Kan het herhaaldelijk schenden van de journalistieke afspraken binnen de NPO basis zijn voor verwijdering uit het publieke bestel? Nee, bleek maandagmiddag, toen het verzoek van de NPO om de erkenning van Ongehoord Nederland in te trekken werd afgewezen door demissionair staatssecretaris Gunay Uslu (D66, Media). Het betreft een voorgenomen besluit.
De NPO heeft altijd creatief moeten zijn in de zoektocht naar een onderbouwing om de rechts-radicale omroep ON binnen de Mediawet te kunnen aanpakken op journalistiek ondermaatse uitzendingen. De sleutel werd gevonden door het overtreden van de journalistieke code van de publieke omroep te bestraffen. Daarin staan de normen en regels die journalistieke redacties binnen de publieke omroep geacht worden te volgen, zoals regels over wederhoor en betrouwbaarheid.
De overtredingen van die code, vastgesteld door de ombudsman van de publieke omroepen, werd vervolgens door de NPO gezien als „gebrek aan bereidheid tot samenwerking bij de landelijke publieke mediaopdracht”, om zo tot sancties te kunnen overgaan. De adviescommissie van de publieke omroep, die het bezwaar van Ongehoord Nederland tegen deze sancties heeft beoordeeld, vond dat de NPO dat kon doen. Twee keer kreeg de aspirant-omroep op deze wijze boetes te verwerken, in de vorm van budgetkorting.
Maar de staatssecretaris, die nog minder dan het NPO-bestuur de schijn wil wekken zich te bemoeien met de inhoud van de journalistieke producties van de omroepen, blijkt deze vondst niet te volgen. Ze zegt in haar besluit dat een andere klacht van de NPO wel gegrond is, over onder meer publieke en ongefundeerde uitingen over de ombudsman Margo Smit en NPO-bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang. Die tonen aan dat ON „op momenten” niet constructief bezig is. Maar dat is niet zwaarwegend genoeg voor een „verstrekkend besluit” als het intrekken van de erkenning. Een dergelijk verzoek was nog nooit eerder gedaan in de geschiedenis van de publieke omroep.
Lees ook
Hoe Karskens de NPO tot het uiterste drijft
PVV
Volgens Uslu speelde de verkiezingsoverwinning van de PVV, aan wier politici Ongehoord Nederland vaak een podium biedt, geen rol. Voor het advies zijn de afgelopen maanden gesprekken gevoerd tussen ambtenaren en betrokkenen.
Dit betekent dat de omroep van oud-oorlogsverslaggever Arnold Karskens zich de rest van deze concessieperiode (tot en met 2027) geen zorgen hoeft te maken over het kunnen verspreiden van zijn ‘geluid’. Oordelen van de ombudsman kunnen hoogstens tot nieuwe sancties leiden, maar dat die nog omgezet worden in een succesvol verzoek tot een royement lijkt uitgesloten. Hoewel een andere staatssecretaris of minister van Media in theorie anders zou kunnen oordelen, is er in dit onontgonnen domein rond het al of niet intrekken van een erkenning nu een precedent geschapen. De NPO kan het weer proberen als er minimaal twee sancties in één jaar zijn uitgedeeld, zo staat in de Mediawet.
Uslu wijst nadrukkelijk op de rol van het Commissariaat van de Media (CvdM). Het is in haar uitleg voorbehouden aan deze mediawaakhond om toezicht te houden op journalistieke kwaliteitseisen als het gaat om bestuurlijke sancties. De sprong via de journalistieke code en de ombudsman is niet vastgelegd in „kaders voor sturing en bevordering van samenwerking” in de Mediawet, stelt ze. Het CvdM is wél in die kaders opgenomen. Maar dat wees een handhavingverzoek af, dat gedaan werd door het NPO-bestuur na een uitzending vorig jaar september waarin willekeurig geweldsbeelden van internet werden getoond in een uitzending over ‘zwart racisme’ tegen witte mensen. Het is aan de rechter om vast te stellen of hier sprake was van haatzaaien, oordeelde het CvdM, en bovendien was ON al met twee NPO-sancties aangepakt.
Drie sancties
ON kreeg op basis van uitzendingen van het programma Ongehoord Nieuws in het eerste jaar drie sancties. Twee volgden direct op twee kritische rapporten van de ombudsman. Tussendoor kreeg ON nog één tik op de vingers wegens de opstelling in overleggremia en om anti-NPO uitingen. Na de derde sanctie, afgelopen april, schakelde de NPO door met een verzoek om de erkenning in te trekken.
Karskens heeft altijd verkondigd dat er twee miljoen mensen in potentie aangesproken worden door het ‘ongehoorde’-geluid van zijn omroep. In de kijkcijfers van de middaguitzendingen zit echter geen opwaartse ontwikkeling: Ongehoord Nieuws, het enige tv-programma, blijft steken op zo’n 130.000 tot 140.000 kijkers. De verkiezingsuitslag, 37 zetels voor de PVV, wordt bij Ongehoord Nederland gezien als bevestiging dat de omroep bestaansrecht heeft. Wel noemde Karskens vrijdag zijn omroep nog de enige die „de huidige macht écht kritisch durft te bevragen” in een oproep per mail aan leden om familie en vrienden lid te maken. „Juist die omroep moet van de buis verdwijnen als het aan Hilversum en politiek Den Haag ligt.” Dit gaat nu allemaal niet meer op. Karskens noemde Uslu maandag in een reactie „een wijze vrouw”.
De NPO en de aangesloten omroepen hebben ondertussen van een mogelijk ‘centrum-rechts’ regeerakkoord een substantiële budgetkorting te vrezen. De PVV wil er zelfs helemaal mee stoppen. De toekomst van ON, met oud-PVV-Kamerlid Reinette Klever in het bestuur, kan zo een ironische situatie opleveren. Als de NPO in een nieuwe concessieperiode met veel minder toe moet, zijn vooral aspirant-omroepen kwetsbaar.
Het Adviescollege Publieke Omroep stelde dit najaar voor dat de publieke omroep met minder omroepen toe kan: zes. Het zijn er nu dertien. Er zullen dus omroepen in elkaar moeten worden gepropt, wat lastig wordt. ON heeft in het ‘vrolijk rechtse’ WNL altijd een vurig opposant gehad: voorzitter Bert Huisjes noemde Karskens al eens „een clown met een cirkelzaag”.
Weerzin geluwd
De hevige weerzin in Hilversum tegen ON van vorig jaar lijkt inmiddels geluwd. Uit een feitenrelaas dat is bijgevoegd bij de beslissing van Uslu blijkt dat de overige omroepen momenteel geen problemen meer ervaren in de omgang met ON. Dat komt vooral omdat het ‘genre-overleg Journalistiek’ zonder Karskens plaatsvindt. Hij wordt op een later moment ingelicht over wat er is besproken. Dat vindt de staatssecretaris een „sub-optimale” oplossing, maar wel een oplossing.
Het NPO-bestuur heeft twee weken om een zienswijze in te dienen, die Uslu nog meeneemt in haar definitieve besluit. „We gaan dit besluit nu eerst uitgebreid bestuderen”, aldus een woordvoerder.