Een film over Napoleon, wat moeten we daarmee? En hoe kan het dat we in deze tijden van politieke correctheid, #metoo en afschuw van grensoverschrijdend gedrag toch een kaskraker over een tamelijk misogyne, gewelddadige alfaman voorgeschoteld krijgen? In het licht van het wijdverbreide verlangen naar sterke leiders, ook met het oog op de afgelopen verkiezingen, is dat geen rare vraag. Laten we onze innerlijke Napoleon eens onder de loep nemen.
Napoleon was bij zijn leven al ‘larger than life’. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom de Franse keizer ruim twee eeuwen later nog steeds als mythe wordt bewierookt en verfilmd, en er wereldwijd nog zoveel fans rondlopen. Als een volleerde spindoctor wist hij nederlagen in overwinningen te transformeren en de bevolking het gevoel te geven daarvan te kunnen profiteren.
Hoe deed hij dat? Door feiten achter te houden of te verdraaien, altijd de vlucht naar voren te nemen, nooit excuses te maken en zoveel rookgordijnen op te trekken dat niemand wist wat er te midden van al het klatergoud waarheid was.
De mislukte invasie in Egypte is een perfect voorbeeld van die mythevorming. Napoleon landde in juli 1798 in Egypte, om er een jaar later halsoverkop en heimelijk vandaan te vluchten, met achterlating van zijn manschappen. Van het 50.000 man sterke leger vielen er 15.000 in de strijd en nog eens 15.000 bezweken aan de pest. Maar in het door Napoleon opgezette propagandakanaal Courier de l’Egypte werd slechts beschreven hoe zegenrijk de Grande Armee was geweest. Beladen met schatten keerde Napoleon terug, startte de eerste Europese Egypte-manie en liet zichzelf afbeelden als helende vorst die in het pesthuis van Jaffa zijn troepen komt bezoeken en de hand oplegt. Rijen dik stonden de mensen te wachten om het doek, door Antoine-Jean Gros vervaardigd, in Parijs te bewonderen. Al die slachtoffers, die verliezen? Het deed er niet meer toe. Want kijk eens hoe grootmoedig onze leider zich geeft voor zijn mannen! En aanschouw hoe hij ons de verworvenheden van de revolutie, de grootsheid van Frankrijk (en van ons) weet voor te spiegelen!
Door de vingers zien
Kortom, als we ons met leiders identificeren, als ze onze begeerte weten op te wekken (naar roem, schoonheid, rijkdom, eer), en onze belangen lijken te dienen, dan zijn we bereid veel door de vingers te zien. Die zogeheten self-interest bias – het verschijnsel dat we mensen en hun daden positiever beoordelen als we ze leuk vinden en het gevoel hebben dat ze onze belangen dienen – houden we lang vol. Totdat het niet meer gaat, maar dan ligt het nooit aan de leider, of aan onze misperceptie, maar aan de omstandigheden. Of aan het verraad van de tegenstander. (En dat heet dan weer de fundamental attribution error, het verschijnsel dat we gedrag eerder toeschrijven aan iemands persoonskenmerken en talent dan aan de omstandigheden, zowel in positieve als in negatieve zin).
Laten we die proef eens op de som nemen. Wat vindt u van Napoleon? Ziet u hem als de grootste generaal aller tijden, als ‘Napoleon, the great’, zoals de titel van Andrew Roberts’ even uitstekende als hagiografische biografie luidt? Of eerder als een despoot, vergelijkbaar in zijn destructie met een Hitler of een Stalin, zoals de regisseur Ridley Scott van de recente Napoleon-film zich onlangs tot afgrijzen van de Fransen liet ontvallen? Interessant is dat in Groot-Brittannië en Duitsland de meerderheid van de bevolking niet zoveel van deze Corsicaanse dictator moet hebben. In die landen slaagde Napoleon er ook niet echt in een propagandistische voet aan wal te krijgen (behalve in Duitsland op de linker en een beetje op de rechter Rijnoever). Sterker nog, Napoleon werd juist het vijandbeeld waartegen beide landen hun nationalisme na 1815 konden afzetten.
Patriarchale eenheidsstaat
In Nederland ligt dat ambivalenter. Door Napoleons broer werd Nederland immers een koninkrijk, een centrale natiestaat, en bleef dat na 1815. Willem I liet vrijwel al Napoleons hervormingen intact, temeer omdat hij die dienstplicht, de centralisering en het juridische en militaire apparaat goed kon gebruiken. En al die duizenden doden dan? Tja, „de koophandel herleeft, alle partijschap heeft opgehouden, al het geledene is vergeten”, bezwoeren de patriotten van november 1813 de bevolking al. En daarmee hadden ze best wel even succes in de wederopbouw van wat een tijdlang de patriarchale en autoritaire eenheidsstaat van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zou zijn.
Toen, in 1813, wilde men de moraal van de Franse Revolutie, de burgerrechten en het echte sociale contract (dat van Rousseau) liever niet terug in de grondwet. Dat ging veel te ver. Democraten en radicalen moesten op afstand worden gehouden. Die waren veel te eng en te extreem. Men hield het liever bij passages over veiligheid, eenheid, herstel van koopkracht en bestaanszekerheid. Het liefst over de rug van de koloniale bewoners.
Nu, in 2023, is dat verlangen naar de leider die dat eigen goede gevoel het beste belichaamt minstens net zo sterk aanwezig. In Argentinië, Turkije, Rusland, Slowakije, maar ook in Nederland. Geen crisis, geen afzien, geen moeilijke verhalen over inleveren voor het klimaat en asielzoekers. Gewoon, opnieuw een hoop fausses nouvelles er tegenaan en weer in zee met Napoleon. Oude politiek is nieuwe politiek. Hoe dat afloopt? Dat weten we. Hij kwam weer terug nadat hij was verslagen – om zijn land daarna pas echt in de ellende te storten. Genoeg reden dus om onze innerlijke Napoleon voorgoed naar Sint Helena te verbannen.
Lees ook
De complete historische ontsporing van Ridley Scotts ‘Napoleon’