Als het moet, is ze onverbiddelijk: stoppen en afstappen

Resoluut steekt Carrie Driessen (45, fluorescerend oranje jas) het spiegelei in de lucht. Als de auto is gestopt, steekt achter haar een stroom kinderen het zebrapad op de Molenakkerdreef in Weert over. Driessen houdt ook medeverkeersbrigadier Pim (11) in de gaten, die het verkeer aan de andere kant tegenhoudt. Als een begeleider van de naschoolse opvang toch even denkt te kunnen oversteken, is ze onverbiddelijk: stoppen en afstappen. Een paar tellen later blaast ze op het fluitje, roept „klaar”, en mogen de auto’s weer door.

Instructies en protocollen zijn de Weertse wel toevertrouwd. Voordat ze achter de toonbank stond bij bakkerij Vries, „de beste vlaaien van Limburg”, werkte ze als verpleegkundige en in het zwemonderwijs. Met twee dochters op de Molenakker, wilde Driessen zich ook voor school inzetten. Vanaf dit schooljaar staat ze elke woensdag om kwart over acht op het zebrapad en als het nodig is, nog iets vaker.

Conciërge David Limpens (52) coördineert de verkeersbrigadiers. „Je hebt ouders die zich tweehonderd procent inzetten en ouders die niets doen”, zegt hij. „Carrie behoort tot de eerste categorie.” Driessen: „Ik ben knutselouder, overblijfouder, leesouder en lid van de oudervereniging geweest.” Limpens: „In al die functies is ze een echte kartrekker.” Driessen is er twee vergeten: „O ja, en luizenouder. En corona klassenouder.”

Haar dochter Lisa (9) zit te wachten. Wat vindt zij van al haar moeders activiteiten voor school? Lisa: „Een beetje veel.” Driessen: „Het zit in de aard van het beestje, vrees ik.” Ze denkt even: „Ik vind het ook moeilijk om nee te zeggen. En ik wil het opgroeien van de kinderen van dichtbij meemaken.”

Ouders en leerlingen (uit groep zeven en acht) die zich opgeven als verkeersbrigadier, volgen een korte training van Veilig Verkeer Nederland, vertelt Limpens. In Weert wordt die gegeven door een vrijwillige politieagent, „die eigenlijk supermarktmanager is”.

Ondanks herhaalde oproepen liep het aantal verkeersbrigadiers ernstig terug, net als in heel Nederland. Voor de zomer verzon Limpens een list. Hij maakte zelf een promotiefilmpje van een noodlottig ongeval op het zebrapad (geheel in scène gezet, compleet met kijkwaarschuwing). Een jongetje ligt onder zijn fiets. ‘Wat nou als dit uw kind was?’ staat er, tegen het einde. Twaalf ouders gaven zich op en nu is er een poultje van zestien. „Het kost je maar twintig minuutjes, inclusief de jas pakken en terughangen”, zegt Driessen. „School geholpen, kinderen geholpen.”

Hoe kan het dat het aantal verkeersbrigadiers zo afneemt? Driessen: „Een stukje eigenbelang, denk ik. Iedereen heeft het druk. Mensen willen meer werken, alles wordt duurder.” Limpens: „Maar er zijn er genoeg die zo twintig minuten op het schoolplein staan te kletsen.” Driessen knikt: „Moeilijk is het niet. Iedere ouder die zelf bestuurder is zou het moeten kunnen. Maar hebben ze er ook zin in?”



Leeslijst