Column | Wilders speelt Poetin in de kaart, zo simpel is het

Terwijl stijgende olie-inkomsten de Russische oorlogskas extra spekken, trekken westerse politici langzaam hun handen van Oekraïne af. Anders dan de Hongaar Viktor Orbán, een openlijke voorpost van het Kremlin, doen de meeste populisten dat huichelachtig. Potentieel premier Geert Wilders gaf deze week een sterk staaltje dubbelspel ten beste. Hij beweert de Russische agressie te veroordelen, maar dinsdag stemde hij, ijskasten en kabinetsformatie ten spijt, wel weer gewoon tegen politieke en militaire steun voor Kyiv.

Michael McFaul, voormalig VS-ambassadeur in Moskou (2012-2014), zegt over dit soort hypocrisie: „Een stem tegen hulp aan Oekraïne is een gift voor Poetin. Zo simpel is het.”

Dat cadeautje is niet alleen geopolitiek van aard. Nederlandse politici die Oekraïne aan zijn lot overlaten, schaden ook ons eigen nationale belang om de vaderlandse economie op een duurzamer leest te schoeien. Rusland is volgens de Petersburgse émigré/historicus Alexander Etkind namelijk niet louter tegen Oekraïne op oorlogspad, maar tegen alle landen die klimaatbeleid serieus willen nemen.

Moskou is zo agressief tegen ‘ons’ omdat het niet anders kan, aldus Etkind in zijn recente essay Russia against Modernity. Rusland mag dan „goed opgeleid” zijn [iets beter dan Nederland – HS], in weerwil van Poetins belofte eind 1999 is het land verslaafd gebleven aan oliedollars en aardgaseuro’s.

De consequenties van dit junkiedom zijn groot. Elk evenwicht in de maatschappij is er onder Poetin zoek geraakt. In de olie- en gassector werkt slechts 4 procent van de beroepsbevolking (1 procent aan de bron, 2 à 3 procent in veiligheid en vervoer daarna). Maar die piepkleine minderheid zorgt wel voor meer dan 50 procent van het federale overheidsbudget. Moskou hoeft dus maar met een paar procent van de bevolking rekening te houden. De rest kan het paaien met subsidies en andere kruimels van tafel. Het Kremlin „combineert immers een geweldsmonopolie met een monopolie op energie”.

De Russische overheid is volgens Etkind door dit „dubbele monopolie” dermate sterk geworden en de werkende burger dusdanig zwak, dat het Poetin-regime in eigen land geen serieuze tegenstand had te duchten toen het in 2014 een oorlog tegen Oekraïne ontketende. Het „oude mercantilistische imperium” Rusland kon zo onder de „petromacho’s” rond Poetin een totalitaire klassenmaatschappij worden met de meeste ongelijkheid in de post-industriële wereld. Een samenleving die wordt gekenmerkt door „cynisme in plaats van meritocratie, hulpeloosheid in plaats van waardigheid, gehoorzaamheid in plaats van morele autonomie”.

De petromacho’s rond het Kremlin willen dat graag zo houden. Vandaar hun afkeer van het post-industriële modernisme in het Westen. In een wereld waar de fossiele dwang verslapt en duurzame innovatie de overhand krijgt, is voor hen immers geen plaats meer.

De verkiezingsuitslag in Nederland biedt hun nu ineens weer perspectief. Net als het Kremlin vindt Wilders klimaatbeleid a priori „onzinnig” en „hysterisch”. Als straks in de formatie ook nog eens de Nederlandse steun aan Kyiv ter discussie komt, zoals verkenner Ronald Plasterk maandag heeft bepleit, dan hebben de petromacho’s weer wat nieuwe troeven in handen. Ziehier de paradox. Terwijl het Russische volk juist irrelevant is gebleven voor oorlog of vrede, is een beduidend deel van de Nederlandse burgerij nu ineens een sleutel geworden voor winst of verlies van het fossiele regime in Moskou.

Dilan Yesilgöz en Pieter Omtzigt zijn gewaarschuwd. Als ze te weinig oog hebben voor de internationale kant van het klimaatbeleid omdat ze zich liever blindstaren op binnenlandse politiek, dan bedienen ze niet alleen Poetin maar schaden ze ook Nederland.

Zo simpel is het.

Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.



Leeslijst