Transgender mannen gaan na hun hormoonbehandeling later slapen

Ze laat een plaatje zien van de breingolven die ze heeft gemeten om slaapkwaliteit te analyseren. „Nou, dit was dus de laatste drie jaar van mijn leven.” Margot Morssinkhof is nu aan het einde van haar promotietraject bij het Amsterdam UMC en het OLVG.

Ze heeft onderzocht wat de effecten zijn van geslachtshormonen op slaap. Het was stressvol, maar ze moet bekennen: „Mijn eigen slaap lijdt er eigenlijk nooit onder. Ook al heb ik overdag stress, ik kan toch altijd slapen.”

Ze heeft nu ook bewijs, want ze heeft de slaapband met elektrode die breingolven kan meten diverse malen zelf getest. Ze zag dat ze diep sliep, genoeg droomde en niet vaak wakker werd. Allemaal kenmerken van goeie slaap.

Voor haar onderzoek heeft ze gemeten of het krijgen van geslachtsbevestigende hormonen bij transgender personen invloed heeft op hun slaapkwaliteit. Het Amsterdam UMC begeleidt mensen in transitie en overziet onder andere de hormoonbehandeling. Mensen die willen vervrouwelijken krijgen oestrogeen. Mensen die willen vermannelijken krijgen testosteron. Dit kan door het injecteren van hormonen, het slikken van een pil, het smeren van een gel, spray of pleister op de huid.

Menopauze en anticonceptie

Binnen slaaponderzoek is deels al wel gekeken naar de invloed van geslachtshormonen op slaap, maar volgens Morssinkhof nog weinig. „Er wordt dan gekeken naar een situatie waar hormoonlevels veranderen. Bijvoorbeeld in de periode voor de menopauze, of wanneer je begint met het slikken van de anticonceptiepil. Bij kankerbehandelingen verander je soms ook hormonen, zoals mannen die bij prostaatkanker testosteronremmers slikken.”

Morssinkhof vertelt dat over het algemeen vrouwen een betere slaapkwaliteit hebben dan mannen als dit wordt gemeten met een elektrode, zoals in haar eigen onderzoek. „Wat alleen heel paradoxaal is, is dat vrouwen ook vaker aankloppen bij de dokter met slaapklachten. Hoe dit kan weten we nog niet precies, maar het betekent dat er een verschil is in de subjectieve ervaring van slaap en de slaapkwaliteit die we meten op basis van de elektrische activiteit van de hersenen.”

Het onderzoek bij de Genderpoli was een kans om te zien of de geslachtshormonen die mensen toegediend krijgen invloed hebben op hun slaapkwaliteit. Morssinkhof: „Zo’n onderzoek was op een heel kleine studie na nog niet gedaan. Dus het was echt heel nieuw.”

Toen Morssinkhof zocht naar mensen die wilden meedoen aan dit onderzoek, was ze verrast hoeveel er instemden. „Het is toch best een commitment. Een jaar lang gevolgd worden, vragenlijsten beantwoorden en drie keer een week met een slaapband om je hoofd slapen. Dat is niet niks.”

Doorgaan tot ’s avonds laat

Veel mensen vonden het juist heel interessant om te kunnen zien hoe ze zelf sliepen, vertelt Morssinkhof. Ook is het idee achter dit soort onderzoek bij de Genderpoli dat de uitkomst ook iets kan betekenen voor de trans gemeenschap zelf. „Aan de ene kant willen we bijdragen aan kennis over de rol van geslachtshormonen in het algemeen, maar aan de andere kant hopen we ook in de toekomst mensen in transitie beter te kunnen informeren over wat er kan gebeuren als ze geslachtsbevestigende hormonen gaan gebruiken.”

Toen ze na drie jaar gegevens verzamelen de laatste meting van een deelnemer zou ontvangen zat ze thuis klaar met alle data en de programma’s die ze erop zou los laten. „We zouden het later nog wel een keer met de rest van het team bekijken, maar ik wilde zo graag weten of we een verandering zouden zien. Ik kon niet weggaan bij mijn computer, tot laat ’s avonds ging ik door en mijn vriend bracht me tussendoor eten. Ik was zo blij toen ik inderdaad iets vond.”

Ze zag dat de slaapkwaliteit van mensen die vermannelijken na 3 maanden testosterongebruik veranderde en een klein beetje achteruitging. Gemiddeld 7 minuten minder diepe slaap en minder droomslaap. Dit was dus in lijn met het feit dat mannen op papier minder goed slapen dan vrouwen. „Waar we ook achter kwamen, was dat transgender mannen later naar bed gingen en later opstonden dan aan het begin van de hormoonbehandeling. Dit klopt ook met het feit dat mannen vaker een avondmens zijn en vrouwen vaker een ochtendmens. Het was echt een verschil van 24 minuten.”

Zwangerschap

Morssinkhof is nu begonnen als postdoc in het Amsterdam UMC, waar ze het algemene psychisch en sociale welzijn bij transgender personen in transitie gaat onderzoeken. Het is weer het idee dat dit zowel voor de trans gemeenschap van belang kan zijn, maar ook meer inzicht kan geven in de rol van geslachtshormonen op stemming. „Wetenschappers lijken dat nog wel eens te vergeten, dat geslachtshormonen een rol kunnen spelen bij stemming en slaap. Het lijkt echt een blinde vlek.”

Is hier minder aandacht voor omdat het vooral vrouwen zijn die de gevolgen van hormoonveranderingen op stemming kunnen ervaren? „Ja, het is wel zo dat er nog relatief veel mannen in commissies zitten die subsidies uitdelen. En mannen ervaren inderdaad geen zwangerschap, geen menopauze, geen cyclus, geen anticonceptie. Sommige vrouwen merken trouwens zelf ook weinig verandering in stemming.” Ongeacht wie het ervaart is dit soort onderzoek sowieso interessant, denkt Morssinkhof. „Mensen beschrijven mijn onderzoek soms als feministisch. Dan denk ik echt, waar heb je het over? Ik doe gewoon onderzoek, dit is niet activistisch.”



Leeslijst