Weinig voorwerpen zijn zo vuil als briefgeld. Een bankbiljet wisselt doorlopend van eigenaar en vormt zo de ideale voedingsbodem voor bacteriën, toonde een onderzoeker van de Radboud Universiteit Nijmegen ooit aan. Maar zijn bankbiljetten ook vervuilend? In de zin van slecht voor het klimaat? Volgens onderzoekers van de Europese Centrale Bank (ECB) valt dat heel erg mee.
De centrale bank ploos de afgelopen maanden de hele levensloop van een bankbiljet uit, van katoenvezel en drukpers tot gebruik en vernietiging. Want brief- en muntgeld mag dan elk jaar iets minder worden gebruikt, vooralsnog kiezen de meeste Europese klanten bij de kassa nog altijd voor contante betaling: in 59 procent van de gevallen. De gemiddelde Europese consument gebruikt jaarlijks voor ongeveer 7.100 euro aan bankbiljetten om betalingen te doen.
Lees ook ‘Het is tijd om bankbiljetten in een digitaal jasje te hijsen’, zegt DNB-directeur Van Dijk
In de sommen rekent de bank de ecologische voetafdruk terug naar de impact per Europese consument. Het systeem voor contant geld veroorzaakt dan per persoon elk jaar voor 1,43 kilo aan CO2-uitstoot. De impact van contante betalingen staat volgens de bank daarmee gelijk aan 8 kilometer autorijden, of 0,01 procent van de totale klimaatvoetafdruk van de gemiddelde Europeaan. Ter vergelijking: de productie en wekelijkse was van een wit T-shirt staat gelijk aan 55 kilometer.
Slijtage
De onderzoekers gaan ervan uit dat consumenten jaarlijks gemiddeld 11,7 bankbiljetten verslijten: gemiddeld iets meer dan twee stuks van vijf euro, drie van tien en 3,85 van twintig euro. Aan de hand daarvan berekenden ze hoeveel schade er wordt gedaan bij de productie van nieuwe biljetten om die versleten briefjes te vervangen. Ze keken daarbij niet alleen naar uitstoot van CO2, maar ook watergebruik, hoeveel afval vrijkomt en het gebruik van schadelijke metalen.
In de materiaalfase kijkt de ECB onder meer naar de teelt van katoen – bankbiljetten worden allang niet meer van papier gemaakt – en de productie van inkt. Daarop volgen de productie van de briefjes, het printen, nummeren en snijden. De volgende stap is vervoer: biljetten worden per vrachtwagen naar de pinautomaat gebracht, en na uitgave weer bij een winkel opgehaald.
Meeste impact: vervoer van biljetten en energieverbruik van de pinautomaten
Ook het energiegebruik van de pinautomaten is uitgerekend. Net zoals de voetafdruk van alle machines die worden gebruikt om de echtheid van biljetten te verifiëren. Die exercitie maakt duidelijk welke stap de meeste impact heeft. Dat zijn het vervoer van biljetten (35 procent van het totaal) en het energiegebruik door pinautomaten (37 procent). De productie van de briefjes zelf veroorzaakt ‘slechts’ 13 procent van alle impact.
De rekensom richt zich overigens alleen op de vervuiling door briefgeld, en niet op muntgeld. Dat is volgens de ECB omdat de uitgifte van munten niet tot de taken van de centrale bank behoort.
Daar waren ze dan eindelijk, de uitgewerkte plannen van het nieuwe kabinet. Afgelopen vrijdag presenteerde het kabinet-Schoof zijn regeerprogramma. Dezelfde dag kwam, onder meer via NRC, ook de inhoud van de Miljoenennota al naar buiten. Maar wat betekenen de plannen concreet voor Nederlanders in verschillende leeftijdscategorieën? Een paar opvallende ambities en veranderingen – én redenen waarom sommige plannen juist weinig zullen veranderen aan de huidige situatie.
1 Studenten zullen vaker Nederlands horen in de collegezaal
Opvallend aan het regeerprogramma en aan de Miljoenennota is dat onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) behoorlijk gaat bezuinigen op het hoger onderwijs. Onder meer door 293 miljoen euro minder uit te geven aan internationale studenten. Als het aan het kabinet ligt, zullen meer studenten en docenten straks Nederlands spreken tijdens colleges op hogescholen en universiteiten. „Met gerichte uitzonderingen voor bepaalde opleidingen voor strategische tekortsectoren, bijvoorbeeld in de bèta en techniek, en met het oog op de regionale omstandigheden”, schrijft het kabinet.
