Handel, beweging, kennis. Containers die volautomatisch worden verplaatst in de Rotterdamse haven, Nederlandse ondernemers die voorop lopen bij innovatie en vergroening, geholpen door buitenlandse werknemers, die bovendien de distributiecentra draaiende houden.
Zo zag, kort gezegd, het verdienmodel van Nederland er de laatste jaren uit; ook het model waarin het bedrijfsleven en opeenvolgende kabinetten elkaar vonden. Nederland als open, vernieuwende economie, ingebed in Europa, en leunend op het buitenland.
Blijft dat zo? Bij ondernemersorganisaties en bij ondernemers zelf waren donderdag zorgen te horen over de uitslag van de verkiezingen, waarbij de radicaal-rechtse PVV als grote winnaar uit de bus kwam. Zelfs wanneer die zorgen niet altijd publiekelijk worden geuit, is duidelijk dat enkele pijlers onder het Nederlandse verdienmodel onder druk kunnen komen te staan als de ideeën van Wilders werkelijkheid worden.
Neem het onderwerp Europa. De handelsvoordelen die de Europese interne markt oplevert, verhogen het Nederlandse bbp jaarlijks met meer dan 3 procent, zo berekende het Centraal Planbureau. De Nederlandse uitvoer van goederen ligt door het EU-lidmaatschap bijna 25 hoger, die van diensten bijna 20 procent.
De PVV wil een „bindend referendum” over een ‘Nexit’ (EU-uittreding) – althans, volgens het verkiezingsprogramma. De PVV wil uit de EU stappen.
Maar of het tot zo’n referendum komt, is sterk de vraag: Wilders’ gedroomde coalitiepartners VVD, NSC en BBB stellen het EU-lidmaatschap niet ter discussie, hoewel NSC en BBB wel de macht van de EU willen inperken. Toch kan een onverzettelijk opererend Nederland de besluitvorming in Brussel flink gaan bemoeilijken.
ASML nerveus
Bij ASML, de chipmachinemaker uit Veldhoven die zo ongeveer de belichaming is van het recente Nederlandse economisch succes, leidt de anti-Europese stemming in Nederland tot enige nervositeit. ASML en zijn sector hebben nood aan „een betrouwbare overheid en consistent langetermijnbeleid”, zo laat het bedrijf schriftelijk weten. Een „attractief vestigingsklimaat” is „topprioriteit” van het bedrijf. Ga niet flirten met EU-uittreding, wil het bedrijf maar zeggen.
Ingrid Thijssen, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, pleit aan de telefoon voor een „stabiel meerderheidskabinet”. Gelukkig, zegt Thijssen, lijkt de Nexit voor Wilders geen prioriteit te hebben. Ze „gaat ervan uit” dat nieuwe regeringspartijen „zich goed realiseren” dat in Nederland „één op de drie banen” wordt gegenereerd door buitenlandse handel.
VNO-NCW hoopt op een meerderheidscoalitie die „opereert binnen de kaders van de democratische rechtsstaat” – een vermanende formulering die de werkgeversclub niet zomaar na elke Tweede Kamerverkiezing gebruikt. „Met een bredere coalitie, met meerdere partijen, gaan we ervan uit dat men dit belang van de rechtsstaat goed voor ogen houdt en bewaakt”, aldus Thijssen.
Groen verder groeien?
In ondernemerskringen gaan de zorgen over een door Wilders geleid kabinet ook over het klimaatbeleid. Onder Rutte IV werd dat gekenmerkt door het idee van groene groei: bedrijven die verduurzaamden, kregen steun van de overheid middels allerlei subsidies. Zo moesten bedrijven tevens worden aangespoord in Nederland te blijven.
Wilders staat voor een heel andere koers. Hij noemt klimaatbeleid in zijn partijprogramma „onbetaalbare waanzin”. Concreet wil hij het Klimaatfonds en klimaatsubsidies schrappen, geen nieuwe windturbines en zonneparken bouwen, de Klimaatwet (waarin staat dat Nederland in 2030 55 procent minder broeikasgassen moet uitstoten) intrekken en meer gas uit het buitenland importeren.
Thijssen wil niet reageren op individuele partijprogramma’s, maar zegt wel: „Er zijn ook partijen in mogelijke coalities die anders naar het klimaat kijken.” Voor het Nederlandse bedrijfsleven is „stabiliteit en duidelijkheid” van wezenlijk belang, zegt ze. „We moeten niet alles weer ter discussie stellen.” Het voortdurend wijzigen van allerlei regelingen, ook op andere terreinen, gaat ten koste van investeringen van bedrijven en van het Nederlandse vestigingsklimaat, aldus Thijssen.
Voor grote industriële bedrijven als Tata Steel, plasticproducent Dow, de raffinaderijen van Shell en kunstmestfabrikant Yara wordt het klimaatbeleid van een nieuw kabinet cruciaal. Zij zijn langdurig in gesprek met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over eventuele staatssteun bij vergroening, die zou moeten komen uit het Klimaatfonds. Een omslag naar groene productie wordt voor bedrijven als Tata Steel bijna onmogelijk geacht zonder steun.
Energietransitie onder Wilders
Ook bedrijven die actief zijn in de energietransitie – of het nu start-ups zijn, of grote windmolenbouwers – zijn van investeringen van de overheid afhankelijk. Anders valt er niet tegen de fossiele sector op te concurreren. De ochtend na de monsterzege van de PVV is de kater in deze hoek dan ook groot.
