De glimmende wolkenkrabber van GolFdman Sachs in zuidelijk Manhattan is niet de enige Amerikaanse kantoortoren waar duizenden mensen hun baan verliezen. Naar verwachting zou de zakenbank woensdag intern 3.200 ontslagen bekendmaken, in New York en in Londen.
Ook elders in de VS zijn ingrijpende saneringen aan de orde. Een greep: techbedrijf Amazon stuurt 18.000 mensen de laan uit, bij computerfirma HP verdwijnen de komende twee jaar 6.000 banen, cryptobeurs Coinbase schrapt 950 arbeidsplaatsen.
Het weerspiegelt de economische tegenslag in de wereld en het sombere beursklimaat. Een derde van de wereldeconomie belandt dit jaar in een recessie, zei onlangs de directeur van het Internationaal Monetair Fonds, Kristalina Georgieva.
De ontslagen zijn onderdeel van de grootste bezuinigingsoperatie van de bank sinds de kredietcrisis
Toch springt de ontslagronde bij Goldman Sachs, één van de prestigieuze zakenbanken op Wall Street, in het oog. De 3.200 ontslagen – zo’n 7 procent van het personeel – maken deel uit van de grootste bezuinigingsoperatie van de bank sinds de kredietcrisis (2007-2009), schrijven Amerikaanse en Britse media. Daarnaast kort de bank op bonussen en – zo schreef de Financial Times woensdag – mogelijk ook op vliegtuigen. De kosten van twee Gulfstream-zakenjets die topman David Solomon in 2019 voor zijn bedrijf aanschafte, maken eveneens deel uit van de brede financiële evaluatie die nu plaatsvindt. Voorheen huurde de bank altijd zakenjets, wat in de New Yorkse bankenwereld gold als blijk van spaarzaamheid.
Potten met bonussen
De concurrenten van Goldman vinden het nog niet nodig om drastisch te snijden in de kosten. De grote rivaal in het zakenbankieren, Morgan Stanley, gaat naar verwachting ook bezuinigen, maar volgens Amerikaanse media minder ingrijpend.
Bij alle Amerikaanse grote banken zijn de potten voor bonussen dit jaar minder goed gevuld, maar Goldman Sachs snijdt ook hier dieper dan de concurrentie. Deze bonus pools, waaruit (meestal eind januari) geld wordt verdeeld onder werknemers al naar gelang prestatie, zijn zo’n 30 procent kleiner dan vorig jaar. Bij Goldman Sachs is de ‘pool’ 40 procent kleiner, schrijft The Wall Street Journal.
Wat is er aan de hand bij Goldman Sachs? In de eerste negen maanden van dit jaar zakte de winst met 40 procent, een grotere terugval dan bij veel andere banken. Goldman leunt zwaar op begeleiding van fusies en overnames en op beleggingen op de kapitaalmarkten.
Het voorbije, economisch lastige jaar ging het op die beide werkterreinen bepaald moeizaam. In consumentenbankieren, transactiediensten en vermogensbeheer is de bank traditioneel minder sterk.
Verdienmodel
Bij zijn aantreden in 2018 kondigde Solomon aan zijn bank op die laatstgenoemde terreinen te willen versterken, om zo het verdienmodel te verbreden en beter bestand te zijn tegen schokken. Maar dat wil niet echt vlotten. Goldmans consumentenbank Marcus, zes jaar geleden opgericht, maakt bijvoorbeeld nog geen winst. De bank gaat alweer stoppen met kredietverlening aan particulieren.
Rivaal Morgan Stanley doet het beter en valt al jaren meer in de smaak bij beleggers. Zijn beurskoers ligt meer dan 60 procent hoger dan vijf jaar geleden, die van Goldman Sachs ‘slechts’ 39 procent.
Op Wall Street, zo schrijft de Financial Times, wordt scherp gekeken naar de price to book ratio, de verhouding tussen aandelenkoers en de bedrijfswaarde die een onderneming zelf in haar boeken rapporteert. Deze waarde ligt bij Goldman al jaren lager dan die bij de concurrenten, wat duidt op minder vertrouwen van beleggers. Aan Solomon de taak het vertrouwen in zijn bank te herstellen, bij de presentatie van de jaarcijfers op 17 januari.