Instellingen zullen moeten kijken welke opleidingen kunnen worden omgezet in het Nederlands en voorlopig zullen er geen Engelstalige bacheloropleidingen bijkomen. Met het vernederlandsen van studies wil het kabinet het aantal internationale studenten in de collegebanken terugdringen.
Langstudeerders kunnen daarnaast een zogeheten langstudeerboete krijgen van 3.000 euro wanneer zij meer dan een jaar langer over hun studie doen. Of en hóé dat doorgaat, is nog onduidelijk. „We werken de langstudeermaatregel uit in overleg met universiteiten, hogescholen en studenten”, schrijft het kabinet daarover. „We kijken daarbij in brede zin naar de uitvoerbaarheid en naar manieren voor instellingen en studenten om langstuderen tegen te gaan.”
Ook andere maatregelen raken studenten: uitwonende studenten gaan erop achteruit door het verdwijnen van de inflatievergoeding, berekende het Nibud. De koopkracht van uitwonende studenten in het hoger onderwijs daalt 6,6 procent, met 113 euro per maand. Voor mbo-studenten is de daling tussen de 95 en 24 euro per maand. Daarnaast krijgen studenten die voor hun studie tijdelijk naar het buitenland verhuizen, voortaan niet meer de vergoeding uitgekeerd die zij anders in Nederland hadden gekregen voor het openbaar vervoer.
Goed nieuws is er wel voor studenten die onder het sociaal leenstelsel hebben gestudeerd. Voor hen stelt het kabinet „vanaf 2027 in totaal 1,4 miljard euro beschikbaar voor een extra tegemoetkoming” bovenop de tegemoetkomingen die al eerder zijn beloofd.
Ook voor middelbare scholieren gaat er iets veranderen: het kabinet stopt met de subsidie die middelbare scholen helpt brede brugklassen op te zetten. In brede brugklassen zaten leerlingen met verschillende basisschooladviezen door elkaar gemengd. Die klassen moest middelbare scholieren langer, soms wel drie jaar, de tijd geven om te kijken wel niveau het beste bij elke leerling past.
Het kabinet hamert ook op „meer focus op lezen, schrijven en rekenen” in de klas, een ambitie die moet worden uitgewerkt in een Herstelplan Kwaliteit Onderwijs. Wat daar precies mee wordt bedoeld en wat scholieren ervan gaan merken, moet de Tweede Kamer komend jaar gaan onderzoeken.
2 Jongvolwassenen moeten straks gemakkelijker aan een huis komen
Dat veel jongeren in Nederland een huis zoeken, was bekend. Om iets te doen aan het woningtekort wil het kabinet-Schoof elk jaar 100.000 nieuwe woningen bouwen, een plan dat het vorige kabinet ook al had. „Voor jongeren is een eigen huis de belangrijke eerste stap naar een zelfstandig leven.”
Of dat aantal haalbaar is, is wel de vraag. Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen daalde de afgelopen twee jaar juist, onder meer door gestegen bouwkosten en de hogere rente. Bovendien neemt het kabinet ook maatregelen die de gemiddelde prijs van een woning juist kunnen opdrijven. Zo wil het kabinet de overdrachtsbelasting voor beleggers in woningen naar 8 procent verlagen. Dat zou het voor jongeren juist lastiger kunnen maken om ertussen te komen op de toch al overspannen huizenmarkt.
Een andere maatregel die veel jongeren zullen toejuichen: het kabinet wil het aantal flexwerkers terugdringen. Het zijn veelal jongvolwassenen die onzeker flexwerk doen, vaak tot onvrede van henzelf, bleek eerder dit jaar uit onderzoek. „We komen met een wetsvoorstel voor meer werkzekerheid voor flexwerkers met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen”, vermeldt het regeerprogramma.
3 De kinderopvang wordt voor iedereen bijna gratis
Hoewel het kabinet het kindgebonden budget verhoogt vanaf 2025, leiden de veranderingen in toeslagen niet voor alle gezinnen tot vooruitgang in koopkracht. In de gunstigste gevallen krijgen ouders 75 euro per kind per jaar extra aan kindgebonden budget.
