Gezonde ambitie, bestaat dat? ‘Ik kan niet genieten van wat ik doe’

Joost Polman is legal director bij advocatenkantoor Baker McKenzie in Amsterdam en maakt geen geheim van zijn ambities: hij wil partner worden. „Ambitie betekent voor mij de beste versie van jezelf zijn. En het partnerschap is, qua functie althans, het hoogst haalbare.”

Toch mag dit streven voor zijn carrière niet ten koste gaan van andere prioriteiten in zijn leven. „Ik ben ook een vader en een vriend en een zoon. Ik wil niet alleen op het werk de beste versie van mijzelf zijn, maar voor iedereen”, zegt de 34-jarige advocaat, die meewerkt aan fusies en overnames.

In een maatschappij die zucht onder prestatiedruk, heeft ambitie onder sommige jonge professionals een slechte naam gekregen. In het nieuwe werken gaan geluk en persoonlijke groei immers vóór geld en status. Dat hier en daar de eerste openlijk ‘ambitielozen’ uit de kast komen, is een verder teken dat zij de tijdgeest mee hebben.

Het roept de vraag op of er zoiets bestaat als een gezonde ambitie, waarin een streven naar het hoogst haalbare kan samengaan met persoonlijk welzijn.

„Ambitie heeft twee gezichten”, zegt filosoof Joep Dohmen, emeritus-hoogleraar ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek. „Aan de ene kant verwijst ambitie naar gezonde eerzucht, inzet of animo. Anderzijds kan ambitie een ongezonde eerzucht zijn – wat de Zwitsers-Franse filosoof Rousseau ‘een verlangen naar onverdiende roem’ noemde.”

Die dubbelzinnigheid ziet Dohmen terug in hedendaagse opvattingen over ambitie. „Mensen die ambitie tonen, dwingen in onze maatschappij respect af. Tegelijkertijd wijzen we mensen af die ambitieuzer zijn dan we behoorlijk of passend vinden.”

Een gezonde ambitie hangt volgens Dohmen af van de vraag waar we precies ambitieus voor zijn. „Iedereen wil iets van zijn leven maken. Doe je dat door te streven naar roem, status en rijkdom? Of door goed te worden in een vak, bijvoorbeeld, of een maatschappelijk belang te dienen?”

Kentering

Volgens Auke Bijnsdorp, managing partner bij headhuntersbureau Top of Minds, is een jongere generatie is niet minder ambitieus, maar wel minder bereid offers te maken voor een klassiek carrièrepad – functies bij grote, gevestigde bedrijven, „waar je hogerop komt door tussen 8 uur ’s ochtends en 8 uur ’s avonds de beste omzetcijfers te halen”.

Bijnsdorp: „In banen met maatschappelijke relevantie, daarentegen, zijn diezelfde kandidaten bereid heel hard te lopen.” Volgens de recruiter, wiens bureau managers werft voor onder de bestuurlijke toplaag, is er op dit front een kentering ingezet.

Gezonde ambitie gaat hand in hand met zingeving in je werk, zegt ook de Nederlandse hoogleraar Karin Sanders van de University of New South Wales, waar ze human resources management en organisatiepsychologie doceert. Ze deed onder meer onderzoek naar de uitwerking van het personeelsbeleid op het gedrag van werknemers. Een inhoudsloze ambitie – om elk jaar simpelweg meer geld te verdienen of promotie te maken – is een enkeltje burn-out, aldus de hoogleraar.

Tegelijkertijd, zegt Sanders, is het veel ongezonder om ambitieloos te zijn dan om ambitieus te zijn: „Ambitie voorkomt dat je vastroest in een baan, het geeft je de leermogelijkheden om verder te komen. Zonder ambitie laat je je levensloop en carrière over aan het toeval. Dat maakt een mens onzeker.”

Gezonde ambitie gaat altijd samen met zingeving

Door samen met je werkgever doelen te stellen en daar periodiek op te reflecteren, kom je te weten of je ambities gezond zijn of niet, zegt Sanders. „Als die promotie over vijf jaar zo belangrijk voor je is dat je elke dag een pesthumeur hebt, en je vrienden en familie niet meer ziet, dan is ambitie heel ongezond.”

