Strengere EU-regels afvalexport

Europese landen die hun plastic afval wegsturen naar verre landen, krijgen binnenkort te maken met strengere regels en een gedeeltelijk verbod. Het Europees Parlement en de EU-landen hebben vrijdag een akkoord bereikt om afvaltransporten naar niet-OESO-landen – landen die niet bij de rijkste ter wereld horen – binnen 2,5 jaar te verbieden.

De afgelopen jaren werd ongeveer de helft van het afval in Europa verscheept naar minder welvarende landen. Nederland is daarvan de grootste exporteur en stuurt jaarlijks zo’n tweehonderd miljoen kilo het land uit. Dat komt vooral in Indonesië en Vietnam terecht, of andere landen die minder strenge milieuregels hanteren. In de praktijk eindigt het afval vaak in het illegale circuit, of komt het terecht op illegale dumps waar branden kunnen ontstaan. Ook naar Turkije, wél een OESO-land, wordt veel plastic afval getransporteerd.

Verschillende milieuorganisaties riepen deze week op tot een algeheel verbod van het wegsturen van afval, zowel naar OESO- als naar niet-OESO-landen. Nederland was tegen zo’n verbod, bleek uit interne correspondentie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ingezien door NRC. Binnen de OESO komt er geen algeheel verbod, maar strengere regels. Zo moet het afval elders geen gezondheids- of milieuproblemen veroorzaken. En landen buiten de EU mogen wel afval verwerken, mits ze kunnen aantonen dat dat niet schadelijk is voor de natuur en bevolking.

Gerecycled

„De EU zal eindelijk de verantwoordelijkheid voor haar plasticafval op zich nemen door de export ervan naar niet-OESO-landen te verbieden”, staat in de verklaring van Europese Parlement. Uiteindelijk wil Europa dat zoveel mogelijk afval ter plaatse wordt verwerkt of gerecycled en moet de wet ervoor zorgen dat het afval „in geen geval” schade toebrengt aan zowel het milieu als de menselijke gezondheid. De overeenstemming moet nog officieel goedgekeurd worden, al is dat vaak enkel een formaliteit.