Alleenstaande ouders zullen juist weinig merken van die vooruitgang. Hoe kan dat? Alleenstaande ouders krijgen nog een extra bedrag bovenop het kindgebonden budget, de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’. Die was tijdelijk verhoogd als compensatie voor de energiecrisis, maar het kabinet gaat deze post weer terugschroeven. Afhankelijk van de specifieke gezinssituatie, zullen de verhoging van het kindgebonden budget en de verlaging van de ‘alleenstaande ouderkop’ elkaar soms min of meer opheffen.
Het kabinet gaat door met het voornemen van Rutte IV om kinderopvang bijna gratis te maken. De eigen bijdrage voor alle werkende ouders wordt 4 procent, evenveel als ouders met de laagste inkomens nu betalen voor kinderopvang. En net als het vorige kabinet wil ook de ploeg van Schoof af van de voorschotten bij Toeslagen. In het plan van Rutte IV, dat het huidige kabinet gaat doorzetten, betaalt de overheid straks direct een groot deel van de kosten aan de kinderopvang. Geen gedoe meer met terugvorderingen achteraf, is het idee.
De vrees is dat als rijkere ouders hun kinderen ook naar de opvang brengen, armere ouders daar last van hebben door langere wachtlijsten
Maar volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Planbureau kan dit nadelig zijn voor gezinnen met lage inkomens. In het plan wordt kinderopvang voor rijkere gezinnen flink goedkoper dan nu. Dat zal ervoor zorgen dat zij juist vaker zullen kiezen voor kinderopvang, in plaats van voor opa en oma als oppas, zo vrezen de planbureaus. Zij schatten dat de vraag naar kinderopvang met 30 procent toeneemt, vooral door die toenemende druk vanuit rijkere gezinnen. Kinderen uit deze gezinnen zouden hierdoor kunnen concurreren met kinderen uit arme gezinnen om plekken die nu al zo schaars zijn. Het is nog onduidelijk of het nieuwe kabinet iets wil doen om dit te voorkomen.
Goed nieuws voor ouders met een kleine portemonnee is wel dat de financiering van gratis schoolmaaltijden voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen doorgaat. „Voor kinderen en ouders is de school een vertrouwde plek”, staat in het regeerprogramma.
4 Volwassenen, of ze kinderen hebben of niet, gaan iets minder inkomstenbelasting betalen
De energiebelasting op gas gaat, zoals al eerder aangekondigd, met 2,8 cent per kuub naar beneden. Het Nibud becijferde dat een gemiddeld huishouden (dat rond de 1.200 kubieke meter gas per jaar verbruikt) door deze belastingverlaging 33,60 euro op jaarbasis bespaart.
Het kabinet schrijft in de plannen over een „rechtvaardige en betaalbare energietransitie, ook voor huishoudens met een kleine portemonnee en middeninkomens”.
Wat betekent dit? Voor mensen met een laag inkomen zal het kabinet de komende twee jaar 60 miljoen euro opzij zetten om hen te helpen hun energierekening te betalen, enkele miljoenen meer dan in de afgelopen twee jaar is betaald. Een indirecte manier om de energierekening betaalbaarder te maken voor huisbezitters is door hun woningen helpen te verduurzamen, met betere isolatie of een warmtepomp. Daarvoor is komend jaar 578 miljoen euro gereserveerd.
Mensen die met het openbaar vervoer reizen worden iets ontzien: de NS zal de treinkaartjes 6 procent duurder maken, in plaats van de eerder genoemde 12 procent. Het kabinet trekt 40 miljoen euro uit om de prijsstijging te dempen.
De meeste inwoners van Nederland gaan iets minder belasting over hun inkomsten uit hun werk betalen. Er komt een nieuwe tweede schijf in de inkomstenbelasting met een tarief van 37,48 procent, bedoeld voor het inkomen tussen 35.441 euro en 76.817 euro. Het belastingtarief in de eerste schijf (tot 35.441 euro) gaat omlaag van 36,97 procent naar 35,82 procent. Het allerhoogste tarief zal niet worden verlaagd. Daar staat tegenover dat de algemene heffingskorting, een bedrag dat iedereen in mindering mag brengen op de belastingaangifte, omlaag gaat.
Mensen in en rondom Limburg zullen zien dat daar meer werk komt, hoopt het kabinet. Het kabinet-Schoof geeft 15,9 miljoen euro uit voor de Einstein Academie, die honderden mensen moet opleiden voor het bouwen en onderhouden van de Einstein Telescope, die het kabinet naar Nederland probeert te halen. Meters onder de grond in Zuid-Limburg moet die telescoop – bestaande uit drie in een driehoek geconfigureerd tunnels van tien kilometer lang – zwaartekrachtsgolven uit het diepe heelal op gaan vangen.