Leven om te werken

Voor fotografe Jagoda Lasota (34) is werk haar leven en andersom. Sterker, ambitie is haar ‘plaaggeest’, zegt ze. De Poolse freelancer, die haar thuisbasis in Amsterdam heeft, ziet in ambitie de motor achter haar werkprestaties. Maar de bevrediging die daaruit volgt, blijkt vergankelijk. Diep van binnen weet Lasota dat geen enkele mijlpaal haar de voldoening zal geven die ze zoekt. „Ik vind het moeilijk om tegen mezelf te zeggen: ik ben goed genoeg.”

Toen de fotografe onlangs een prestigieuze opdracht kreeg van een buitenlandse krant, was ze een halve dag blij. Daarna sloeg haar gevoel om. „Ik verander snel het innerlijk narratief: dit is niet blijvend, het is maar één opdracht.”

Een deuk in het zelfvertrouwen

Het is belangrijk om je af te vragen waarom je ambitieus bent in je werk, zegt hoogleraar Maarten Vansteenkiste (Universiteit Gent), die zich als psycholoog specialiseert in motivatie. „Is het omdat je een taak interessant en uitdagend vindt en die steeds beter wil uitvoeren? Of omdat je bijvoorbeeld beter wil zijn dan de ander?”

Bevestiging door derden en andere externe prikkels versterken het gevoel competent te zijn, een basisbehoefte voor de mens. Maar wie de maatstaven voor succes geheel door de buitenwereld laat bepalen, maakt zich kwetsbaar, zegt de hoogleraar. „We verbinden het ego met de resultaten die we boeken. Halen we het niet, dan loopt het zelfvertrouwen een deuk op.”

De vraag wat ambitie precies is en hoe het tot uiting komt, is niet eenvoudig te beantwoorden, aldus Vansteenkiste. „Hoe ambitieus iemand is, verschilt sterk per persoon en is afhankelijk van de omgeving waarin je opgroeit. Hoe prestatiegericht waren je ouders, bijvoorbeeld?”

Een toonaangevend Amerikaans onderzoek uit 2012 definieert ambitie als een „consistent, algemeen streven naar succes, verworvenheid en prestatie”, dat sterk afhankelijk is van persoonlijkheid van iemand en diens sociaal-economische achtergrond. Het onderzoek, waarin data werden gebruikt van 717 personen en dat een periode van zeven decennia omvatte, liet zien hoe ambitie ten koste kan gaan van het persoonlijk welzijn. Wie ambitieus is in zijn werk bereikt meer, maar is niet per se gelukkiger of gezonder, zo bleek.

Wie daarentegen ambitie koestert om de juiste redenen, heeft daar wel degelijk profijt van, wezen diverse andere onderzoeken uit. Wanneer de motivatie achter ambitie rust op innerlijke pijlers – een verlangen om te groeien, nieuwe kennis op te doen en samen te werken met anderen – komt dat het welzijn ten goede. Een focus op door de maatschappij bepaalde prikkels – rijkdom, status en de erkenning van derden – heeft het tegenovergestelde effect.

Geen doel op zich

Voor advocaat Polman is partner worden geen doel op zich. „Ik haal veel plezier uit de inhoud. Ik vind het leuk om mijn hoofd te breken over complexe vraagstukken, maar ook om samen te werken met andere gemotiveerde mensen in een team. Ik denk dat ik dat als partner allemaal nog beter zou kunnen doen. Maar ik staar me niet blind op die titel.”

Het pad naar het partnerschap kan zomaar vijftien jaar duren. Werkweken van zestig tot zeventig uur zijn in Polmans werk niet ongewoon. Cliënten betalen immers hoge uurtarieven voor snelle service, legt hij uit. Betrokken partijen willen een acquisitie of verkoop graag snel tot een goed einde brengen. Er zijn ook rustigere periodes, maar een fusies & overnames-advocaat, die meerdere projecten tegelijk heeft lopen, zal de druk vaak voelen.

