Kabinet: gezinshereniging voor alle statushouders weer mogelijk


Asiel Een omstreden besluit van het kabinet is voorlopig van de baan. De stop op gezinshereniging voor statushouders zonder woning is opgeschort.

Woonlocatie achter het gemeentehuis in Oegstgeest, die wordt gebruikt voor de opvang van statushouders.
Woonlocatie achter het gemeentehuis in Oegstgeest, die wordt gebruikt voor de opvang van statushouders.

Foto LEX VAN LIESHOUT / ANP

De tijdelijke stop op gezinshereniging, voor vluchtelingen die wel een verblijfsvergunning hebben maar nog geen woning, is per direct opgeschort. Dat blijkt uit interne mails van de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) in bezit van NRC. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) heeft ervoor gekozen om de Tweede Kamer „vooralsnog” niet te informeren, zo staat in de interne mails te lezen. Dat is saillant, omdat het kabinet met het opschorten van de nareisbeperking terugkomt op een belangrijk element van de asieldeal. Een woordvoerder van Van der Burg heeft per mail laten weten dat woensdag nog een Kamerbrief over de opschorting wordt verstuurd.

Dat is woensdagmiddag gebeurd. De asieldeal werd afgelopen zomer door de coalitie gesloten als antwoord op de asielopvangcrisis. Voor D66 en ChristenUnie was de nareisbeperking een moeilijk te slikken compromis. De partijen gingen desalniettemin akkoord, in ruil voor de spreidingswet. Deze wet maakt mogelijk dat gemeenten verplicht worden een bepaald aantal asielzoekers op te vangen. VVD ging in november akkoord met de komst van de spreidingswet, nadat partijleider en premier Mark Rutte de fractievergadering had bijgewoond, waardoor een kabinetscrisis kon worden afgewend.

Tot en met dinsdag werkte de IND nog met de zogenoemde „nareisbeperking” waarmee de gezinshereniging van vluchtelingen werd uitgesteld. Dinsdagmiddag ontvingen IND-medewerkers een mail waarin staat dat ze de maatregel niet langer hoeven toe te passen.

Een woordvoerder van staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) bevestigt woensdag dat de nareismaatregel „tijdelijk” wordt geschorst „om nodeloze procedures” te voorkomen. Dat betekent dat zodra een verzoek om gezinshereniging is goedgekeurd, gezinsleden van statushouders „direct” een inreisvergunning ontvangen. De staatssecretaris wil de uitspraak in hoger beroep afwachten „alvorens een definitief besluit” over de nareisbeperking te nemen. Hoeveel mensen nog op nareis wachten, is onduidelijk. Het ministerie stelt dat de nareismaatregel „op ongeveer 1.780 gezinsleden” van toepassing is. Het werkelijke aantal zou lager liggen, omdat sommige statushouders in de tussentijd een woning hebben gevonden waardoor hun gezinsleden eerder naar Nederland mochten komen.

Dit betekent nu hoe dan ook dat uitgestelde gezinshereniging voor statushouders zonder woning toch zal plaatsvinden in de komende maanden. Daarmee zal de druk op de toch al overvolle asielzoekerscentra toenemen.

Strijdig met internationaal recht

Van der Burg besloot in augustus vorig jaar dat statushouders zonder huisvesting hun gezinnen niet mogen laten overkomen naar Nederland, tot en met 2023 om asielzoekerscentra te ontlasten. Vorige maand beslisten rechters in Amsterdam, Arnhem, Haarlem en Breda in hen voorgelegde zaken dat de nareisbeperking in strijd is met de Nederlandse vreemdelingenwet, Europese wetgeving én internationaal recht.

Van der Burg legde zich niet neer bij dat besluit, en ging in hoger beroep. Dat beroep dient donderdag 12 januari, ook bij de Raad van State. Tot die tijd wilde Van der Burg de nareisbeperking toch in stand houden door de uitspraak van de rechters te schorsen. De Raad van State besloot eind vorige maand dat het kabinet de uitspraak van de rechters in de voorgelegde zaken niet mag negeren en gezinshereniging moest plaatsvinden.


Lees ook een profiel van Eric van den Burg: Lukt het vandaag niet, dan lukt het morgen wel

Maar afgezien van deze specifieke zaken bleef de nareisperking tot dinsdag voor statushouders gelden.

Wil Eikelboom, asieladvocaat bij Prakken d’Oliveira en tevens voorzitter van de landelijke vereniging voor asieladvocaten, is verbaasd over het moment, zo vlak voor het hoger beroep bij de Raad van State, maar niet over het opschorten van de maatregel. Al had dat volgens Eikelboom al veel eerder moeten gebeuren. „Het is de staatssecretaris ongetwijfeld duidelijk dat het voorstel geen stand zal houden bij de Raad van State.”