Opinie | Geert Wilders, de outsider die de hele rotzooi moet opblazen

Het is vervelend om dit te moeten toegeven, maar ik heb destijds Geert Wilders volkomen onderschat. In 2005 heb ik hem geïnterviewd voor mijn boek over de moord op Theo van Gogh, Dood van een gezonde roker (nieuwe titel: Na de moord in Amsterdam). De PVV bestond toen nog niet. Maar hij stond bekend om zijn kritische uitlatingen over de islam. Daarover wilde ik hem horen.

Ik geef toe, ik vond hem een vervelende blaaskaak. Dat kon nooit veel worden, dacht ik. Mijn aandacht werd natuurlijk wel getrokken door zijn merkwaardige haardos. Waarom zou een volwassen man zijn donkere haar laten blonderen à la Marilyn Monroe? Maar hij bleek een soort voortrekker wat dit betreft. Ook Donald Trump, Boris Johnson en recent Javier Milei hadden hun succes ten dele te danken aan hun uitzinnige haar. Dat gaf hun een imago, een brand.

Maar er is ook een andere interpretatie mogelijk van de geblondeerde haren van Wilders. Antropoloog en Indonesië-kenner Lizzy van Leeuwen schreef in 2009 in De Groene Amsterdammer dat Wilders wellicht zijn Indische achtergrond wilde verbergen. Zijn grootmoeder kwam namelijk uit een Indische familie, en zijn grootouders moesten uit Nederlands-Indië vertrekken onder de verdenking van financieel gesjoemel.

Nu kan men dit Wilders uiteraard niet aanrekenen. En zijn afkomst heeft misschien met zijn politieke denkbeelden niets te maken. Maar Van Leeuwen schetste wel een plausibel beeld van een bepaalde politieke stroming onder de Indo’s – Nederlanders van Indonesische afkomst – in Nederlands-Indië, die werd gekenmerkt door extreem nationalisme en een hartstochtelijke afkeer van de islam. Dit zou tenminste iets van het fenomeen Wilders kunnen verklaren.

Indo’s werden destijds door Indonesiërs, noch door de totoks (de gangbare term voor Europeanen) voor vol aangezien. Zij hoorden eigenlijk nergens helemaal bij. Zij waren, als het ware, als buitenstaanders geboren. De hoger opgeleide Indo’s wilden vaak maar al te graag bij de Hollanders horen, vandaar dat nationalisme en het zich afzetten tegen de islam. Veel leden van de NSB in de kolonie hadden een Indo-achtergrond. De NSB gaf hen de gelegenheid om zich „Hollandser dan de Hollanders” te voelen, aldus Van Leeuwen.

Chauvinisten uit de periferie

Wilders is misschien wel geen fascist, maar zijn obsessie met landsgrenzen, met ‘Nederland eerst’, en met culturele zuiverheid, heeft wel veel weg van wat in de jaren dertig de Indo’s in de NSB bezighield. Het is haast een cliché om erop te wijzen dat de meest extreme chauvinisten dikwijls stammen uit de periferie van het vereerde thuisland – Napoleon uit Corsica, Stalin uit Georgië, en Hitler uit het grensgebied van Oostenrijk. Outsiders die insiders willen worden, zetten zich graag af tegen andere buitenstaanders. Wilders is geen uitzondering. Ook Henry Brookman, oprichter van de Centrumpartij, die Marokkanen naar huis wilde sturen, had een Indische afkomst. Zo ook de oprichtster van Trots op Nederland, Rita Verdonk.

Outsiders die insiders willen worden, zetten zich graag af tegen andere buitenstaanders

Suella Braverman, tot half november de Britse minister van Binnenlandse Zaken, lijkt ook een beetje op Wilders. Haar extreme animus tegen de „invasie” van immigranten in het Verenigd Koninkrijk was merkwaardig, aangezien haar eigen ouders uit Afrika kwamen. Zij waren dubbelop outsiders: Indiërs in Afrika, en Afrikaanse Indiërs in het VK. Maar ook bij Braverman speelde de zucht om erbij te horen wellicht een rol.

Dat zij het überhaupt kon schoppen tot minister in een Conservatief kabinet is te prijzen. Dat haar extreem-rechtse denkbeelden en antipathie tegen immigranten nu zijn doorgedrongen tot de mainstream van de Conservatieve Partij, is minder prijzenswaardig. Dat witte Conservatieven het graag aan een dochter van immigranten overlaten om de grenzen dicht te gooien was nog erger. Helaas maakte zij het zo bont in haar uitlatingen tegen vreemdelingen dat zij tenslotte het veld moest ruimen.

‘Nette’ conservatieven

Tot niet zo lang geleden werden partijen en politici die xenofobie al te hoog in hun vaandels hadden door de ‘nette’ conservatieve partijen in Europa op een afstand gehouden. Toen de Britse politicus Enoch Powell in de jaren zestig voorspelde dat meer immigratie zou leiden tot een bloedbad werd hij uit het kabinet gezet. Dergelijke figuren werden ongeacht hun afkomst als politieke outsiders weggezet. Maar dat was voor veel boze burgers nu juist hun attractie. Daarvan hebben Donald Trump en Geert Wilders geprofiteerd.

Dit kon alleen gebeuren door het cynisme van de ‘nette’ behoudende partijen. Bang voor het verlies van hun rechtse kiezers, begonnen zij de meest boze burgers naar de mond te praten, over allochtone klaplopers, over het islamitische gevaar voor onze ‘westerse waarden’, over ‘woke’, de ‘linkse kerk’, en de arrogante ‘elites’. Het bleef meestal bij woorden. De belangen van het bedrijfsleven gingen nog steeds voor. Maar daardoor werd de woede van de boze burgers alleen maar groter. Mensen die zich niet gezien voelden, riepen om een outsider die de hele rotzooi op zou blazen.


Lees ook
‘Doe niet alsof het in Nederland niet zo’n vaart zal lopen of dat Wilders zoveel milder is geworden’

Kiezers wachten tot ze mogen stemmen in de Poolse parlementsverkiezingen van 15 oktober.

De VVD wilde daarom lang niet met de PVV in zee. De partij van Mark Rutte bleef pro-EU, steunde Oekraïne, en was voor internationale samenwerking en klimaatbeleid, allemaal zaken waar Wilders faliekant tegen is. Maar zodra de VVD, uit angst voor stemverlies, zich bereid verklaarde om toch – misschien, als het zo uitkwam – met de PVV te regeren, en beloofde immigratie en asielzoekers aan te pakken, zag Wilders eindelijk kans om een insider te worden.

De ironie van dit trieste verhaal is dat de politieke leider die de deur voor Wilders heeft opengezet in Ankara geboren is, een Koerdische vader heeft en een Turkse moeder – kortom, exact de soort Nederlandse burger die Wilders en zijn kiezers een flinke schop willen geven.