Surfer Aaron Fowler keek nog even om naar het strand toen hij met zijn vriend op weg was naar de auto om naar huis te gaan, toen hij een vreemde grote vogel door de branding uit het water zag komen. Bij het plaatsje Denmark aan de Australische zuidwest kust waggelde zo maar een keizerspinguïn het strand van Ocean Beeach op. „Een surrealistische ervaring” , vertelde Fowler achteraf aan de lokale krant de Albany Advertiser. „Hij was totaal niet bang voor ons. Misschien dacht hij dat wij ook pinguïns waren vanwege onze wetsuits.”
Toen het dier uit het water kwam probeerde het een buiksliding te maken in het zand. „Ik denk dat hij dat gewend is op het ijs”, vertelde Fowler, „maar het werd een soort zandhappen. Hij schudde het zand af en zag er een beetje geschokt uit.”
De keizerspinguïn (Aptenodytes forsteri), de grootste van alle pinguïnsoorten, komt normaal uitsluitend voor op Antarctica. De vogel broedt in kolonies op het pakijs van de Zuidpool en foerageert in de buurt van de kust. Het aantal keizerspinguïns zal naar verwachting afnemen door klimaatopwarming, omdat het zee-ijs afneemt. Om die reden verschoof de status van de soort een paar jaar geleden op de Rode Lijst van ‘niet bedreigd’ naar ‘bijna bedreigd’.
Nooit eerder werd een wilde keizerspinguïn zo ver noordelijk aangetroffen. Het mannetje dat in Australië belandde, heeft een zwemtocht van zo’n 3.500 kilometer achter de rug. Het dier is opgevangen door verzorger van wilde vogels Carol Biddulp van het Department of Biodiversity, Conservation and Attractions van West-Australië. Ze gaf haar onverwachte gast de naam Gus. Bioloog Belinda Cannell van de Western Australian University in Perth is betrokken als wetenschappelijk adviseur.
Gus bleek gezond maar ernstig ondervoed. Zijn botten tekenden af door het verenpak. Het dier van een meter lang woog nog slechts 23 kilogram, de helft van het normale gewicht van een gezond mannetje. Gus moet naar verwachting eerst een paar weken aansterken. Wat er dan met hem moet gebeuren is nog een open vraag. Terugzetten in de natuur is eigenlijk alleen zinvol als hij dan ook wordt teruggebracht naar zijn natuurlijke habitat, de Zuidpool.
Na de overstromingen in Valencia zijn Spaanse politici vooral druk met elkaar de schuld te geven. De schade van de ramp had volgens velen niet zo groot hoeven te zijn. Voor correspondent Oumaima Abalhaj staat in ieder geval vast: deze rampen zullen vaker gaan voorkomen. Hoe bereid je je hier dan op voor?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman
Het zijn de drie doelmannen van Israël die zich als eerste laten zien. Onder zacht gefluit van Franse thuissupporters betreden ze donderdagavond het Stade de France om zich warm te lopen. Voor een duel zoals alle andere, zo benadrukten de spelers van het Israëlische nationale team de afgelopen dagen. Maar natuurlijk met ‘Amsterdam’ in het achterhoofd.
Een week geleden werden daar fans van de Israëlische recordkampioen Maccabi Tel Aviv na een Europa League-wedstrijd tegen Ajax slachtoffer van gewelddadigheden. Eerder op de avond hadden sommigen van hen de confrontatie opgezocht door Palestijnse vlaggen te vernielen en met beledigende spreekkoren. In Parijs volgde nu een nieuw Israëlisch voetbalbezoek aan het buitenland: tegen Frankrijk voor de Nations League.
Aandacht was er in overvloed, uit binnen- en buitenland. Maar op de tribunes van het grootste voetbalstadion van Frankrijk is daar weinig van te merken. Het Stade de France zit akelig leeg. Alleen de onderste van de drie ringen is redelijk gevuld met publiek, de bovenste ring is bij gebrek aan belangstelling zelfs helemaal gesloten. Maar 13.000 toeschouwers komen opdagen, beduidend minder dan het laatste minimum van 37.000, bij een rugbywedstrijd.