„Voor innovatieve bedrijven is het heel belangrijk om vertrouwen te hebben in de overheid”, zegt Olof van der Gaag, voorzitter van brancheorganisatie De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), met leden als ASN Bank, bedrijven in de waterstofsector en laadpaalbedrijven. „Als je bijvoorbeeld een windmolen neerzet, maak je eenmalig héél veel kosten. Dan heb je vervolgens 25 jaar om het terug te verdienen. Duurzame energieprojecten kennen grotere risico’s en hebben in het begin een duwtje in de rug nodig van de overheid. Bij fossiele projecten zijn de investeringskosten aan het begin lager.”
Lees ook
Vernielt een nieuw kabinet de Nederlandse financiële reputatie?
De shredder
Dat duwtje kan in de vorm van een subsidie zijn, maar even zo belangrijk zijn garantstellingen. Wilders wil ook de zogeheten SDE++-subsidie schrappen. Daarbij geeft de overheid financiële garanties af voor innovatieve projecten die grootschalig hernieuwbare energie opwekken of de CO2-uitstoot verminderen. Denk aan CO2-opslag, waterstof en aardwarmte. De subsidie vergoedt (deels) het verschil tussen de kostprijs van de techniek en de marktwaarde van het product. Daardoor is het een stuk veiliger ondernemen. Deze subsidie schrappen, kan de motor uit de vergroening halen, vreest Van der Gaag. Want: wie durft dan nog?
Wilders heeft gezegd dat het klimaatbeleid „door de shredder moet”, citeert Van der Gaag droogjes. Hij hoopt dat de VVD en NSC – mochten zij met de PVV een coalitie gaan vormen – Wilders gaan afremmen. Beide partijen hebben zich gecommitteerd aan de klimaatdoelen van Parijs.
En wat gaat er gebeuren met de miljarden uit het Groeifonds en Klimaatfonds? Die vraag schoot direct door het hoofd van Gerard de Leede, technisch directeur van de Nederlandse zonnepanelenfabriek Solarge. Het bedrijf heeft miljoenen toegezegd gekregen vanuit het Nationaal Groeifonds. Het had ook de hoop dat bedrijven met geld vanuit het Klimaatfonds (dat Wilders wil schrappen) hun daken konden bedekken met de lichtgewicht zonnepanelen die het bedrijf maakt, bedoeld voor onder meer bedrijfsgebouwen en de landbouwsector.
In ieder geval raakt het bedrijf de toegezegde miljoenen uit het Groeifonds niet kwijt, verwacht De Leede. „We krijgen berichten dat het bedrag veilig is. Dat fonds werd al in 2020 ingesteld.” De directeur baalt, maar van totale ontreddering wil hij niet spreken. „Zonne-energie is de goedkoopste vorm van energieopwekking, twee tot drie keer goedkoper dan kernenergie. Daar zou je ook PVV-kiezers mee moeten kunnen plezieren.”
Arbeidsmigranten
Dan het heikele punt van de arbeidsmigratie in Nederland. Van laagbetaalde Roemenen of Polen in de bouw, de glastuinbouw en distributiecentra, tot dikbetaalde expats van binnen en buiten de EU bij techbedrijven en banken: migranten houden belangrijke delen van de Nederlandse economie draaiende.
In 2021 kwamen krap 39.000 arbeidsmigranten van binnen de Europese Unie naar Nederland, van buiten de EU waren het er dat jaar 18.000. Het aantal arbeidsmigranten is de laatste vijftien jaar verviervoudigd. In de laatste weken van de campagne kreeg deze vorm van migratie steeds meer negatieve aandacht: zowel laag-als hoogopgeleide migranten zouden de krapte op de woningmarkt verergeren en de publieke voorzieningen te sterk onder druk zetten. De PVV wil vergunningen invoeren voor werknemers van binnen de EU (iets wat in de EU, waar vrij verkeer geldt, niet mogelijk is). In 2012 stelde de partij het omstreden ‘Polenmeldpunt’ in, waar Nederlanders konden klagen over Midden-en Oost-Europese werknemers.
Maar hoe moeten bedrijven de komende jaren aan hun werknemers komen als arbeidsmigratie verder wordt ingeperkt? De krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt is nu al ongekend hoog.
ASML waarschuwt. „Welke restricties dan ook op het aantal werknemers of internationale studenten die relevant zijn voor onze sector zijn onwenselijk.” Het aanbod van Nederlands talent is „niet voldoende”, zo laat het bedrijf weten. Thijssen vult aan: niet alleen grote bedrijven als ASML hebben tekorten aan hooggekwalificeerd personeel. Binnen de kenniseconomie is er ook bij start-ups en scale-ups een enorme behoefte aan bètatalent. „Wereldwijd is er een gevecht om talent gaande. Het invullen van banen bij bedrijven is essentieel voor ons verdienvermogen. Als je voor bestaanszekerheid wilt zorgen, moet je het geld daarvoor echt eerst verdienen.”
Paprika’s plukken
Ook de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) is „niet gelukkig” met de wens van de PVV (en andere partijen) om arbeidsmigratie in te perken. „Veel werk dat nu door arbeidsmigranten wordt verricht, zoals paprika’s plukken, willen anderen niet doen”, zegt een woordvoerder. „De deur dichtgooien is wat ons betreft een bijzonder slecht idee. Liever nog leggen wij de rode loper voor ze uit, en zorgen we dat ze zo snel mogelijk Nederlands kunnen leren om hier langdurig te blijven.”
Frank van Gool, oprichter van uitzendbureau Otto Work Force die een ton schonk aan de VVD voor de campagne, laat in een reactie aan NRC weten dat hij hoopt dat er „snel een nieuwe regering komt die de misstanden met arbeidsmigratie adequaat gaat aanpakken”. Ook hoopt hij dat het nieuwe kabinet „voldoende aandacht heeft voor goed georganiseerde arbeidsmigratie”. Want, zegt hij: „Zonder arbeidsmigratie loopt Nederland vast.”