5 Voor 2030 moeten er 290.000 woningen voor ouderen bijgebouwd zijn
Onrust was er al langer over de nieuwe pensioenwet. Die is ruim een jaar geleden al ingegaan en regelt dat alle pensioenfondsen tussen 1 januari 2025 en 1 januari 2028 overstappen op het nieuwe pensioenstelsel, een monsterklus. Een van de grootste veranderingen door deze wet is dat er straks geen harde zekerheid meer is hoe hoog iemands pensioen wordt. Pensioenuitkeringen kunnen straks makkelijk meestijgen of meedalen met de winsten of verliezen van het pensioenfonds.
Over verandering van de nieuwe pensioenwet konden de huidige regeringspartijen het niet eens worden, dus blijft die intact
Wat doet het kabinet-Schoof hiermee? Over de nieuwe pensioenwet konden de huidige regeringspartijen het maar niet eens worden, en daarom zijn over dit thema geen nieuwe afspraken gemaakt. Het gevolg: de nieuwe pensioenwet blijft intact. Of gepensioneerden (of juist werkenden) er door de nieuwe wet op achteruitgaan, valt nog niet te zeggen.
Zeshonderd miljoen euro trekt het kabinet uit voor het verbeteren van bijvoorbeeld zorg- en verpleegplekken. Ook wil het kabinet 290.000 woningen voor ouderen in 2030 bijbouwen. Een aandachtspunt wordt ook het versimpelen van het zorgsysteem door zorgwetten samen te voegen. „De ouderenzorg is hopeloos versnipperd over verschillende zorgwetten. Mensen raken verdwaald tussen zorgloketten die naar elkaar wijzen voor vergoeding.”
Met de hoogte van het eigen risico voor de zorg is iets opvallends aan de hand. Kabinet-Schoof verlaagt het eigen risico vanaf 2017 van 385 euro naar 165 euro. Daar komt wel een hogere premie tegenover te staan van zo’n 10 euro per maand, om dat te kunnen financieren. Het voordeel van een lager eigen risico is dat ook mensen met lagere inkomens nu gemakkelijker naar een specialist kunnen gaan.
Maar er is ook kritiek op het verlagen ervan: als het straks goedkoper is om naar een specialist te gaan, zal de zorgvraag toenemen in een sector die nu al enorm kampt met personeelstekorten. Hoe die extra vraag zich vervolgens doorvertaalt naar de burger? Nóg langere wachtlijsten.
Goedemorgen! Vandaag dag twee van de Algemene Politieke Beschouwingen in Den Haag, het traditionele debat over de Miljoenennota voor komend jaar. Gisteren debatteerde de Kamer eindeloos met zichzelf, vandaag is het de beurt aan het kabinet om verantwoording af te leggen over het beleid voor 2025. Premier Dick Schoof zal vanaf 11.00 uur aan het woord zijn. Gisteren ging de meeste aandacht uit naar het asielbeleid. Wij zijn benieuwd of het vandaag ook over andere onderwerpen gaat: bestaanszekerheid, belastingen, het vestigingsklimaat, de koopkracht.
Verder kijken we met spanning uit naar de opening van de Europese beurzen om 09.00 uur. Gisteravond om acht uur Nederlandse tijd verlaagde de Federal Reserve, het Amerikaanse stelsel van centrale banken, de belangrijkste beleidsrente met 0,5 procent. Dat was de eerste renteverlaging in heel lange tijd, en als geld lenen goedkoper wordt, komen markten in beweging.
De Amerikaanse beurzen namen het nieuws betrekkelijk rustig op, blijkbaar hielden zij al rekening met de forse renteverlaging. Wall Street daalde licht. De koers van de dollar zakte scherp ten opzichte van de euro. Eens kijken hoe Europa vandaag het Amerikaanse rentebesluit verteert.
Dit viel ons verder nog op in de andere media:
Autofabrikanten in de EU vrezen miljarden euro’s boete omdat ze niet kunnen voldoen aan de nieuwe CO2-uitstootnormen die volgend jaar van kracht worden, schrijft de Financial Times. ACEA, de koepel van de Europese auto-industrie, publiceerde donderdag een verklaring waarin ze opriep tot “dringende herziening” van de emissieregels die in 2025 gelden. Ook bepleit ACEA heroverweging van het verbod op nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren in 2035.
