziekenhuis, had geen geduld om af te wachten of het bombardement boven haar huis wel echt voorbij was. „Ik moest werken.” Joelia, projectmanager, filmt de raket die in haar tuin landde. Het maakt oorlog zo gewoon, zo herkenbaar, zo alledaags. Je hoofd begint zich vanzelf voor te stellen dat jouw buren hun doden begraven in het strookje groen voor het huis. Waar gaan wij eigenlijk schuilen? We hebben niet eens een kelder. Welk metrostation is het dichtste bij?
Alle plaatsen en gebeurtenissen waarover je in de krant las of in het journaal hoorde, komen in de film voorbij. Staalfabriek Azovstal, waar duizend mensen tweeënhalve maand ondergedoken zaten in de bunkers. Het theater middenin de stad waar honderden inwoners hun toevlucht hadden gezocht omdat er niets meer over was van hun huizen. De kraamkliniek. En verder de willekeurige bommen en granaten die op woonwijken regenden. Voor de oorlog woonden er 430.000 mensen in de stad, inmiddels minder dan 80.000. Naar schatting 25.000 burgers zijn dood, de rest is gevlucht.
Ambassadeur
Olena, technicus, beviel de dag voor het bombardement in de kraamkliniek. Een zoontje, Misja. Ze beschrijft wat we op schokkerige beelden zien. Ramen uit de sponningen, rook en puin, auto’s platgedrukt als conservenblikjes. Een zwangere vrouw wordt door vier man weggedragen op een brancard. Dat is de vrouw van wie de Russische ambassadeur in Nederland loog dat ze een actrice was. Maar het was Irina, en ze werd in allerijl naar het streekziekenhuis gebracht waar Oksana arts was. Ze zei, zegt Oksana: „Red mij maar niet, ik wil niet meer leven.” Ze hebben haar baby uit haar gehaald. Levenloos. Oksana vertelt dat ze het kind bij de jonge vrouw in de zwarte zak heeft gelegd.
Hannah en haar pasgeboren zoon zaten in de bunkers onder de Azov-fabriek, haar man sloot zich aan bij het Azov-regiment, hij is nu krijgsgevangene. Sergej, acteur, probeerde nog te voorkomen dat het theater werd gebombardeerd door levensgroot het woord ‘kinderen’ op de straat te schilderen. Het gebeurde toch. En hulp was er niet, de brandweerkazerne was de dag ervoor al platgegooid. Tuurlijk.
De beelden en woorden van Marioepols ooggetuigen maken de oorlog invoelbaar. Helaas.