De baan van de verkenner is nederig. Ook die van Ronald Plasterk, dinsdag aangesteld door Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp. De verkenner, die sinds de formatie van 2012 wordt ingezet, moet de eerste fase van de kabinetsformatie begeleiden, en polsen welke partijen mogelijk met elkaar een coalitie kunnen vormen. De vraag is alleen: kan Ronald Plasterk dat?
Een verkenner moet, om de taak zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, geen problemen veroorzaken. Politiek leiders moeten de verkenner zo lang mogelijk „uit de wind houden”, schreef een commissie onder leiding van hoogleraar Carla van Baalen in een evaluatie van de lange formatie van 2021. De formatie, die uiteindelijk leidde tot het vierde kabinet-Rutte, verliep volgens betrokkenen „onprofessioneel, rommelig, moeizaam, chaotisch en vreselijk”. Dit nooit meer, vond iedereen in Den Haag.
Naar aanleiding van dit rapport nam de Kamer een motie aan waarin gevraagd werd om toekomstige verkenners aan te stellen die „afstand tot de dagelijkse politiek” hebben. Juist dát was misgegaan in de formatie van 2021, met de verkenners Kajsa Ollongren (D66) en Annemarie Jorritsma (VVD). De ‘functie elders’-kwestie was voor vele betrokkenen het bewijs dat ze al aan het mee-onderhandelen waren.
Een no drama-verkenner
Afstand tot politiek en een no drama-houding waren, kortom, de lessen van 2021. Maar worden die lessen in Den Haag ook ter harte genomen? Daar is in de eerste week van de verkenningsfase nog weinig van te merken. De eerste verkenner, PVV-senator Gom van Strien, stapte al op voor hij zijn eerste gesprek had gevoerd. Dit gebeurde nadat NRC schreef dat de Universiteit Utrecht eerder dit jaar aangifte had gedaan tegen Van Strien, zijn opvolger en een derde medewerker van het bedrijf Utrecht Holdings wegens omkoping en oplichting.
De tweede verkenner, Ronald Plasterk, heeft net als Van Strien bepaald geen afstand tot de politiek. Hij was namens de PvdA twee keer minister en Tweede Kamerlid, tussen 2007 en 2017. Invloed oefent hij nu vooral uit als columnist van De Telegraaf, waarin hij wekelijks progressief Nederland aanpakt. Wilders had hem gevraagd, zei Plasterk dinsdag zelf, omdat hij dacht „dat hij hem geen loer zou draaien”.
Plasterk werd dinsdag door de meeste gekozen lijsttrekkers geaccepeerd als verkenner. Alleen Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) en Stephan van Baarle (Denk) waren tegen. Dat is in zijn geval om principiële redenen, niet om Plasterk, zegt Van Baarle. „Je moet niet het initiatief geven aan een partij die de rechtsstaat wil ondermijnen en meer dan een miljoen Nederlandse moslims wil discrimineren.” Van Baarle weigert in gesprek te gaan met Plasterk.
Kaarten op tafel
De langdurige politieke betrokkenheid van Plasterk werd door vrijwel niemand als een probleem benoemd. Geert Wilders, die als winnaar van de verkiezingen Plasterk voordroeg, zei dat de oud-minister „weet hoe de hazen lopen in Den Haag”, en daarom zeer geschikt is voor zijn rol. Plasterk zelf beloofde de rol van verkenner niet te verwarren met die van onderhandelaar, zoals de vorige keer was gebeurd.
Wilders heeft zijn kaarten al op tafel gelegd. Hij wil uiteindelijk een rechtse meerderheidscoalitie en heeft daarvoor de steun nodig van VVD en NSC, eventueel ook van BBB. Die laatste partij wil graag. Pieter Omtzigt van NSC houdt zich nog op de vlakte. In de Volkskrant zei hij dit weekend dat „een aantal centrale voorstellen in het verkiezingsprogramma van de PVV in strijd is met de Grondwet”, en dat het verdedigen van de rechtsstaat en Grondwet „de raison d’être van onze partij” is. Maar Omtzigt heeft Wilders niet uitgesloten.
Bij de VVD zit geen beweging. Partijleider Dilan Yesilgöz wil niet in een kabinet zitten met de PVV, maar met haar valt wel te praten over gedoogsteun. „Wij zijn geen plucheplakkers”, zei Yesilgöz voor haar gesprek met de andere lijsttrekkers. En zonder de VVD is een rechts meerderheidskabinet onmogelijk, het kabinet waar Plasterk in zijn laatste column van droomde: „Er zijn al met al geen serieuze alternatieve coalities. De formatie is niet enorm ingewikkeld en hoeft niet heel lang te duren.”
Moeizame relatie met links
Hoewel Ronald Plasterk al 46 jaar PvdA-lid is, zoals hij zelf zei, is juist zijn relatie met zijn eigen politieke familie ingewikkeld. Met Frans Timmermans, lijsttrekker van GroenLinks-PvdA, heeft hij een moeizame verstandhouding. Woensdag spreken ze elkaar, na het gesprek van Plasterk met Wilders (hij werkt van groot naar klein). Plasterk zei in 2016 in de Volkskrant dat Timmermans als Kamerlid zes jaar eerder „net zo lang zijn adem had ingehouden” tot hij het woordvoerderschap Buitenlandse Zaken kreeg. „Hij zei: ‘Nou, dan doe ik gewoon niks’.”
Lees ook
In zijn column nam Ronald Plasterk al een voorschot op de formatie
Plasterk zegt daar nu over dat er „misverstanden leven” over het interview, en dat hij zijn excuses had aangeboden aan Timmermans. De laatste reageerde zuinig toen hem naar de columns van Plasterk werd gevraagd: „Die lees ik nooit.” Hij krijgt het wel altijd te horen „als hij weer een keer naar me heeft uitgehaald, maar dat ben ik wel gewend”.