Vierduizend agenten en gendarmes
Niet voetbal, maar veiligheid staat voorop: de Franse politie schroefde het überhaupt al aangescherpte veiligheidsplan na Ajax-Maccabi verder op en zette vierduizend agenten en gendarmes in. Ze worden bijgestaan door 1.600 stadionbeveiligers. Dat is zelfs voor Franse begrippen veel: normaal gesproken worden tot 1.300 politiemensen ingezet bij dergelijke wedstrijden. Het is een van de redenen dat er zo weinig publiek is, naast een oproep van pro-Palestijnse groepen om de wedstrijd te boycotten. Ook Israël raadde landgenoten aan niet naar de wedstrijd te gaan.
Bij de zorgen speelde mee dat het Stade de France in de Parijse voorstad Saint-Denis ligt, in het jongste en armste departement van Frankrijk en waar vaker rellen plaatsvonden. Twee keer ging het rond het stadion zelf mis. Negen jaar geleden begonnen de reeks verwoestende aanslagen van 13 november 2015 toen twee zelfmoordterroristen zich naast het stadion opbliezen (er viel één dode). En in 2022 liep de Champions League-finale uit in chaos doordat massaal neptickets waren verkocht waarmee inwoners van Saint-Denis poogden binnen te komen. Op de chaos die ontstond bij de ingangen greep de politie vervolgens keihard in.
Hoe serieus de dreiging wordt genomen, is al vanaf donderdagmiddag te zien in Saint-Denis. Straten tot ver om het stadion stromen dan al vol met politie en ME, winkeliers moeten hun deuren eerder sluiten. Met tientallen busjes blokkeert de politie toegangswegen naar het Stade de France, voertuigen die ondanks waarschuwingen nog geparkeerd staan worden weggetakeld. Op elke straathoek staan agenten of militairen. In pantserbusjes vullen zij hun traangasgeweren met patronen.
Wie het stadion in wil moet twee beveiligingsbarrières door en wordt tweemaal uitgebreid gefouilleerd. Uitsupporters worden onder strenge begeleiding het stadion ingeleid, zodat ze niet in aanraking komen met andere fans. Binnen blijven de onderste zeven rijen van de tribune leeg en staan er hekken én een metalen barricade om kwaadwillenden van het veld te houden – op de plek waar gewoonlijk slechts een heuphoog wandje staat.
Politici aanwezig
Met de ongekende veiligheidsmaatregelen wil de politiek ook een signaal afgeven: Frankrijk doet er alles aan zodat Israëliërs — en joden — hier wél veilig zijn. Dit nadat president Emmanuel Macron vorige week vrijdag als een van de eerste wereldleiders reageerde op de gewelddadigheden in Amsterdam door te spreken van „geweld dat doet denken aan de meest duistere momenten van de geschiedenis” en „verfoeilijk antisemitisme”.
Twee dagen later maakte hij bekend aanwezig te zullen zijn bij de wedstrijd. Later volgden premier Michel Barnier en oud-presidenten François Hollande en Nicolas Sarkozy. Op internet verschenen grappen dat de box voor special guests beter gevuld was dan de rest van de tribunes.
Maar waar de wedstrijd voor deze politici uitgroeide tot „een symbool voor de strijd tegen antisemitisme” — dixit een medewerker van Hollande — zijn pro-Palestijnse Fransen juist woedend dat de wedstrijd doorging én de politieke kopstukken aanwezig waren. Voor hen is het juist een signaal is dat Frankrijk wegkijkt bij het bloedbad dat Israël aanricht in Gaza.
„Macron laat hiermee zien dat hij genocide valideert”, zegt medewerkster in de culturele sector Mila Aynou (53) bij een vreedzame pro-Palestijnse demonstratie op een plein in Saint-Denis voorafgaand aan de wedstrijd — af en toe vliegt een politiehelikopter over. „Israël probeert de publieke opinie op zijn hand te krijgen en onze politiek werkt daaraan mee.”
