Wordt het „lastig”, „zeer ingewikkeld” of eigenlijk „nauwelijks te doen”? Optimisme was de afgelopen weken dun gezaaid in Brussel, in de aanloop naar een Europese top donderdag en vrijdag. De agenda van de regeringsleiders is overvol – met onder meer belangrijke besluitvorming over Oekraïne.
Vooral de donkere wolk van Viktor Orbán hangt boven de top. Al weken dreigt de Hongaarse premier met zijn veto besluiten te blokkeren. Een wrange grap in Brussel is dat het al haast een decembertraditie is: hij deed het ook eind vorig jaar, en in 2020.
Zijn verzet lijkt dit keer hardnekkiger, zijn taal net iets onbesuisder dan voorheen. De vraag is bovendien: is hij te sussen met geld, zoals voorgaande keren? Woensdag werd die vraag urgent, nadat de Europese Commissie besloot 10,2 miljard aan bevroren fondsen voor Hongarije vrij te geven.
Volwaardig lidmaatschap
Het symbolisch belangrijkste besluit waarvoor de leiders staan is direct ook het ingewikkeldste: het al dan niet starten van de gesprekken over EU-toetreding met Oekraïne en Moldavië. Volwaardig lidmaatschap is het zwaarste instrument dat de EU kan inzetten om Kyiv duurzaam te helpen in zijn strijd tegen Rusland. Vorig jaar kregen Oekraïne en zijn kleine buurland Moldavië de status kandidaatlid én zeven huiswerktaken. In november oordeelde de Commissie dat het huiswerk vrijwel af was en dat de weg vrij is om toetredingsonderhandelingen te beginnen.
De regeringsleiders moeten een besluit nemen over het openen van die onderhandelingen, waarna een onderhandelingsmandaat kan worden opgesteld voor een proces dat al snel vijf tot tien jaar gaat duren. In maart zou dat mandaat goedgekeurd moeten worden. Het geeft Oekraïne en Moldavië nog een paar weken extra voor het laatste restje huiswerk.
De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba zei maandag in Brussel „zelfs niet te willen praten over de vernietigende gevolgen die zich voordoen als de [Europese] Raad hier niet toe besluit.”
Veel landen hebben bedenkingen bij snelle toetreding, maar laten de geopolitieke argumenten zwaarder wegen. Een ‘nee’ tegen Oekraïne is een geschenk voor de Russische president Vladimir Poetin.
Alleen Hongarije heeft gedreigd de onderhandelingen te blokkeren. Het voerde wisselende redenen aan: er moest eerst een strategie-debat gevoerd worden, Oekraïne is corrupt, het is een bedreiging voor de welvaart van de EU om zich langdurig te verbinden aan een land in oorlog. De afgelopen zeven dagen hebben de lidstaten elke dag met Hongarije vergaderd, verzuchtte een diplomaat, maar er was geen constante lijn te ontdekken.
Regeringsleiders hebben geprobeerd Orbán te paaien door hem veel aandacht te geven. Raadsvoorzitter Charles Michel vloog naar Boedapest, president Macron nodigde hem uit voor een etentje in Parijs. Dat had geen zichtbaar resultaat. Vrijwel niemand in Brussel gelooft dat het Orbán om Oekraïne te doen is, maar dat hij in plaats daarvan zijn veto inzet om op andere dossiers zijn zin te krijgen.
Steunpakket
De start van de toetredingsgesprekken is niet het enige dossier waarop Orbán dwars ligt. Hij verzet zich eveneens tegen een grootschalig steunpakket voor Oekraïne.
Met de Russische inval raakte de Oekraïense overheid in acute financiële moeilijkheden. De EU gaf vorig jaar al eens begrotingssteun voor één jaar. Om Oekraïne zekerheid te bieden stelt de Commissie nu voor om in één keer steun voor de komende vier jaar in het vooruitzicht te stellen.
Daarvoor wil ze 50 miljard uittrekken: 12,5 miljard per jaar, leningen en giften. Het gaat om 17 miljard in giften en 33 miljard in leningen. Orbán dreigt die 17 miljard met een veto tegen te houden. De klap zou in Oekraïne extra hard aankomen omdat president Zelensky deze week in Washington leerde dat ook een groot Amerikaans steunpakket vastzit in een nationale politieke machtsstrijd.
Het is denkbaar dat Orban zijn verzet wil inruilen tegen geld uit Brussel. De Commissie heeft tientallen miljarden euro’s voor Hongarije bevroren omdat Boedapest zich niet aan de democratische spelregels houdt. Omdat Hongarije met nieuwe wetgeving aan een paar bezwaren tegemoet is gekomen, gaf de Commissie aan de vooravond van de top 10 miljard daarvan vrij. Maar onzeker is of dat Orbán veel milder zal stemmen.
Meer geld naar Brussel
En dan is er nog de discussie die EU-landen traditioneel verdeelt. De Europese Commissie stelde afgelopen zomer voor dat EU-landen flink extra gaan inleggen voor de gezamenlijke EU-begroting, die door pandemie, oorlog en natuurrampen is uitgeput. Onder meer Nederland, traditioneel ‘zuinig’, en Duitsland, dat zich in een begrotingscrisis bevindt, hebben zich er fel tegen gekeerd. Andere landen vinden wel dat er extra geld moet komen – vooral omdat zij hopen op extra steun voor bijvoorbeeld het tegengaan van migratie. Dat ook deze discussie nog beslecht moet worden, maakt de topontmoeting al bij voorbaat extra beladen.
Leeslijst