Fiscalisten schieten in Het Financieele Dagblad de belastingplannen van het kabinet aan flarden. Willekeur en populisme voeren de boventoon in die plannen, en experts missen visie en ambitie. Vooral de btw-verhoging op cultuur roept vragen op. En dan niet zozeer dát de btw verhoogd wordt, maar wel de uitzondering voor pretparken, bioscopen, kamperen en circus. “Dit is meer een voorstel voor Henk en Ingrid en minder voor Robert-Jan en Anne-Fleur”, aldus een fiscalist.
Via een technische omweg is het vanaf vandaag toch weer mogelijk in Brazilië gebruik te maken van X. Het socialemediaplatform van techmiljardair Elon Musk was al enkele weken uit de lucht wegens ruzie met de Braziliaanse regering. Maar Musk liet achter de schermen wat zaken aanpassen waardoor Brazilianen nu weer kunnen tweeten. Blijft de vraag: waarom zouden ze dat willen?
Positief klimaatnieuws vandaag in Trouw: dankzij het verbod op een aantal schadelijke chemicaliën is het gat in de ozonlaag gestaag aan het sluiten. Als we zo doorgaan, is in 2040 de ozonlaag weer op het niveau van 1980. Dat was als ijkjaar gekozen toen de chemicaliën verboden werden. Het herstel van de ozonlaag – die uv-stralen filtert – geldt als een van de grootste internationale klimaatsuccessen.
Elf jaar na invoering van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd kunnen we vaststellen dat die werkt: uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt deze ochtend dat de helft van de 65-plussers in 2024 nog aan het werk is. Vooral hoger opgeleiden zijn nog veel aan het werk na hun 65ste. Grappig feitje: als mensen eenmaal doorwerken na hun 65ste, gaan ze ook langer door na hun pensioen: een op de tien ouderen werkt ook na zijn 67-ste nog door.
‘Tupperware is nog steeds hartstikke populair”, zegt Larissa Schimmel (28), die met haar webwinkel Lastore Tupperware ruim zevenhonderd verschillende artikelen aanbiedt. Sinds deze week bekend werd dat de bakjesfabrikant zijn faillissement heeft aangevraagd, loopt het storm bij Schimmel. „We kunnen de bestellingen niet meer aan. We krijgen honderden bestellingen, vijf keer zoveel als normaal.”
„Tupperware is een product dat van generatie op generatie overgaat.” Zelf leerde ze het merk kennen via haar moeder, met wie ze de webshop samen runt. „Zij was ermee opgegroeid, en ik nu ook.”
Wie de producten kent, weet hoe goed de kwaliteit is, zegt Schimmel. „We krijgen soms berichten van klanten dat ze een bakje hebben van veertig jaar geleden, of ze een nieuw dekseltje kunnen kopen omdat dat nu pas kapot is.” Tupperware geeft zelfs een levenslange garantie op de meeste bakjes.
We krijgen soms berichten van klanten dat ze een bakje hebben van 40 jaar geleden, of ze een nieuw dekseltje kunnen kopen
Fijn voor de consument, minder fijn voor een bedrijf dat geld verdient aan het verkopen van méér bakjes. Dinsdag vroeg de bakjesfabrikant zijn faillissement aan bij de Amerikaanse rechtbank. Tupperware kampt met een schuld van ruim 700 miljoen dollar (629,4 miljoen euro) die het niet kan aflossen.
De opkomst – en in zekere zin ook de ondergang – van Tupperware is verweven met die van de Amerikaanse consumptiemaatschappij. In 1938 begon de Amerikaanse Earl Silas Tupper met het maken van plastic. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leverde Tupper Plastics onder meer gasmaskers voor het Amerikaanse leger. Na de oorlog zocht Tupper naar nieuwe afzetmarkten. Hij ontwierp een plastic kom die met een flexibel deksel lucht- en lekdicht kon worden afgesloten, de ‘Wonder Bowl’ die nog altijd in het Tupperware-assortiment zit.
Een groot succes waren de bakjes, die via warenhuizen verkocht werden, niet direct: consumenten waren gewend aan glazen en aardewerken potten die ze met aluminiumfolie afdekten. Ze zagen het voordeel niet in van het stugge deksel van de Wonder Bowl.