„De president, die zelf keer op keer zegt dat sport en politiek niet gemengd moeten worden, geeft met zijn aanwezigheid de boodschap af dat de oorlogsmisdaden die Israël begaat in Gaza, niet van belang zijn”, vindt Anne Tuaillon, voorzitter van actiegroep Association France Palestine Solidarité (AFPS). Meerdere demonstranten zeggen niet te begrijpen waarom Russische voetballers wel worden geweerd, maar Israëlische niet. De AFPS en andere groepen hadden — ook ruim voor duidelijk werd dat de politieke kopstukken aanwezig zouden zijn — middels petities gepoogd de wedstrijd te laten verbieden. Toen dat niet lukte, riepen ze op tot de boycot.
Knokpartij
Hoewel de Fransen massaal thuisblijven, zijn er donderdagavond meer Israëlische fans dan vooraf gedacht — enkele honderden verspreid door het stadion. In het uitvak op de tweede ring wappert volop de wit-blauwe vlag, maar soms ook de Franse. Zoals in de Franse vakken ook veel supporters met Israëlische vlaggen zwaaien. Zo streng als de scheiding buiten het stadion is, zo gemengd zitten beide groepen binnen.
Aanvankelijk gaat dat vrij gemoedelijk: veel fans juichen voor hun ploeg en de rest accepteert dat. Maar spanningen zijn er wel degelijk. Palestijnse vlaggen zijn verboden, en dus zoeken sympathisanten een andere vorm van protest. Ondanks het verzoek om stil te zijn tijdens de volksliederen klinkt een stevig fluitconcert tijdens het Israëlische, waarna de muziek harder wordt gezet. En telkens als een speler van Israël de bal aanraakt, klinkt gefluit en boegeroep.
Na een klein kwartier spelen wordt het snel grimmiger, als in het uitvak Israëlische fans in gevecht gaan met een clubje Fransen die daar zitten. Dat leidt ook in andere delen van het stadion tot woedende reacties en middelvingers. Het duurt een minuut of tien, waarin wordt doorgevoetbald, dan hebben de toegesnelde beveiligers beide groepen uit elkaar. De rest van de wedstrijd is stekelig, het geruzie dooft nooit helemaal uit, en beelden op de Franse televisie van een supporter in een shirt van het Israëlische leger IDF leiden tot verontwaardiging. Maar tot confrontaties komt het niet meer.
Merci à la police
Ook buiten het stadion komt het niet tot ongeregeldheden — hoewel er wel leden van de radicaal-linkse en tot gevecht bereide groep Antifa bij de pro-Palestijnse demonstratie „patrouilleren” en een groepje demonstranten poogt richting het stadion te gaan, waarbij ze meteen op een muur van politie stuiten. Bij deze relatieve rust speelt mee dat de pro-Palestijnse organisaties nadrukkelijk níet hadden opgeroepen tot demonstraties bij het stadion.
Aynou zegt dat „wij hier vreedzaam zijn en onze jongeren hebben begrepen dat ze niet moeten gaan rellen.” De dertigjarige badmeester Tounsi: „ongeregeldheden zouden de boodschap van de pro-Palestijnse gemeenschap alleen maar schaden. En als er echt een probleem was geweest tussen joden en moslims, dan was het hier in Parijs, waar immigranten van allerlei achtergronden samenleven, al veel eerder uit de hand gelopen.”
Frankrijk-Israël gaat daarmee de boeken in als een wedstrijd die vooral politiek spannend was – voetbaltechnisch is het zelden echt hoogstaand. Frankrijk is beter, maar komt niet tot scoren: een 0-0 gelijkspel, wat door de Israëlische fans en spelers wordt gevierd als een overwinning. „Merci à la police”, zingen ze massaal, als ze voor het oog van tientallen agenten met wapenstokken en schilden het stadion uit komen.
Buiten worden beide groepen meteen gescheiden, om te voorkomen dat ze alsnog in botsing komen. De Israëlische fans worden naar bussen geleid aan de noordkant van het stadion, de rest moet naar het station in het zuiden. Daar is voor het eerst een Palestijnse vlag te zien, om de schouders van een jonge vrouw. Ze wordt omringd door acht agenten.