Kwal krijgt last van zandaanvallen door mijnbouw in de diepzee

De diepzeekwal op deze foto ziet er ongeschonden en schoon uit. Maar dat verandert, zo hebben wetenschappers nu ontdekt, zodra hij in een sedimentpluim terechtkomt. Dat is een wolk van zand die ontstaat bij het delven van grondstoffen in de diepzee. „Zandkorrels kunnen wondjes veroorzaken. Als reactie gaat de kwal meteen slijm produceren, dat over zijn lichaam naar beneden glijdt, en slierten vormt. Daarmee voert hij het zand af. Maar dat kost ’m wel veel energie”, zegt de Nederlandse zeebioloog Vanessa Stenvers, die werkt bij het Helmholtz-Zentrum für Ozeanforschung in Kiel. Ze is de eerste auteur van een studie die deze week in Nature Communications is verschenen. Als een van de eersten deden de wetenschappers onderzoek naar de schadelijkheid van sedimentpluimen.

Bedrijven staan te popelen om grondstoffen als mangaan, nikkel, kobalt en koper te gaan winnen op de diepzeebodem. Wetenschappers zoals Stenvers bepleiten voorzichtigheid: er is nog veel onbekend over de effecten van deze winning. De Internationale Zeebodemautoriteit werkt aan regels, en wil die in 2025 klaar hebben.


Lees ook
Wroeten in de bodem van de diepzee, waar het leven uiterst traag verloopt

Bij diepzeemijnbouw ontstaan niet alleen op de bodem grote sedimentpluimen, zegt Stenvers. „Nadat de grondstoffen naar boven zijn gepompt, naar het schip, moet het overtollige sediment worden geloosd, wat waarschijnlijk halverwege de waterkolom gaat gebeuren.” Ook daar ontstaan dan enorme zandwolken.

Stenvers en collega’s vingen in de Noorse fjorden 64 exemplaren van de helmkwal (Periphylla periphylla). Het is een soort die in grote delen van de diepzee algemeen voorkomt. Op het onderzoeksschip werden de kwallen in ronde 30-litertanks blootgesteld aan stijgende temperaturen en aan sedimentpluimen van verschillende dichtheden. De kwallen reageerden het heftigst op de sedimentpluimen.

In dit geval duurden de experimenten maar kort, tot 24 uur. Bij diepzeemijnbouw kan het om maanden blootstelling aan ‘zandaanvallen’ gaan. Dat terwijl de pelagische zone, het open water, doorgaans een omgeving is met weinig natuurlijke verstoringen, zegt Stenvers. „En omdat er weinig voedsel is, kennen veel soorten een heel trage stofwisseling.” De helmkwal kan naar schatting wel dertig jaar worden. De onderzoekers vrezen dat verstoringen zoals sedimentpluimen veel soorten in de diepzee fataal kunnen worden.