Volgens Bijnsdorp van Top of Minds beleven de succesvolste mensen veel plezier aan het werk dat ze doen. De offers die ze voor hun ambities moeten brengen, zien ze als vanzelfsprekend. Voor een gezonde ambitie is ook de context van belang: „Als jij in een omgeving zit waarin jouw doelen niet haalbaar zijn, is dat per definitie ongezond. Het leidt tot frustratie. Bij de meeste organisaties zijn het niet de meest ambitieuze mensen die als eerste hun doel bereiken, maar de mensen die de juiste ambitie hebben en daarin bekrachtigd worden door hun omgeving.”

Veeleisende ouders

Volgens fotograaf Lasota komt haar ambitie voort uit haar opvoeding. Haar ouders en leraren waren veeleisend, herinnert ze zich. „Als ik van school kwam met een 8, was de vraag waarom ik geen 10 had gehaald. Nam ik deel aan een lokale sportwedstrijd, dan vroegen ze waarom ik niet op landelijk niveau speelde. Enzovoorts.”

Na omwegen in de biotechnologie en als grafisch ontwerper, heeft Lasota nu het beroep dat ze altijd heeft gewild. „Als iemand mij tien jaar geleden had verteld dat ik nu als fotograaf in Amsterdam zou werken, dan was ik gestorven van geluk! Maar ik ben niet in staat te genieten van wat ik doe. Ambitie is voor mij een killer.”

Wie gezond ambitieus wil zijn, doet er goed aan zich te concentreren op de inspanning die het werk vergt en minder op het eindresultaat, zegt psycholoog Vansteenkiste van de Universiteit Gent: „Denk aan een voetbalteam dat zich tijdens de training richt op systeem, techniek en tactiek. Het resultaat, winst in de wedstrijd, volgt als een neveneffect van het proces.” Het alternatief, geobsedeerd bezig zijn met het einddoel of de concurrentie, leidt tot verkramping en onderprestatie, voegt hij toe.

Eerzuchtigen die hun ambitie koppelen aan steeds nieuwe mijlpalen, zullen zich bovendien nooit voldaan voelen. Vansteenkiste: „Een stabielere bron van tevredenheid, is het antwoord op de vraag of je iets betekenisvols doet, bijvoorbeeld door anderen te helpen. Zo is je werk ook los van de onmiddellijke resultaten van waarde.”

Filosoof Dohmen adviseert: „Richt je op zaken die de moeite waard zijn en streef naar kwaliteit. Als je daar vervolgens voor geprezen wordt, is dat alleen maar mooi meegenomen.”

Aan innerlijke motivatie ontbreekt het de streberige fotografe Lasota overigens niet. „Er is voor mij niets bevredigender dan om met beeld te werken. Ik leer nieuwe mensen kennen en ontwikkel me als persoon. En hoe cliché het ook klinkt, fotografie helpt me de wereld te begrijpen.”

In haar studio legt Lasota regelmatig mensen vast die ze nooit eerder heeft ontmoet. Ze maakt contact met haar onderwerpen en probeert ze zo natuurlijk mogelijk vast te leggen. „Dan stop ik met nadenken over al mijn doelen, over de toekomst. Ik geef alleen om de persoon die voor mijn lens zit.” Hier houdt haar ‘plaaggeest’ zich gedeisd, al is het maar voor even.

Genoeg voor vandaag

Voor advocaat Polman is het bijna dagelijks zoeken naar het juiste evenwicht tussen werk en privé. Polman merkt dat zijn ambities – en het feit dat hij die uitspreekt – binnen het kantoor worden gewaardeerd. En er is ruimte voor flexibiliteit, als Polman tijd wil maken voor zijn gezin.

„Ik slaag er redelijk in om thuis te zijn tijdens rush hour, als de kinderen tussen 18.00 uur en 20.00 uur uit de opvang komen, eten en naar bed gaan. Maar daarna kruip ik geregeld weer achter mijn laptop.”

Als Polman erg druk is op werk, doet hij vaak een beroep op zijn partner, die werkt als psycholoog. „Zij is niet minder ambitieus dan ik. Maar haar werktijden zijn voorspelbaarder. Daar heb ik geluk mee.” Polman weet echter dat hij niet onbeperkt op haar kan terugvallen. „Steeds vaker dan vroeger, toen ik nog geen kinderen had, zeg ik ’s avonds: het is genoeg geweest voor vandaag.”