Tupperware Party
Dat veranderde in 1947, toen Brownie Wise met Tupperware in aanraking kwam. Het kostte haar drie dagen om uit te vogelen hoe het deksel werkte, maar zo kreeg ze wel het idee voor de Tupperware Party. Bij zo’n feestje nodigde de gastvrouw naast haar vriendinnen – het huishouden was destijds het domein van de vrouw – Wise als Tupperware-consulent uit die de producten kwam demonstreren. Bij haar demonstraties vulde ze een Wonder Bowl met water, liet ze zien hoe je het deksel er goed op deed en gooide de kom vervolgens naar een van de gasten, zonder dat er een druppel lekte. Volle bestellijsten gegarandeerd.
De Tupperware-producten werden in 1951 uit de winkels gehaald en Wise werd aangesteld als marketingdirecteur om de consulentenorganisatie uit de grond te stampen. Ook daarbij hielp de sociaal-economische situatie in het naoorlogse Amerika. Vrouwen die tijdens de oorlog massaal aan het werk waren, zaten weer thuis. Als consulent langsgaan bij Tupperwarefeestjes bood deze vrouwen een manier om toch te werken „zonder de gevestigde gezinsorde te bedreigen”, zoals het bedrijf het verwoordt.
Marketingdirecteur Wise was destijds een van de weinige vrouwen die zo’n hoge positie in het Amerikaanse bedrijfsleven bekleedden. Het succes van Tupperware werd meer en meer als háár succes gezien, wat tot wrok leidde bij Tupper. Hij ontsloeg Wise in 1958. Het bedrijf bleef echter vasthouden aan het door haar opgezette model van verkoop via consulenten.
Te lang, zo oordeelt Tupperware nu zelf in de rechtbankdocumenten voor de faillissementsaanvraag. „De historische voordelen van ons verkoopmodel zijn de laatste jaren een zwakte geworden.” Waar sectorbreed maar 4 procent van de huishoudelijke artikelen via consulenten verkocht wordt, is dat bij Tupperware 90 procent. Wereldwijd heeft Tupperware nu ongeveer 465.000 consulenten, die als zelfstandigen werken en een commissie krijgen over hun verkopen.
Nauwelijks online verkoop
Tupperware heeft weliswaar een webshop, maar daar is maar 13 procent van het assortiment op te vinden. Onder de ontbrekende producten zitten juist grote succesnummers. Pas sinds 2022 is het merk te vinden bij Amazon. Ook dat brengt weer nieuwe problemen met zich mee. „‘Tupperware’ is een veelgebruikte zoekterm op Amazon, maar laat vooral resultaten zien van andere merken”, zegt het bedrijf. „Dat ondermijnt het strategische doel dat we hebben met verkopen op Amazon.”
In 2021 stopte Tupperware al in Nederland. De Nederlandse website bestaat nog wel, maar wordt sinds afgelopen april door Tellsell uitgebaat. De producten van het merk zijn daarnaast te koop via consulenten die het uit België en Duitsland halen. Veel van hen verkopen de doosjes op markten of houden nog steeds party’s, zegt Schimmel van Lastore Tupperware. Zelf begon ze pas in 2021 en heeft ze zich altijd op verkopen via internet gericht. „Bij het oude model bestelde de consulent het bij Tupperware en dan kreeg je het pas na twee weken. Dat is niet meer van deze tijd, mensen willen hun bestelling de volgende dag al in huis hebben.”
Schimmel koopt groot in bij de distributeur, zodat ze bestellingen snel kan opsturen naar haar klanten. „Producten zijn soms maar voor één maand te koop. Vervolgens kan het jaren duren voor het er weer is. Wij kopen dan veel in, zodat we het ook na die maand nog kunnen verkopen.”
Lees ook
De voltijds-huisvrouw verdwijnt en daarmee, zo lijkt het, ook het roemruchte Tupperware
In 2023 bedroeg de omzet van Tupperware ongeveer 1,1 miljard dollar, 16 procent minder dan in het jaar ervoor. En in 2022 was er al een vergelijkbare omzetdaling. Naast het verouderde verkoopmodel komt dat ook door een negatief sentiment rond producten van plastic, zo analyseert Tupperware zelf. „Terwijl het bedrijf is opgericht om voedselverspilling tegen te gaan.”
De groeimogelijkheden van de producent van onverwoestbare bakjes lijken opgedroogd. Ondertussen is er almaar meer concurrentie van goedkopere alternatieven. „Een bakje van IKEA of Action is na een jaar of korter kapot”, zegt Schimmel. „Toch tegenstrijdig met de duurzaamheidsgedachte die nu zo belangrijk is.”