‘Vliegtickets binnen Europa stijgen de komende jaren in prijs’


Inventarisatie ABN Amro Economen hebben berekend dat een retour tussen Amsterdam en Barcelona tot 47 euro duurder kan worden door de verhoogde accijns op vliegtickets en Europees milieubeleid.

Reizen binnen de EU zullen de komende jaren duurder worden, voorspelt ABN Amro.
Reizen binnen de EU zullen de komende jaren duurder worden, voorspelt ABN Amro.

Foto Koen van Weel/ANP

Vliegtickets voor reizen binnen Europa worden de komende jaren duurder vanwege klimaat- en milieuregels van de Europese Commissie en het Nederlandse kabinet. De prijs voor een retour tussen Amsterdam en Barcelona gaat daardoor bijvoorbeeld mogelijk tussen de twintig en vijftig euro omhoog. De tariefstijgingen gelden waarschijnlijk alleen voor reizen binnen Europa; des te verder iemand binnen de EU reist, des te hoger de prijs. Daartegenover staat dat intercontinentale reizen mogelijk juist relatief goedkoper zullen worden. Dat blijkt woensdag uit een nog niet gepubliceerd onderzoek van ABN Amro, ingezien door NRC.


Lees ook: CO2-rechten voor vluchten binnen Europa worden duurder

Vorige maand bereikten het Europees Parlement, de Europese Commissie en Europese Raad een akkoord over een nieuw emissiehandelssysteem voor de luchtvaartsector. Dat houdt in dat luchtvaartmaatschappijen de komende jaren hun CO₂-uitstoot moeten afkopen — op die manier wil Brussel de bedrijven een financiële prikkel geven om te verduurzamen. Daarnaast nemen de uitstootrechten af met 4,3 procent per jaar in 2027.

Naast de Europese aanscherping, heeft het kabinet de accijnzen op vliegtickets per 1 januari opgeschroefd van 7,95 euro naar 26,43 euro. De ABN-economen hebben berekend welke extra kosten luchtvaartmaatschappijenen maken door de Europese en Nederlandse maatregelen. Als voorbeeld namen ze een retour tussen Amsterdam en Barcelona, die voor de extra vliegbelastingen en regels 47 euro duurder uitvalt.

Des te verder iemand binnen Europa gaat, des te meer die betaalt: een retour naar Lissabon kan volgens ABN 52 euro duurder uitvallen en een heen- en terugreis tussen Amsterdam en Athene 56 euro. Deze voorbeelden zijn gebaseerd op gemiddelden qua vliegtuigbezetting en type toestel. Die factoren bepalen namelijk voor een groot deel de Europese emissiebijdrage: die is lager bij een moderner en zuiniger toestel dat vol zit, dan bij een een verouderd halfleeg vliegtuig.

Intercontinentale vluchten

Langeafstandsreizen vormen nu zo’n 6 procent van alle vluchten die vanuit Europa vertrekken, maar zorgen voor circa de helft van de uitstoot van stikstof en kooldioxide. Om die reden pleitten het Europees Parlement en klimaatactivisten voor een hogere belasting via het handelssysteem voor intercontinentale vluchten. Dat voorstel strandde uiteindelijk. Daardoor zullen reizen binnen de Europese Unie waarschijnlijk wel in prijs toenemen, maar tickets daarbuiten niet. De ABN-economen verwachten dat reizen naar populaire vakantielanden als Turkije en Egypte daardoor „relatief aantrekkelijker” worden tot er een uitbreiding komt van het internationale handelssysteem.

Voor de herziening van het emissiehandelssysteem kregen luchtvaartmaatschappijen een flink deel van hun rechten vaak kosteloos. Dat systeem gaat de komende jaren geleidelijk op de schop: in 2024 is een kwart van de rechten niet meer gratis, een jaar later 50 procent. In 2026 vervallen alle kosteloze uitstootrechten en dat betekent dat de luchtvaartbedrijven hun volledige CO₂-uitstoot moeten afkopen.