Overnamepoging slachtmachinebouwer Marel loopt uit op rel

Het bod van het Amerikaanse JBT op slachtmachinefabrikant Marel, genoteerd aan de Amsterdamse beurs, is in nauwelijks een week tijd uitgelopen op een opmerkelijke rel die draait om boze aandeelhouders, een ex-topman met geldproblemen en signalen van belangenverstrengeling.

Vorige week deed de Amerikaanse machinefabrikant JBT een bod op het IJslandse Marel. Het wilde alle aandelen overnemen voor iets meer dan 3,15 euro per stuk. De aandelen van Marel stonden vlak voor het bod op ongeveer 2,20 euro, de laagste koers in jaren. Marel kent sinds 2019 een beursnotering in Amsterdam en heeft een grote fabriek in Boxmeer; het bedrijf bestaat voor een belangrijk deel uit een voormalig onderdeel van Stork.

Het bestuur van Marel reageerde eerder deze week getergd op het bod van de Amerikanen. Het zou veel te laag zijn.

Donderdag mengde één van de aandeelhouders van Marel zich in de strijd met een opmerkelijke brief die de overnamepoging in een ander licht zet. Het Zwitserse Teleios, een vermogensbeheerder die zo’n 3 procent van Marel bezit, stelt dat

de voormalige bestuursvoorzitter van Marel, Arni Oddur Thordarson, een kwestieuze rol speelt bij de overnamepoging.

Teleios vindt het gek dat direct na het bod van JBT de grootste aandeelhouder van Marel, investeringsfonds Eyrir, al akkoord ging. Dat fonds bezit bijna een kwart van Marel en is in handen van de begin november plots opgestapte Thordarson en zijn vader.

Thordarson vertrok op 7 november om ‘persoonlijke redenen’. Daar zat achter, zo werd al gauw bekend in IJslandse media, dat hij een privélening had afgesloten voor Eyrir met aandelen van Marel als onderpand. Doordat de koers van Marel al tijden terugliep, werd dat onderpand steeds minder waard, waarna de bank van Thordarson de aandelen van Marel opeiste. Thordarson besloot vervolgens op te stappen, na tien jaar aan de top.

Uitstel van betaling

Een dag na zijn vertrek bij Marel, op 8 november, zou Thordarson uitstel van betaling hebben aangevraagd voor zichzelf (iets wat in IJsland mogelijk is). Dit zou het gevolg zijn van financiële problemen bij Eyrir.

Dat er twee weken daarna een bod kwam dat Eyrir meteen accepteerde, wekt de indruk, vindt Teleios, dat Thordarson belang heeft bij een ‘deal tegen elke prijs’ om Eyrir van nieuw geld te voorzien en het investeringsfonds zo te redden. Dit zou lijnrecht ingaan tegen de belangen van de andere aandeelhouders, die liever wachten op een hoger bod.

Teleios is naar eigen zeggen niet geschrokken door de gang van zaken. Het Zwitserse fonds zegt de top van Marel –onder wie de commissarissen – al langer te hebben gewaarschuwd voor de kwetsbare band met Eyrir. Waarom had het investeringsfonds van de topman een kwart van de aandelen in het bedrijf? En wat heeft Marel precies gedaan nadat al maanden terug in de IJslandse pers duidelijk werd gemaakt dat Eyrir in financiële problemen verkeerde? Volgens Teleios is op deze vragen nooit ingegaan.

Teleios ziet de hele gang van zaken als een bevestiging dat Marel niet kundig, en vooral passief, wordt aangestuurd, en dat het kwetsbaar blijft voor eventuele vijandige overnames die niet in het belang zijn van aandeelhouders. Concreet eist de vermogensbeheerder dat het management snel advies inwint bij een zakenbank om uit te zoeken welke toekomstige route de meeste meerwaarde biedt voor de aandeelhouders: denk aan een opsplitsing of een overname tegen een betere prijs. In dat geval zullen „opportunistische” overnamepogingen uitblijven.

In een kort statement heeft Marel laten weten dat het „openstaat voor een dialoog met alle aandeelhouders, waaronder Teleios”. Van de kant van Eyrir is nog geen reactie gegeven.